Jeanet Nieuwenhuis: ‘Mensen met een lvb worden te weinig gezien in de ggz’

In de ggz wordt nog onvoldoende opgemerkt dat veel patiënten een licht verstandelijke beperking (lvb) hebben. Met als gevolg dat de behandeling niet aanslaat en zij eindigen als chronisch patiënt. Psychiater Jeanet Nieuwenhuis wil dat de ggz alle patiënten bij binnenkomst gaat screenen. En dat psychiatrie en gehandicaptenzorg meer gaan samenwerken.

Jeanet Nieuwenhuis
Foto gemaakt door Stijn Rademaker

Waarom dit onderzoek?

‘Twaalfenhalf jaar geleden ging ik aan de slag bij VGGNet in Doetinchem, een specialisme binnen GGNet voor mensen met complexe psychiatrische problemen en een licht verstandelijke beperking. Daarvoor had ik vijftien jaar gewerkt als kinder- en jeugdpsychiater en ik was toe aan iets anders. Bij VGGNet hoorde ik heel veel verhalen van mensen die langdurig zonder resultaat waren behandeld in de ggz. Soms was veertig jaar lang niet gezien dat iemand die niet kon lezen of schrijven een lvb had, of waren ze getraumatiseerd geraakt door separeren of gedwongen opnames. Ik noem het verloren levens. Voor een congres nodigde ik Xavier Moonen uit, die aankondigde dat er een nieuwe test op de markt kwam, de SCIL. Toen dacht ik: ik ga hier iets mee doen!’

Wat is de conclusie?

‘Van de mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen die al langer in zorg zijn, heeft ongeveer veertig procent een licht verstandelijke beperking, terwijl dit meestal niet is opgemerkt. De percentages lopen op als de problematiek langduriger wordt. Onder mensen die relatief kort, op de polikliniek, in zorg zijn bedraagt het 27 procent. Onder mensen met ernstige en langdurige psychiatrische problematiek 43 procent. Onder de mensen die als patiënt op langdurige behandelafdelingen terecht komen, bedraagt het percentage mensen met een lvb meer dan zestig procent.

Vaak wordt gezegd dat hun intelligentie is verminderd door hun psychiatrische ziekte, dat noemt men cognitief verval, maar uit eigen onderzoek bleek hiervoor bij hooguit zeven procent een aanwijzing te zijn. Dit betekent dat als we aan de voordeur niet opletten of mensen een lvb hebben, onze behandelingen niet goed aansluiten op hun niveau en ze eindigen als chronisch psychiatrisch patiënt. Terwijl ze met de juiste behandeling heel goed beter kunnen worden. Je moet je taal en je methodiek aanpassen en je moet ‘in de omgeving’ werken. Zorg ervoor dat er passend werk of dagbesteding is, dat mensen niet vereenzamen, dat ze worden geholpen bij de opvoeding van kinderen of hun financiën. Als je dat niet doet, zie je ze zo weer terug op je poli.’

Wat betekent dit voor de praktijk?

‘Screenen aan iedere toegangspoort tot de ggz! De SCIL afnemen duurt vijftien tot twintig minuten en kost één euro. En dat voorkomt eindeloze ellende. Als iedereen dat doet, dan wordt het iets heel gewoons, net zoals een huisarts bij iedereen weleens de bloeddruk meet.

Andersom zie je dat steeds meer onderzoeken in de gehandicaptenzorg laten zien dat tussen de twintig en de veertig procent van de mensen met een lvb een traumagerelateerde stoornis heeft. Dus over en weer zie je dezelfde percentages. Hoe ga je dan samenwerken en bruggen bouwen? We moeten het gaan ervaren als een gezamenlijk probleem: jouw patiënt is mijn cliënt en vice versa. Wat kunnen we van elkaar leren?’

Hoe was het om dit onderzoek te doen?

‘Ik kreeg aanvankelijk pittige kritiek: die SCIL klopt niet, het is cognitief verval, of het komt door de medicatie. Dat heb ik allemaal uitgezocht en het klopt niet. Maar er waren ook vanaf de eerste dag mensen die zeiden dat dit goud waard is. Na anderhalf jaar kreeg ik acht uur onderzoekstijd per week en ondersteuning. Daar ben ik VGGNet enorm erkentelijk voor. Ik kreeg steeds meer ruimte en erkenning en ik heb me enorm kunnen ontwikkelen. Het was een slijpsteen voor de geest.’

Wat ga je nu doen?

‘Ik ben 61 en wil graag patiënten blijven zien, maar wel vanuit een seniorrol, als supervisor. Daarnaast wil ik onderzoek begeleiden en een rol spelen in de ontwikkeling van methodieken. Agressie-incidenten zijn bijvoorbeeld heel ingrijpend, ook voor behandelaren. We weten dat burn out-klachten eraan zijn gerelateerd. We gaan nu kijken of een aanpak uit de gehandicaptenzorg helpt om die incidenten te verminderen. Misschien leidt dat ook tot minder automutilatie en suïcide. Laten we kijken of het werkt!’

Jeanet Nieuwenhuis, A blind spot? Screening for mild intellectual disabilities and borderline intellectual functioning in psychiatric patients in specialized mental health care in the Netherlands: prevalence and associations. Erasmus Universiteit Rotterdam. Promotoren waren Niels Mulder, Henk Nijman (overleden) en Peter Lepping.

Dit artikel komt uit eerste editie van 2023 van Markant, het tijdschrift van de VGN.

Lees ook onze interviews met andere promovendi.

Wil je meer weten of heb je vragen of opmerkingen?

Neem contact op met Johan de Koning
Telefoonnummer
06-53358421