Zinzia is rookvrij: ‘We hebben de niet-rokers een stem gegeven, dat werkt’
Ouderenzorgaanbieder Zinzia is sinds een jaar rookvrij. De organisatie bereikte dat door te focussen op het positieve én door een pragmatische aanpak. Bestuurssecretaris Linda Myszk: ‘Eigenlijk elk probleem is op te lossen’. Zinzia deelt haar geleerde lessen, die ook in de gehandicaptenzorg toepasbaar zijn.
‘Roken is niet meer van deze tijd, dus ook Zinzia wordt rookvrij’, zei de bestuurder van Zinzia ruim een jaar geleden. Medewerkers hebben recht op een gezonde werkomgeving en bewoners om een fijne leefomgeving. Sowieso is frisse lucht voor iedereen beter. Myszka: ‘Daar konden we als MT snel achter staan. En dus zijn we aan de slag gegaan. Eerst door met de OR, CR en CCR te praten over het idee. Die waren meteen vóór. Dat heeft er denk ik ook mee te maken, dat de meerderheid van de medewerkers en cliënten niet rookt, en er wél overlast van ervaart. Die meerderheid gaven we een stem. Als je dat als uitgangspunt neemt, is er heel veel mogelijk.’
Wanneer en waar
De volgende stap was om het beleid op papier te zetten. Ook dat was niet heel ingewikkeld. ‘Uiteindelijk komt het neer op bepalen wanneer en waar allemaal niet gerookt mag worden en wat er gebeurt als je dat wel doet.’ De wanneer was simpel: niet onder werktijd. De waar was iets ingewikkelder. ‘In principe zeg je: niet op het terrein. Maar we hebben twee locaties waarbij dat lastig is. De ene locatie staat pal aan de dorpsstraat, de andere midden op een landgoed. Bij de eerste kun je dus in theorie een meter voor de voordeur roken, daar begint de openbare ruimte. Bij de tweede is de eigen tijd van je lunchpauze voorbij voordat je heen en weer kunt lopen naar de rand van ons terrein. Voor de dorpsstraat konden we alleen maar vriendelijk verzoeken om niet voor de deur te roken, op het landgoed hebben we een plek verderop aangewezen, uit het zicht. Dat pakt in de praktijk goed uit.’
Niet vragen, maar doen
De eerste echte les leerde Zinzia bij de uitvoering door een projectgroep. ‘We hadden een groep samengesteld met daarin alle relevante afdelingen om het beleid in de praktijk te brengen: HR voor medewerkers, behandelaren voor cliënten en facilitair voor de ruimtes en de rookvrijborden. We liepen er tegenaan dat we eerst een projectleider hadden die de opdracht steeds in twijfel trok. Kan dat eigenlijk wel, rookvrij worden? Wat nou als er geen bewoners meer bij ons willen wonen of personeel bij ons wil werken? Maar met ‘wat als’ kom je er niet. Je kunt zeggen: we gaan alle mogelijk scenario’s bedenken en oplossen, maar dat is eindeloos. Door te zeggen: over een jaar zijn we rookvrij en problemen die we tegenkomen lossen we pragmatisch op, kom je er wel. Elk probleem kun je oplossen, daarom zijn we aan de slag gegaan. Die nadruk op pragmatisch heeft er voor gezorgd dat we toch weer verder konden. Daarbij moet je in je achterhoofd houden dat de meerderheid van de cliënten en medewerkers niet rookt. Door daar de focus op te leggen en niet op de kleine groep die wel rookt, is er veel meer mogelijk.’
In de praktijk bleek het eigenlijk prima te gaan. Nieuwe medewerkers én cliënten krijgen te horen: we zijn hier rookvrij. Weet dat als je hier wilt komen. ‘Er zijn eigenlijk maar een paar cliënten door de mazen geglipt. Eentje die kwam revalideren vanuit het ziekenhuis en zei dat hij wilde stoppen. Dat is hem niet gelukt. Voor hem hebben we een maatwerkoplossing bedacht. Net zoals voor huidige cliënten die niet kunnen stoppen. Een volgende nieuwe cliënt vond het niet eerlijk dat hij dan niet zou mogen roken, en heeft alsnog toestemming gekregen.’
Werken aan cultuur
Dat laatste is een hardnekkige uitdaging, en de tweede les. ‘Het heeft te maken met cultuur. Het is in onze sector kennelijk lastig om elkaar aan te spreken en een lijn te trekken. De toestemming voor deze tweede cliënt had er niet moeten komen. Het aanspreken geldt ook voor medewerkers onderling. We zijn nu een jaar rookvrij. We hebben veel positief gecommuniceerd en nu gaan we naar de volgende fase, we gaan ook handhaven. Daarvoor hebben we de medewerkers nodig. Vooral in de avond- en weekeinddiensten zijn er minder leidinggevenden. Medewerkers moeten elkaar aanspreken en zeggen: ga jij het melden of doe ik dat? Niet om te klikken, maar omdat we met zijn alleen een gezonde omgeving willen. Het vraagt ook van de leidinggevenden dat ze vervolgens iets met die meldingen doen. Medewerkers moeten het gevoel hebben dat we dit samen doen, ook als zij bijvoorbeeld bezoekers aanspreken op ongewenst gedrag. Uiteindelijk wil je dat dit net zo vanzelfsprekend wordt als het dragen van een haarnetje in een chocoladefabriek, of het niet-dragen van sieraden in een ziekenhuis. Ook daar gaan we pragmatisch mee om. Zo doen we het gewoon.’
Balkons voor iedereen
Er is dus nog werk aan de winkel, maar er is ook heel veel gelukt. ‘De balkons bijvoorbeeld zijn weer gewoon plekken waar alle medewerkers en cliënten in de zomer lekker kunnen zitten, in plaats van verkapte rookplekken. En de ongelijkheid dat rokers meer pauzes hadden, is weg. Ons terrein is schoner, en bezoekers, medewerkers en cliënten hoeven niet meer door groepjes rokers te lopen als ze naar binnen willen. Daar is iedereen heel blij mee.’
Waarom en hoe werd Zinzia rookvrij?
Medewerkers hebben recht op een gezonde werkomgeving, cliënten op een gezonde leefomgeving. Dat is waarom Zinzia rookvrij wilde worden. De bestuurder nam het initiatief, het MT en een werkgroep pakten het op. Niet door eerst alle scenario’s uit te denken, maar door vooraf te zeggen: over een jaar zijn we rookvrij, problemen die we onderweg tegenkomen, lossen we pragmatisch op. Potentiële nieuwe medewerkers en cliënten krijgen bij de eerste kennismaking te horen dat Zinzia rookvrij is, er wordt positief gecommuniceerd én er wordt geïnvesteerd in handhaving en elkaar aanspreken.
Wat werkte goed in de aanpak van Zinzia?
- betrokkenheid en beslistheid vanuit bestuur en MT;
- helder beleid: wanneer en waar mag niet gerookt worden, en wat gebeurt er als je dat wel doet?
- de nadruk leggen op de meerderheid: dat zijn de mensen die níét roken, zij hebben recht op frisse lucht;
- een pragmatische aanpak: de wat-als vraag vermijden, en gewoon dóén.
Praktijkvoorbeelden van rookvrije zorg
VGN brengt praktijkvoorbeelden in beeld van organisaties die zijn gestart met het thema rookvrije zorg, zodat andere organisaties daar hun voordeel mee kunnen doen. Welke successen behaalden deze organisatie en wat zijn (of waren) knelpunten? Lees de praktijkvoorbeelden hier. Heb jij een praktijkvoorbeeld? Mail deze naar communicatie@vgn.nl.