VGN-congres: Psychiatrie en gehandicaptenzorg buigen empathisch naar elkaar toe
De scheiding van de psychiatrie en verstandelijk gehandicaptenzorg is een historische fout geweest. Gelukkig bewegen beide sectoren meer en meer naar elkaar toe in het belang van de cliënten, maar er is nog veel te winnen. Die conclusies kunnen we trekken na het online congres Psychiatrie in de gehandicaptenzorg, dat de VGN op donderdag 27 mei organiseerde.
De belangstelling voor het congres was met meer dan 700 deelnemers groot. Het blijkt een aansprekend thema, zowel waar het gaat om de verdieping van kennis over psychiatrische beelden als om hoe we de samenwerking tussen psychiatrie en gehandicaptenzorg kunnen verbeteren, leidde Frank Bluiminck, directeur van de VGN het congres in. Het was een congres met een afwisselend programma, ervaren sprekers, filmfragmenten en paneldiscussies. Dagvoorzitters waren Arno Willems, GZ-psycholoog en senior onderzoeker Koraal Kennis, en Jolanda Douma, onderzoekscoördinator Landelijk Kenniscentrum LVB. Alle bijdrages op het congres zijn gebundeld in het E-magazine Psychiatrie in de gehandicaptenzorg. Dit E-magazine is onder dit artikel te downloaden.
Laag IQ hoog risico
‘We weten dat mensen met een laag IQ een hoger risico hebben op het ontwikkelen van psychiatrische stoornissen’, gaf Bluiminck aan. ‘We zien een toename van het aantal mensen met een verstandelijke beperking en psychiatrische problematiek in de gehandicaptenzorg. Toch is er een scheiding tussen de geestelijke gezondheidszorg en de zorg aan mensen met een verstandelijke beperking. Was dit een historische vergissing?’
Berlijnse muur
Ja, vindt Jeanet Nieuwenhuis, onderzoeker en psychiater VGGNet. ‘Net als de Berlijnse Muur die een scheiding in deelstaten aanbracht: ook zo’n historische fout.’ Tijdens het congres sprak zij met Erik Boot, Arts voor Verstandelijk Gehadicapten (AVG) bij ‘s Heeren Loo, over psychiatrische ziektebeelden bij mensen met een verstandelijke beperking en omgekeerd, en over de gescheiden werelden van de geestelijke gezondheidszorg en de gehandicaptenzorg. Ook Boot vindt die scheiding raar. Hij benadrukt dat de problemen in de hersenen ook niet gescheiden zijn. ‘Er is niet een stukje in de hersenen voor psychische aandoeningen en een stukje voor verstandelijke beperkingen. We hebben te maken met het niet optimaal functioneren van de hersenen.’
Scheefgroei
Beiden pleitten daarom voor een nauwere samenwerking tussen de sectoren, want de cijfers liegen er niet om: 40% van de mensen met een licht verstandelijke beperking heeft een psychiatrische stoornis, tegenover 2,5% van de algemene bevolking. Daar komt nog eens 30% onderdiagnostiek bij, illustreert Boot op basis van literatuuronderzoek. ‘Herken je de problemen niet, dan ontneem je cliënten de juiste behandeling en kwaliteit van leven. Het is net als bij een gebroken been. Als je niet behandelt, groeien de botten heus weer aan elkaar. Maar wel scheef, met blijvende schade.’
Blinde vlek
Uit onderzoek van Nieuwenhuis naar de prevalentie van laagbegaafdheid in de psychiatrie blijkt dat gemiddeld bij vier op de tien patiënten het vermoeden bestaat van een licht verstandelijke beperking of zwakbegaafdheid. Ze constateert een ‘heel duidelijke blinde vlek in de geestelijke gezondheidszorg voor verstandelijke beperkingen en zwakbegaafdheid’. De consequentie: een verhoogde kans op onvrijwillige opname en gedwongen medicatie. Nieuwenhuis schetst de manier waarop dit vaak gaat. ‘Met de inzet van politie, gebruik van handboeien, platspuiten, het afgevoerd worden met de ambulance, separatie en gedwongen medicatie. Kortom: trauma’s voor het leven.’
Bereidheid en behoefte
Het goede nieuws is dat beide sectoren meer en meer naar elkaar toe buigen. Het Trimbos-instituut doet onderzoek naar de verbetering van de kennisinfrastructuur in de zorg voor mensen met psychiatrische problematiek die verblijven in een instelling voor mensen met een verstandelijke beperking. Het onderzoek richt zich op 86 zorginstellingen met in totaal 10.230 bewoners, waarvan naar schatting 3000 bewoners psychiatrische problemen hebben. Vrijwel alle instellingen (91%) werken op ad-hoc basis (extern) samen in de zorg voor bewoners met psychiatrische problematiek. Zeventig procent van de respondenten beoordeelt die samenwerking als voldoende tot goed, maar meer dan de helft noemt ook verbeterpunten zoals (aanvullende) scholing. De samenwerkingen die er zijn, zijn vaak beperkt tot individuele personen over en weer, want multidisciplinaire samenwerkingen worden belemmerd door financiële schotten tussen de domeinen, personeelskrapte en beperkte budgetruimte, aldus de respondenten. Toch is er een grote bereidheid en behoefte om samen te werken, concluderen de onderzoekers.
‘Kijk uit met psychiatriseren’
Hoe belangrijk die samenwerking in het belang van de cliënt is, werd duidelijk uit een driehoeksgesprek dat in de studio in Utrecht werd gevoerd door Elske Wendt, gedragsdeskundige bij Sherpa, Jacobine van der Bijl, AVG bij Sherpa en AnnePauline Cohen, psychiater bij Amerpoort/Sherpa. Zij bespraken een actuele casus van een jonge cliënt met een verstandelijke beperking, een autisme spectrum stoornis, hechtingsproblematiek vanwege haar adoptie en talloze ziekenhuisopnames, vanwege een hartafwijking. Omdat zij stemmen hoort, waaronder een boze meneer, is gestart met preventieve antipsychotica. Cohen adviseert dit nog eens goed te bekijken. ‘Kijk uit met psychiatriseren’, waarschuwt zij. ‘Het horen van stemmen is niet per definitie een psychose. Die fout wordt te vaak gemaakt in de gehandicaptenzorg. Het kan ook heel goed om het externaliseren van angst gaan. Kijk naar het totaalplaatje en bouw medicatie af als er geen aanwijzingen voor een psychose zijn (geweest). Die brengt alleen maar schade toe.’
'Wacht niet op bestuurders'
Tijdens het congres werd duidelijk dat de wil er is om meer samen te werken, maar hoe verder? Cohen heeft een paar ‘hoopvolle gedachtes’. ‘Ik wens de gehandicaptenzorg minder bescheidenheid toe. Wees trots op je eigen vakkennis en expertise. Tegelijkertijd wens ik de geestelijke gezondheidszorg juist meer bescheidenheid toe en meer nieuwsgierigheid naar de gehandicaptenzorg.’ Albert van Esterik, bestuursvoorzitter van GGz Centraal, herkent dat. ‘Ik denk dat we nog veel kunnen leren van de gehandicaptenzorg, bijvoorbeeld ten aanzien van begrijpelijke communicatie. Wat hierin helpt, is fysieke samenwerking.’ GGz Centraal en zorginstelling Amerpoort hebben die samenwerking alvast opgezocht, ondanks bestuurlijke uitdagingen, zoals financieringsschotten en wet- en regelgeving. ‘Het begint met de beeldvorming over en weer. Onderken elkaars kennis en expertise. Zoek elkaar op en stel vragen’, adviseert Paul Willems, bestuurder bij Amerpoort. Dat vindt Lydia Spaan - Liefting, GZ-psycholoog bij GGz Centraal ook: ‘Bel je collega. Wacht niet op een bestuurder of tot een casus te groot is geworden. Bel gewoon.’
Meer informatie
Van de geleverde bijdrages op het congres Psychiatrie in de gehandicaptenzorg ontwikkelde de VGN een E-magazine. U kunt dat onderstaand downloaden.