Onderzoek naar bespreekbaarheid van seksualiteit in de zorg
Om inzicht te kringen in wat er nodig is om de bespreekbaarheid van seksualiteit in de zorg te bevorderen, heeft Rutgers (het expertisecentrum voor seksualiteit) in opdracht van het ministerie van VWS een onderzoek uitgevoerd. Hierbij is gekeken naar de jeugdzorg, de huisartsenzorg en de gehandicaptenzorg. In alle onderzochte werkvelden is er sprake van handelingsverlegenheid in relatie tot het thema.
In dit artikel worden de belangrijkste uitkomsten voor de gehandicaptenzorg weergegeven. Het volledige rapport en de bijbehorende Kamerbrief zijn onderaan het artikel te vinden.
Aanleiding
Aanleiding van het onderzoek is het maatschappelijk probleem van seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld. In allerlei omgevingen komt dit voor, zoals op straat en in huiselijke kring. Het bespreekbaar maken van seksualiteit in de zorg tussen door professionals heeft zowel een preventieve als een signalerende functie. Het doorbreekt taboes en verlaagt de drempel voor cliënten om vragen of problemen aan te kaarten.
Ondanks dat verschillende instrumenten en interventies zijn ontwikkeld om het bespreekbaar maken van seksualiteit binnen de zorg te bevorderen en professionals daarbij te ondersteunen, blijkt dat het in de praktijk lastig is om het gesprek hierover daadwerkelijk te starten. Om inzicht te krijgen in wat nodig is om de bespreekbaarheid van seksualiteit binnen verschillende zorgsectoren te kunnen bevorderen, voerde Rutgers eind 2022 onderzoek uit. In dit onderzoek is gekeken naar de jeugdzorg, de huisartsenzorg en de gehandicaptenzorg. Dit omdat deze werkvelden in aanraking komen met doelgroepen die extra kwetsbaar zijn voor seksueel geweld.
Uitkomsten
In alle onderzochte werkvelden is er sprake van handelingsverlegenheid in relatie tot het thema. Het gevolg hiervan is dat seksualiteit onvoldoende besproken wordt. Omdat het voor patiënten, cliënten of bewoners zelf vaak erg moeilijk is hulpvragen ten aanzien van seksualiteit uit zichzelf ter sprake te brengen is het essentieel dat de zorg- of hulpverleners dit zelf proactief doet.
Kennis en kunde:
De zorgprofessional moet over de juiste kennis en kunde beschikken om het gesprek over seksualiteit comfortabel en proactief te kunnen voeren. Het gaat hier om technische kennis over seksuele gezondheid, ontwikkeling en dysfunctie, evenals de gespreksvoering erover en de behandel- en verwijsmogelijkheden. Opleidingen en nascholingen evenals tools die de kennis vergroten en handvatten bieden zijn belangrijke factoren in het verbeteren van de communicatie over seksualiteit in de zorg.
Attitude:
De zorgprofessional moet ook de juiste attitude hebben om de kennis op een proactieve en constructieve manier in te zetten. Het komt vaak voor dat seksualiteit slechts reactief besproken wordt in plaats van proactief. Dit hangt samen met het beeld van sommige zorgprofessionals van seksualiteit als een privé aangelegenheid. Ook lopen zorgprofessionals aan tegen het dilemma hun patiënten, cliënten of bewoners te willen beschermen, maar hen daardoor ook te beperken in hun seksuele vrijheid en ontwikkeling. Dit is met name het geval in de context van zorg voor minderjarigen en voor mensen met een verstandelijke beperking.
Veiligheid:
Veiligheid is een voorwaarde voor zorgprofessionals om seksualiteit comfortabel en proactief te kunnen bespreken. Het gevoel van veiligheid hangt samen met de eigen positionaliteit van de zorgprofessional, de angst voor secundaire traumatisering en de steun die zij ervaren van hun omgeving in het bespreken van seksualiteit.
Bestaande tools:
Verschillende zorgprofessionals erkennen het grote aanbod aan interventies, maar vinden het lastig concreet te krijgen welke zij moeten gebruiken om de juiste impact te maken. Sommigen geven aan dat de tools niet tegemoet komen aan hun behoeften. De eerste tekortkoming is dat er te weinig aandacht is voor inclusief werken (d.w.z. cultuursensitief, LHBTQIA+ sensitief, beperking sensitief) en aandacht voor de positieve seksuele ontwikkeling. Echter, gezien het al ruime aanbod waarbij zorgprofessionals aangeven slechts enkele daadwerkelijk te kennen en te gebruiken, lijkt het effectiever om diversiteit en positieve gezondheid beter in te bedden in de bestaande, gebruikte tools, dan om nieuwe aparte tools hiervoor te ontwikkelen. Daarnaast is er behoefte aan handvatten voor het gehele systeem van de cliënt, patiënt of bewoner. Met andere woorden: bij het bespreekbaar maken van seksualiteit moet verder gekeken worden naar verschillende actoren uit de omgeving van de persoon.
Wat er nog meer nodig is:
Tijd- en capaciteit tekort zijn structurele problemen. Maar als het gaat om het bespreken van seksualiteit in de zorg speelt er meer. Zorgprofessionals geven aan dat het ook een kwestie is van prioritering en taakopvatting. Betere toegankelijkheid van aanvullende zorg op het gebied van seksualiteit is ook van belang. Verwijzing naar de seksuoloog en seksverzorging worden niet vergoed. Mensen die geen aanvullende verzekering kunnen betalen, of mensen die niet zelf hun financiën beheren, zoals sommige mensen met een verstandelijke beperking, worden extra sterk geraakt door deze financiële drempel in toegang tot zorg.
Binnen zorgorganisaties zijn er vaak voortrekkers op de werkvloer die het thema seksualiteit op de agenda zetten. Zij kunnen door de organisatie gesteund worden door een actief en uitgesproken visie te formuleren op dit thema. Ook zijn deze voortrekkers erbij gebaat om deel uit te maken van een netwerk van andere zorgprofessionals die zich bezig houden met het thema voor het uitwisselen van ervaringen en kennis. Verder bevestigen zorgprofessionals het spanningsveld tussen het enerzijds willen beschermen van patiënten, cliënten en bewoners voor de negatieve kanten van seksualiteit en anderzijds het daardoor te sterk beperken van hun seksuele vrijheid, waardoor het beleven van seksueel plezier bemoeilijkt wordt en zij niet goed leren grenzen aan te geven.
Daarnaast speelt het spanningsveld tussen persoonlijke en professionele normen een rol, met name wanneer deze met elkaar in conflict zijn. Een organisatie of overheid kan proberen professionals te inspireren de professionele normen te aanvaarden. Het is ook van belang dat er wetgeving, richtlijnen en huisregels zijn waar naar gerefereerd kan worden.
Aanbevelingen
De aanbevelingen zijn geformuleerd op diverse niveau’s.
Maatschappelijk niveau: Investeren in het gesprek over seksualiteit via aandacht voor positieve aspecten van seksualiteit, zoals verliefdheid. En investeren in tijd en capaciteit in de zorg.
Beleidsniveau: wet- en regelgeving consistent en inclusief formuleren zodat zorgprofessionals daarop terug kunnen vallen. Bijvoorbeeld door seksualiteit als basis mensenrecht tot uiting te laten komen in beleid.
Organisatieniveau: formuleer een visie over seksualiteit in de zorg en draag deze uit. Moedig medewerkers aan bijvoorbeeld via taakomschrijving. Stimuleer deskundigheidsbevordering en kennisuitwisseling.
Onderwijs&curriculum: agendeer seksualiteit als onderwerp tijdens de opleiding als doorlopende leerlijn. En bevorder doelmatigheid van interventies, bijvoorbeeld via het verdiepen van bestaande interventies.