Aandacht in Kamer, maar blijft 5 voor 12 voor financiële situatie gehandicaptenzorg

Op 5 oktober was er een belangrijk commissiedebat over het Gehandicaptenbeleid in de Tweede Kamer. Voorafgaand aan dit debat, had de VGN de zorgwekkende financiële situatie in de gehandicaptenzorg onder de aandacht gebracht. Ondanks de dringende vragen van meerdere Kamerleden, met name over de tarieven voor de doelgroep VG7, deed minister Helder geen toezeggingen. Wel gingen de minister en Kamerleden in gesprek met de aanwezige moeders van kinderen met ernstige beperkingen die op de wachtlijst staan én waarbij het perspectief op passende zorg zorgelijk is.

Minister Helder in gesprek met betrokkenen debat gehandicaptenbeleid vws
Minister Conny Helder (midden) in gesprek met VGN-directeur Theo van Uum en 'mantel-moeders' van hun (volwassen) kinderen die een VG7-indicatie hebben en intensieve zorg en ondersteuning nodig hebben. Moeder Sabrina staat rechts.

De betrokkenheid tijdens het debat werd zeer gewaardeerd door de aanwezigen, waarbij de gehandicaptenzorg goed vertegenwoordigd was door onder andere VGN-directeur Theo van Uum, bezorgde ouders en ervaringsdeskundigen. Verschillende Kamerleden gingen tussen de vergadertermijnen in gesprek met de aanwezigen, waarna de gedeelde verhalen (waaronder het verhaal van moeder’ Sabrina) door Kamerleden genoemd werden in kritische vragen richting de Minister.  Toch was de uitkomst van het debat teleurstellend. De zorg en ondersteuning voor mensen blijft onder druk staan: de voorgenomen bezuinigingen gaan door.

Groepsfoto ervaringsdeskundigen en Kamerleden Harry Bevers, Lucille Werner,  Peter Kwint, Sjoerd Warmerdam
Ervaringsdeskundigen poseren met Kamerleden Harry Bevers, Lucille Werner, Peter Kwint en Sjoerd Warmerdam na afloop van het commissiedebat Gehandicaptenbeleid
Idman Nur (ervaringsdeskundige bij de LFB) en Theo van Uum in gesprek met Kamerlid Fleur Agema (midden)
Idman Nur (ervaringsdeskundige bij de LFB) en Theo van Uum in gesprek met Kamerlid Fleur Agema (midden)

Tarieven zijn te laag

De tarieven voor de VG7-doelgroep VG7 zijn ontoereikend, wat zorgaanbieders in de gehandicaptenzorg in de financiële problemen brengt. Hierdoor moeten ze kiezen om cliënten met een VG7-indicatie niet meer op te nemen. De wachtlijsten voor deze groep nemen toe en kunnen zelfs oplopen tot 15 jaar. Voor ouders en verwanten is het vaak niet duidelijk waar dan wel plek beschikbaar is. Dit ontbreken van perspectief is frustrerend en legt een zware last op ouders, soms met volwassen kinderen, die zij zelf ook fysiek nauwelijks meer kunnen ondersteunen. Verschillende Kamerleden vroegen de Minister wat zij van plan is om deze situatie te verbeteren.

Geen nieuwe toezeggingen

Hoewel de minister het ook zorgelijk vindt dat er niet voldoende plekken zijn, herhaalde zij eerdere toezeggingen. In 2023 en 2024 worden er extra middelen beschikbaar gesteld voor de VG7-doelgroep. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) zal in 2025 nieuwe tarieven introduceren, gebaseerd op kostprijsonderzoek. Daarnaast heeft de minister de meerjarenkorting voor 2024 ingetrokken en hebben zorgkantoren het richttarief verhoogd. Voor het begrotingsjaar 2024 zijn dit de stappen die worden gezet; toekomstige jaren zullen afhankelijk zijn van een nieuw kabinet.

Daarnaast benadrukte de minister dat zorgkantoren een verantwoordelijkheid hebben om binnen een redelijke wachttijd met passende oplossingen te komen. Zij hebben ook het overzicht van beschikbare plekken.  

Krappe arbeidsmarkt

De minister erkent dat er sprake is van een krappe arbeidsmarkt in de gehandicaptenzorg, waarbij veel gebruik wordt gemaakt van flexibel personeel en ZZP'ers. Ze roept de zorgaanbieders op tot regionale samenwerking en afspraken om de kosten daarvan binnen de perken te houden. Ze verwees naar de eigen verantwoordelijkheid van werkgevers voor de kosten van de CAO, de overheid faciliteert deze met de OVA, maar gaat niet over de hoogte van de salarissen. 

Meerjarige nationale strategie voor mensen met een handicap

De politieke partijen zijn blij met de meerjarige nationale strategie waarin eindelijk integraal wordt gekeken naar wat er nodig is voor een gelijkwaardige positie en participatie van mensen met een beperking in de samenleving. Maar waarom wordt in het plan het jaar 2040 genoemd als streven voor inclusieve samenleving? En niet al veel eerder? Lucille Werner (CDA) voelt ongeduld en dringt namens 2 miljoen mensen met een beperking aan op meer urgentie en daadkracht om het leven en de positie van mensen met een beperking te verbeteren. Zij pleit er ook voor dat alle ministeries actief bijdragen aan de strategie, aangezien het niet alleen om zorg gaat (VWS), maar ook om mensenrechten en emancipatie. Hierdoor zou de implementatie van het VN-verdrag Handicap beter passen bij de ministeries van Binnenlandse Zaken of Sociale Zaken.

De minister belooft dat zij uiterlijk begin 2024 de strategie, inclusief een aanzet tot werkagenda, aan de Kamer zal sturen. Ook geeft ze aan dat de wetgeving voor ratificatie facultatief protocol voor de zomer wordt ingediend bij de Tweede Kamer. Het facultatief protocol bij het VN-verdrag Handicap bepaalt dat je als individu of als belangengroep bij het VN Comité een klacht kunt indienen als de overheid in jouw land zich niet aan het verdrag houdt. 

Groepsfoto debat gehandicaptenbeleid
Deel van de betrokken medewerkers, verwanten en ervaringsdeskundigen uit de gehandicaptenzorg die aanwezig waren bij het VWS Commissiedebat Gehandicaptenbeleid, die tussen de vergadertermijnen en na afloop met Kamerleden en de Minister in gesprek gingen.

Wil je meer weten of heb je vragen of opmerkingen?

Neem contact op met Dianne van der Veen
Telefoonnummer
06-41284280
Dianne van der Veen