Ipse de Bruggen, ’s Heeren Loo en Trajectum starten consortium voor onderzoek naar 'Fysieke Leefomgeving'
Ipse de Bruggen, ’s Heeren Loo en Trajectum zijn een consortium gestart om onderzoek te doen naar het effect van de fysieke leefomgeving op volwassenen met een verstandelijke beperking en Moeilijk Verstaanbaar Gedrag (MVG) die wonen bij een zorgorganisatie. Er is toenemende bewustwording van de invloed van de fysieke omgeving op het welzijn van cliënten en medewerkers. Het ontbreekt echter aan wetenschappelijke kennis om in de fysieke omgeving de juiste keuzes te kunnen maken. Hierdoor groeide de ambitie van de drie zorgorganisaties om te investeren in wetenschappelijk onderzoek en de opgedane kennis te delen. Samen met de Hogeschool Utrecht is het programma ‘Onderzoek Fysieke Leefomgeving’ opgesteld.
Huidige uitdagingen in de leefomgeving
De fysieke leefomgeving van volwassenen met een verstandelijke beperking en MVG heeft vaak zijn frisheid verloren. De leefruimtes zijn efficiënt ingericht om makkelijk schoon te houden. Gedragsproblemen kunnen ertoe leiden dat harde, robuuste materialen worden gebruikt en weinig “eigen” spullen aanwezig zijn. En de cliënten hebben vaak maar beperkt invloed op de omgeving waarin zij wonen.
Ontwikkeling en innovatie in zorgomgevingen
Vanuit een visie op goede zorg en op basis van ervaringskennis ontwikkelen we op dit moment nieuwbouw en richten we bestaande woningen opnieuw in. Door onderzoek te doen, vergroten de partijen gefundeerde kennis over elementen die bijdragen aan een positieve leef- en werkomgeving. Dergelijke kennis is vanuit andere zorgsectoren (ziekenhuizen, ouderenzorg) beschikbaar, maar niet altijd één op één te vertalen naar de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Het Consortium wil met het programma voor wetenschappelijk onderzoek naar de fysieke leefomgeving van mensen met een verstandelijke beperking en MVG voorzien in de kennisbehoefte.
Impact van omgevingsfactoren op welzijn en werkplezier
Impact van fysieke leefomgeving op cliënten EN medewerkers De betrokken organisaties denken dat de fysieke leefomgeving niet alleen impact heeft op het welzijn van de cliënten, maar ook op het werkplezier en de veiligheidsbeleving van medewerkers. Het werken met deze cliëntgroep is intensief. Medewerkers zijn continu alert omdat het risico op escalerend gedrag van cliënten voortdurend aan de orde is. Werken in een prettige, huiselijke omgeving waarin professionals zich veilig kunnen voelen is niet alleen belangrijk voor de werkbeleving, maar zal vermoedelijk ook zijn weerslag hebben op het gedrag van de cliënten. Maar ook deze veronderstelling vraagt om nader wetenschappelijk onderzoek.
Toekomstvisie en leiderschapsinzichten
Jan van Hoek, voorzitter Raad van Bestuur Ipse de Bruggen: ‘Ik ben trots op deze samenwerking. Hierdoor kunnen we gezamenlijk verder onderzoeken welke kenmerken van de fysieke omgeving ondersteunen in het bieden van goede zorg en het welbevinden van de cliënten. Dit past bij onze visie dat we Moeilijk Verstaanbaar Gedrag (MVG) zien als een reactie op de context, waarvan fysieke leefomgeving onderdeel uitmaakt. Onderzoek helpt inzichtelijk te maken wat deze werkzame elementen zijn opdat andere zorgorganisaties hier ook profijt van kunnen hebben.’
Het belang van samenwerking en onderzoek
Ernst Klunder, voorzitter Raad van Bestuur ’s Heeren Loo: ‘Deze samenwerking sluit naadloos aan bij de 3 beloftes van ’s Heeren Loo: Goed leven voor onze cliënten, Mooi werk voor onze medewerkers en een Duurzaam gezonde organisatie. Het is goed om gezamenlijk de kennis rond deze groep mensen verder te vergroten en ook voor onze collega's beschikbaar te maken.’
Suzanne Leijendekkers, lid Raad van Bestuur Trajectum: ‘In het hart van onze aanpak ligt de overtuiging dat de fysieke omgeving een cruciale rol speelt in het welzijn van onze cliënten en van onze collega’s. Ik geloof sterk in de kracht van samenwerking. Door ons gezamenlijk te verdiepen in wetenschappelijk onderzoek streven we ernaar om niet alleen de kwaliteit van de zorg te verbeteren, maar ook een omgeving te creëren waarin zowel cliënten als medewerkers zich optimaal kunnen ontplooien.’