Suzanne Derks: ‘Als iemand hoog in zijn emoties zit, kun je ‘Jij en Ik’ gaan spelen’
Kan iemand met een licht verstandelijke beperking de vaardigheden die je nodig hebt in sociale relaties trainen met behulp van een serious game? Deels, blijkt uit onderzoek van Suzanne Derks. En misschien nog meer als je de game samen met een begeleider speelt.

1. Waarom dit onderzoek?
‘Mensen met een licht verstandelijke beperking vinden het vaak moeilijk om sociale relaties aan te gaan. Hoe ga je er bijvoorbeeld mee om als iemand boos op je wordt? Wat doet het met jou? En hoe zorg je ervoor dat het niet escaleert? Essentieel bij het maken van vrienden is dat je elkaar kunt lezen, dat je je kunt inleven en empathie toont. Belangrijk daarbij zijn sociaal-cognitieve vaardigheden als mentaliseren en stressregulatie. Want als je hoog in je stress zit, dan is het moeilijker om emoties goed te herkennen. We, mijn (co-)promotoren en ik, wilden weten of we mensen met een licht verstandelijke beperking daar door middel van technologie bij kunnen helpen. Als interventie kozen we voor een serious game, ‘Jij en Ik’. Dat is speelser dan bestaande interventies en kost minder tijd.’
2. Wat is de conclusie?
‘Eerst moesten we een goed instrument ontwikkelen om het mentaliseren te meten. We hebben een bestaande vragenlijst aangepast, door er - naast vragen over hoe je jezelf voelt - ook vragen aan toe te voegen over hoe je denkt dat de ander zich voelt. En wat betreft de game: de mensen die ‘Jij en Ik’ hadden gespeeld rapporteerden een lagere mate van stress. Waarschijnlijk doordat ze leren dat er helpende gedachten zijn, dat je soms beter tot tien kunt tellen, of met iemand kan praten. De game heeft acht levels waarin ze een personage volgen die in situaties belandt waarin emoties lastig zijn te duiden, of er stress ontstaat. Daarover beantwoorden ze vragen, maar ze doen ook spelletjes zoals emotie-memory, waarin je gezichtsuitdrukkingen koppelt aan emoties. De inhoud is bedacht samen met co-onderzoekers, ervaringsdeskundigen met een licht verstandelijke beperking.
Voor mentaliseren vonden we helaas geen echte verschillen tussen de controlegroep en de experimentele groep. Misschien hebben we met behulp van de vragenlijst niet goed kunnen meten of dat vermogen verbetert, omdat die meer gericht is op een internaliserende vorm van mentaliseren, in plaats van dat je je er bijvoorbeeld bewust van wordt dat je iemand kunt vragen hoe hij zich voelt. Of misschien hadden we dit op een later moment nog een keer moeten meten bij de interventiegroep waarbij het stressniveau was gedaald. Of mentaliseren moet op een andere manier getraind worden. Misschien moet je het juist samen met een begeleider spelen, want mentaliseren gaat over sociale interactie.
3. Wat betekent dit voor de praktijk?
‘Cliënten blijken ‘Jij en Ik’ te waarderen. Al voordat de game vrij beschikbaar kwam, kwamen we in contact met een begeleider die het wilde gebruiken en de ervaringen wilde bijhouden. Daaruit blijkt dat als ze het samen spelen de cliënt en zijn begeleider elkaar beter leren kennen. Ze staan samen ook in het dagelijks leven stil bij wat er gebeurt: wat gaat er nu in je hoofd om, lijkt dat op wat er gebeurde met Mo – het personage in de game? Met cliënten die soms heel hoog in hun emoties zitten en dan niet goed meer kunnen nadenken, zou ik zeker adviseren om ‘Jij en Ik’ te gaan spelen. De game is laagdrempelig, een level duurt een half uur tot drie kwartier om uit te spelen.’
4. Hoe was het om dit onderzoek te doen?
‘Ik deed het onderzoek binnen Academische Werkplaats Affect-us, een samenwerking van de Vrije Universiteit Amsterdam, Bartiméus, Ons Tweede Thuis en sinds kort ook Odion. Ik vond het heel leuk om samen te werken met ervaringsdeskundigen en collega’s uit de praktijk: begeleiders en orthopedagogen. Vaak zijn zij juist de deskundigen.
Maar het was ook intensief, vooral het opzetten van een RCT, een randomized controlled trial, met een experimentele groep, die de game binnen de onderzoeksperiode speelt, en een controlegroep, die de game niet binnen de onderzoeksperiode speelt. Met behulp van de vragenlijsten kun je die groepen vergelijken. Maar de dataverzameling kost veel tijd, ook omdat we best een grote groep hadden: uiteindelijk 159 deelnemers. Daarna komt de data-analyse en voordat je er iets over kunt vertellen moeten de resultaten eigenlijk ook gepubliceerd zijn in een artikel. Dat schuurt, omdat de praktijk eigenlijk zit te wachten op bruikbare tools.’
5. Wat ga je nu doen?
‘Ik ben nu universitair docent aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Naast mijn onderzoek ben ik betrokken bij de co-onderzoekers waarmee we samenwerken binnen de academische werkplaats. Ook doe ik ook veel aan de coördinatie van het onderwijs en zelf geef ik colleges over methodologie. Studenten die werken aan hun master these werken bij ons ook mee in projecten. We zijn nu bezig met de publicatie van het artikel met de resultaten van e groep volwassenen met een licht verstandelijke beperking die de game samen met hun begeleider hebben gespeeld. Na mijn zwangerschapsverlof zou ik graag aan de slag gaan met een serious game speciaal voor kinderen met een licht verstandelijke beperking.’
Suzanne Derks, You & I. Mentalizing and stress regulation of people with mild to borderline intellectual disabilities: Skill assessment and effects of serious games. Vrije Universiteit 2024.
Dit artikel komt uit de eerste editie van 2025 van Markant, het tijdschrift van de VGN.
Lees ook onze interviews met andere promovendi.