Veranderende rol Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd: pas toe of leg uit

De rol van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) verandert mee met de dynamiek in de gehandicaptenzorg. Hoe kijkt de IGJ zelf naar deze transitie? En hoe ervaren zorgaanbieders zoals Philadelphia deze ontwikkeling?

Veranderingen IGJ - illustratie Sylvia Weve
Illustratie Sylvia Weve

Voldoet de zorg aan wat het werkveld en de wet bepalen?

Als senior inspecteur bij het team risicogestuurd toezicht gehandicaptenzorg, bezoekt Mariëtte den Otter zorgaanbieders om toezicht te houden op de kwaliteit en veiligheid van de zorg. De IGJ heeft een team van 25 inspecteurs, die toezicht houden op de gehandicaptenzorg. Er zijn ruim zevenduizend zorgaanbieders in de gehandicaptenzorg. Dat betekent dus dat de inspectie scherpe keuzes moet maken in het toezicht.

De inspecteurs doen hun werk aan de hand van het toetsingskader gehandicaptenzorg. Dat is gebaseerd op wetten, regels en veldnormen, waaronder het Kwaliteitskompas van de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland, legt Den Otter uit. ‘Daarmee toetst de inspectie of de zorg voldoet aan dat wat het werkveld en de wet bepaald hebben.’ Ze gaat onder meer in gesprek met cliënten, verwanten, medewerkers en bestuurders. Ook voert zij gesprekken met bestuurders over ontwikkelingen in het veld. De IGJ doet ook thematisch toezicht, waarbij er actuele thema’s uitgelicht worden, zoals zorgtechnologie of complexe zorg.

Pas toe of leg uit

Wanneer zorgaanbieders afwijken van kwaliteitsnormen, hanteert de inspectie het principe ‘pas toe of leg uit’: houd je aan de regels of leg eventuele afwijkingen goed uit. ‘Het veld verandert, dus moet ook het toezicht veranderen’, vertelt Den Otter. ‘We toetsen, maar gaan hierover ook in gesprek met zorgaanbieders. De zorg moet persoonsgericht, veilig en verantwoord blijven. Zorgaanbieders moeten daarom goed kunnen uitleggen hoe zij tot hun keuze zijn gekomen. We luisteren hoe zorgaanbieders dit doen en betrekken die informatie bij ons oordeel. In de rapportage van een bezoek geven we aan in welke mate de zorgaanbieder voldoet aan de normen. Daarbij gebruiken we beoordelingskleuren van groen naar rood. De keuze voor de beoordeling onderbouwen we in ons rapport. Als we zorgen hebben over de kwaliteit en of de veiligheid, dan bespreken we hoe de zorgaanbieder de situatie gaat verbeteren.’

Andere kaders

Of er nu wel of niet ruimte is voor uitleg en gesprek, het blijft een feit dat het wat doet met mensen, als de inspectie langskomt, zegt Saskia Baas, voorzitter van de raad van bestuur van Philadelphia. ‘Je ligt als organisatie voor je gevoel onder een vergrootglas. Dat geeft stress.’ Maar ze heeft het liever over urgentere kwesties. 

De eerste is de sterk veranderende context in de gehandicaptenzorg, nu zorg en ondersteuning fundamenteel anders ingericht gaan worden. In het proces waarin de inzet van technologie en het informele netwerk een grotere rol krijgen en zorg vaker geleverd wordt samen met ketenpartners, ontstaan nieuwe risico’s. Ze zou willen dat de inspectie haar ‘aan de voorkant’ kon helpen bij het managen van die veranderingen, niet pas achteraf. Volgens haar zijn er andere kaders nodig voor het toezicht. Maar, zegt Den Otter: het veranderen van de kaders is niet de rol van de inspectie. ‘Het zijn de veldpartijen die met elkaar bepalen of en hoe normen, protocollen en kwaliteitskaders veranderen. De IGJ beweegt mee met die veranderingen in het veld.’

‘'Het is belangrijk om samen op te trekken. Ook omdat er een moment kan komen dat organisaties door een ondergrens voor de kwaliteit van zorg dreigen te zakken.' ’

Mariëtte den Otter - senior inspecteur IGJ

Samen bouwen

Dat brengt Baas bij een andere kwestie. Zorgaanbieders worden waar het misgaat volgens haar te makkelijk door de samenleving neergesabeld. De inspectie kan daarbij een verzachtende rol spelen. ‘In plaats van ‘we gaan intensief toezicht houden’ kun je ook zeggen: ‘we gaan samen kijken hoe het zo ver heeft kunnen komen en daarvan leren’. Volgens Den Otter gebeurt dat al. ‘De inspectie werkt bij voorkeur vanuit vertrouwen. Mijn ervaring is dat je heel goed samen kunt bouwen aan verbetering. Ik voer gesprekken en stimuleer. De inspectie gaat nooit op pad met een schuldvraag. Maar soms blijkt dat er toch opzet in het spel is. Zo hebben we te maken met (diploma-)fraude, criminele praktijken en slechte kwaliteit van zorg. De inspectie kiest alleen voor een juridische maatregel zoals een aanwijzing of bevel als er geen vertrouwen meer is in het verbetervermogen van de zorgaanbieder.’

Risicobereidheid

Ook een puzzel: wat is de rol van het toezicht door de inspectie nu de nadruk in de gehandicaptenzorg verschuift van zorg naar ‘het gewone leven’? Regels die in de intramurale zorgsettingen nuttig en noodzakelijk zijn, zijn dat in een woonomgeving soms niet of minder. ‘Kijkt er bij jou iemand mee als je een pilletje neemt?’, vraagt Baas retorisch. ‘En wat doet de inspectie als ze ziet dat het in de kamer van een cliënt minder schoon is dan gemiddeld? Spoel je thuis ook met vaste regelmaat de kranen door? In hoeverre staan we het gewone leven toe?’

De risicobereidheid in de sector wordt op de proef gesteld. Dat geldt ook voor de inzet van technologie. Zorgverleners zijn niet altijd meer fysiek op de locatie van cliënten aanwezig. Cliënten worden bijvoorbeeld ’s nachts op afstand bewaakt door middel van een uitluistersysteem. ‘Ook dan is en blijft veiligheid de verantwoordelijkheid van de zorgaanbieder’, zegt Den Otter. ‘Risico’s moeten in beeld zijn en zorgvuldig onderzocht.’ 

Ook in de informele zorg kan het schuren. Baas geeft als voorbeeld: ‘Stel, een cliënt gaat met een vrijwilliger fietsen, valt van zijn fiets en breekt een arm.’ ‘Dat kan gebeuren’, reageert Den Otter. ‘Dan vragen wij als inspectie: hebben jullie de mogelijke risico’s van het fietsen vooraf afgestemd met de wettelijk vertegenwoordigers van de cliënt?’ Heb je samen afgesproken: dat risico nemen we, omdat de cliënt enorm veel plezier heeft in fietsen? Dat noemen wij dan een gewogen risico.’

Gesprekken

Inmiddels zijn er zóveel naasten en vrijwilligers betrokken, dat het ondoenlijk is om alles af te stemmen, zegt Baas. ‘Het wordt steeds complexer om alles af te dekken. Op een van onze locaties hebben we bijvoorbeeld geregeld dat een groep vrijwilligers elke vrijdagmiddag activiteiten organiseert voor alle bewoners. Dat ga je niet wekelijks met de familie afstemmen. Het wordt haast ondoenlijk om alle risico’s in protocollen en dossiers vast te leggen.’ Hoog tijd dus dat de veldnormen daarop worden aangepast, vindt zij. ‘Die gesprekken lopen wel, maar de werkelijkheid haalt ons in.’

Meer informatie over de IGJ

  • De inspectie richt zich in het toezicht steeds meer op zorgnetwerken en samenwerking in de zorg. Voorbeeld daarvan specifiek in de gehandicaptenzorg is het netwerktoezicht LVB in de regio’s Enschede en Zwolle 
  • Veel organisaties hebben vragen over de mogelijkheden en verantwoordelijkheden van de inzet van mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg. In het webdossier inzet personeel in de zorg geeft de inspectie duidelijkheid en tips.
  • Wil je meer weten over de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en het toezicht in de gehandicaptenzorg? Kijk op de website of neem contact op.

Dit artikel komt uit de eerste editie van 2025 van Markant, het tijdschrift van de VGN.

 

Wil je meer weten of heb je vragen of opmerkingen?

Neem contact op met Ronella Bleijenburg
Telefoonnummer
06-51178620

Deze pagina is een onderdeel van