Schrijver en vader Bert Natter kan niet lachen om nieuwe roman van Erik Vlaminck over gehandicaptenzorg
Schrijver Erik Vlaminck wordt geroemd om zijn zwarte humor. Maar Bert Natter kan niet lachen om zijn nieuwe roman, 'Iconen', die speelt tegen de achtergrond van misstanden in de gehandicaptenzorg in de jaren zeventig. De vader (van een dochter met een beperking) zit hem daarvoor in de weg.
Lezer, schrijver vader
Ik zou literatuur het liefst louter benaderen als lezer, maar aangezien ik al meer dan vijftien jaar romans publiceer, ontkom ik er niet aan dat er vaak een schrijver met me meekijkt. En als een boek over gehandicapte mensen gaat, ben ik ook nog eens de vader van een dochter met een beperking.
Erik Vlaminck staat bekend om maatschappelijke betrokkenheid
Mijn innerlijke schrijver en vader zaten mij in de weg toen ik Iconen las, de laatste roman van Erik Vlaminck (1954), een auteur die bekendstaat om zijn maatschappelijke betrokkenheid. Ook in deze roman geeft hij blijk van zijn engagement, want dit verhaal wordt verteld tegen de achtergrond van misstanden in de gehandicaptenzorg halverwege de jaren zeventig.
Mensen met een beperking weggestopt in een gesloten instelling
Vijftig jaar geleden was het heel gewoon dat kinderen met een beperking door de familie werden weggestopt in een gesloten instelling voor psychiatrisch patiënten, waar ze nauwelijks als mensen werden beschouwd, volgepropt werden met pillen, ze nooit buiten kwamen en soms aan hun bed vastgebonden in eenzaamheid, pijn en vernedering hun jaren sleten, terwijl niemand naar ze omkeek en geen begeleider een poging deed ze te begrijpen. Kwaadwillenden konden makkelijk misbruik maken van het anonieme isolement waarin deze mensen met psychische problemen of een verstandelijke beperking verkeerden.
Hoofdpersoon van ‘Iconen’ is een zelfzuchtige eenling
Een voorbeeld van een dergelijke slechterik in Iconen is het personage dat het grootste deel van het verhaal vertelt. Deze Guido Schrauwen is een zelfzuchtige eenling, die vooral compassie met zichzelf lijkt te hebben. Het feit dat hij in zekere zin zelf een verschoppeling is, mag wellicht als verzachtende omstandigheid gelden. Wanneer de kleine Guido alleen thuis is, trekt hij het liefst de mooiste kleren van zijn moeder aan.
Broeder Medard doet de administratie
Eenmaal volwassen treedt hij in bij een kloostergemeenschap die zich toelegt op ziekenzorg, waar hij de administratie gaat doen. Tot zijn verdriet krijgt hij de naam broeder Medard toegewezen, naar de heilige Medardus, schutspatroon van landbouwers, bierbrouwers en paraplumakers. Het wordt in Iconen niet genoemd, maar hij is ook de heilige van de gevangenen en psychiatrisch patiënten.
Hemeltergende omstandigheden op zaal 9
Onze broeder Medard is echter bepaald geen heilige voor de mensen die in de instelling zitten opgesloten. Als ‘broeder econoom’ is hij de curator van de wilsonbekwamen die zich onder hemeltergende omstandigheden op zaal 9 van het Sint-Anastasiusziekenhuis bevinden.
Mensen krijgen niet eens fatsoenlijke kleren
Een pas afgestudeerde verpleegster, volgens Medard ‘een soort hippie’, doet pogingen het leven in zaal 9 menswaardig te maken. Het verbaast haar dat er ‘geen enkel plan van aanpak’ bestaat en dat de patiënten niet eens fatsoenlijke kleren hebben: ‘Uiteraard hebben ze weinig besef en kennen ze geen schaamte. Maar moeten ze daarom met alleen een vies hemd om het lichaam de dag doorbrengen?’
Roman leest als een variant op de whodunnit
Haar stem en bijvoorbeeld die van de broer van een van de patiënten in de instelling, vind ik de sterkste kant van deze roman, maar ik schreef al dat de misstanden de achtergrond vormen van het verhaal. Op de voorgrond draait alles om broeder Medard, die verplegers die zich om het lot van de patiënten bekommeren alleen ziet als bedreiging van de status quo die hem — ik zal niet verklappen hoe — profijt oplevert. Zijn langzaam onthulde malversaties zorgen ervoor dat het boek gaandeweg leest als een variant op de whodunnit. In dit geval draait het dan niet om wie het heeft gedaan, maar wat hij precies heeft gedaan.
De mensen om wie het gaat zijn bijfiguren
Dat is jammer (vindt de schrijver in mij), want daardoor gebeurt een beetje waar het boek zelf voor waarschuwt: de mensen om wie het gaat, zijn niet meer dan bijfiguren in het verhaal van een ander.
‘Ik heb niet om dit boek kunnen lachen’
Vlaminck wordt geroemd om zijn zwarte humor, maar ik heb niet om dit boek kunnen lachen. Dat zal ermee te maken hebben dat ik het als vader van een dochter met een beperking moeilijk vind om een boek als dit te lezen, waarin bijna terloops een beeld wordt geschetst van de wrede, onbarmhartige wereld waar mijn dochter ook in terecht had kunnen komen, ware ze enkele decennia eerder geboren geweest.
Informatie
Schrijver Bert Natter, zelf vader van een dochter met een beperking, schrijft een serie blogs over roman waarin mensen met een beperking voorkomen.
In het meinummer 2023 van Markant verscheen een interview met Bert Natter
Erik Vlaminck, Iconen, uitgeverij Vrijdag, 2023.