Opname handicap in artikel 1 van de Grondwet: 'De fout is hersteld'
Boris van der Ham, voormalig Tweede Kamerlid (D66) en huidig voorzitter van de VGN, schreef in 2010 het initiatiefwetsvoorstel om artikel 1 van de Grondwet te wijzigen. Zijn voorstel was om handicap en seksuele gerichtheid toe te voegen aan dit artikel als verboden grond om te discrimineren. In dit blog schrijft hij over het belang van die wijziging die in 2023, twaalf jaar later, eindelijk van kracht werd.
Handicap in de Grondwet
Daar zat ik op een middag in 2010 met een grote koptelefoon op mijn hoofd in café Koosje tegenover dierentuin Artis in Amsterdam. Met afwisselend Bach en Armin van Buuren in mijn oren (muziek waarbij ik me goed kan concentreren) legde ik toen nog als Tweede Kamerlid de laatste hand aan het initiatiefwetsvoorstel om artikel 1 van de grondwet te wijzigen. Op dit moment wordt in dat artikel expliciet het verbod genoemd op discriminatie op grond van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras en geslacht. Mijn voorstel was om daar ook ‘handicap’ en ‘seksuele gerichtheid’ aan toe te voegen
Schrijver, indiener en voorzitter
De radartjes van het politieke bedrijf lopen soms uiterst traag, dus zo kwam het dat ik twaalf jaar later, in december 2022, pas het slotdebat over deze initiatiefwet meemaakte. Ik ben inmiddels al meer dan tien jaar uit de politiek en nieuwe Kamerleden hebben de wet op zich genomen. Vanaf de publieke tribune van de Eerste Kamer keek ik naar het debat. Ik zat er natuurlijk in de eerste plaats als de oorspronkelijke schrijver en indiener van het voorstel, maar inmiddels ook als voorzitter van de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland.
Gelijke behandeling als regel
Tijdens dat debat waren de meeste partijen het eens over het toevoegen van handicap en seksuele geaardheid aan artikel 1. Er waren ook tegengeluiden: ‘Waarom staan al die gronden eigenlijk expliciet benoemd in de grondwet?’, vroegen sommige Kamerleden en opiniemakers zich af. ‘Discriminatie moet toch altijd verboden zijn?’ Zij stelden voor om de nieuwe gronden dus niet toe te voegen, en ook de huidige gronden te schrappen. Hoewel op papier dat helemaal geen onredelijke redeneertrant is, laat het debat rond deze grondwetswijziging al zien hoe belangrijk het is om die gronden juist wel expliciet te benoemen. En al zeker handicap.
Mensen met een handicap worden domweg vergeten
Alleen al het feit dat de media tijdens het debat in de Eerste Kamer eigenlijk vooral aandacht hadden voor de grond seksuele gerichtheid, is zo’n voorbeeld. Discussies over discriminatie en diversiteit gaan sowieso vaak vooral over kleur of geaardheid. Waarschijnlijk omdat iedereen daar direct een beeld bij heeft. Regelmatig worden mensen met een handicap domweg gewoon vergeten te noemen. Als er wel aandacht voor is, dan kiezen televisieprogramma’s vooral mensen met ‘aaibare’ beperkingen, noem ik het maar even. Maar mensen die er ‘ingewikkelder' uitzien, en minder makkelijk verstaanbaar gedrag vertonen, halen de tv-formats nooit. Ze zijn mede daardoor onzichtbare medeburgers geworden. Ook hen via de grondwet expliciet zichtbaar maken is geen overbodige luxe.
Gelijke behandeling wordt pas echt relevant als het iets ingewikkelder is
Maar ook juridisch is handicap lange tijd lastig gevonden. Bij de laatste grondwetswijziging, in 1983, was namelijk wel overwogen om handicap als non-discriminatiegrond op te nemen, maar dit werd uiteindelijk door de toenmalige politici te ‘ingewikkeld’ bevonden. Ze stelden de vraag: Hoe behandel je mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking nou gelijk? Als gevolg op die ingewikkelde vraag besloten ze 'handicap' maar niet te noemen. Toen ik de debatten uit 1983 hierover las vond ik het pijnlijk hoe makkelijk Kamerleden hierbij wegliepen. Gelukkig is sindsdien de wereld veranderd: De afgelopen veertig jaar is steeds meer juridische en praktische invulling gegeven aan de vraag of gelijke behandeling bij handicap eigenlijk wel kan. Het antwoord is: ja, dat kan en moet. Van de samenleving mag worden gevraagd een extra inspanning te doen om ook mensen met een beperking mee te laten doen. Immers: gelijke behandeling wordt pas echt relevant als het iets ingewikkelder is.
De fout is hersteld: handicap staat in de Grondwet
Een paar weken later, op 17 januari 2023, zat ik opnieuw op de publieke tribune van de Eerste Kamer. Nu niet meer voor het debat, maar voor de stemming. Tot mijn grote voldoening stemde een ruime tweederde meerderheid van de Eerste Kamer voor het voorstel. De fout uit 1983 is hersteld. Handicap staat nu expliciet in artikel 1 van de Grondwet. Daar kan het niet meer worden genegeerd, of worden vergeten. Het werd tijd.
Deze column staat in de eerste editie van 2023 van Markant, het tijdschrift van de VGN.