Technologie: ‘Onze leden ontdekken en ontwikkelen heel veel. Die kennis over technologie delen we graag’
Technologie kan mensen met een beperking helpen om hun eigen leven zo betekenisvol en zelfstandig mogelijk te leiden. En het kan onze leden helpen om beter en efficiënter zorg te bieden. Logisch dus dat het een van de groeigebieden in onze Visie 2030 is. Hoe kunnen we als VGN onze leden het beste helpen op technologisch vlak? Dat onderzochten we afgelopen jaar. Ernst Klunder en Julianne Meijers vertellen erover.
Meijers: ‘Het is volkomen terecht dat technologie steeds meer aandacht krijgt in de gehandicaptenzorg. En daar dragen we graag aan bij. De vraag is alleen: hoe dan? Voor andere onderwerpen fungeert de VGN echt als expertisecentrum en vraagbaak voor onze leden. Dat is op technologisch vlak niet realistisch. We hebben die kennis niet in huis, en de kans dat we als relatief klein bureau sneller ontwikkelen en innoveren dan onze leden, is klein.’
Heel breed onderwerp
Klunder: ‘Bovendien moet je dat misschien ook wel helemaal niet willen. Innovatie van onderaf werkt vaak het beste, en leden zijn er ook beter voor toegerust. Daarnaast is technologie natuurlijk een enorm breed onderwerp. Het gaat over zorgtechnologie, en om technologie die het werk van medewerkers lichter maakt – maar óók over IT, gegevensuitwisseling en infrastructuren. Afgelopen jaar hebben we daarom een interne denktank opgezet. Die heeft gekeken: wat speelt er, wat moet er gebeuren, en wat kunnen wij? Dat heeft een aantal concrete punten opgeleverd.’
Volhouden wat al goed ging
Meijers: ‘In de eerste plaats was dat de constatering dat we ons met sommige onderwerpen al wél best lang bezighouden, en dat ook willen blijven doen. Maar dan vaak wel met een iets andere insteek of aanpak. Neem de digitale kant. Als VGN hadden we al een expertisegroep informatiebeleid. Die houdt zich bezig met zaken als data-optimalisatie, en afspraken over infrastructuren, standaarden en voorwaarden. Dat was altijd vrij technisch en administratief ingestoken, terwijl we die kennis ook met meer oog voor de zorg kunnen inzetten. Bijvoorbeeld door de functionaliteit van elektronische cliëntendossiers te verbeteren.’
Klunder: ‘En zo hadden we ook al een tijd een bestuurlijk netwerk over gegevensuitwisseling. Dat hebben we afgelopen jaar opgewaardeerd tot een bestuurlijke adviescommissie. Die geeft gevraagd en ongevraagd advies. En heeft inhoudelijke uitgangspunten geformuleerd voor de gegevensuitwisseling: hoe kan gegevensuitwisseling helpen om de zorg en dienstverlening voor onze cliënten verder te verbeteren? Daardoor kunnen we technische en IT-onderwerpen vanuit een duidelijk inhoudelijk kader benaderen. Sowieso hebben we besloten om bestuurders meer te betrekken bij het onderwerp. Daarmee krijgt het ook het gewicht dat het verdient.’
Geen Haarlemmerolie
Klunder: ‘We zien ook dat adaptatie van nieuwe technieken nog wel eens een punt van aandacht is. Het helpt niet dat veel techniek voor zorgmedewerkers weinig intuïtief en ondersteunend is. We denken met onze leden mee over hoe ze vanuit hun werkgeversrol adaptatie kunnen bevorderen. Dat is vaak maatwerk, ook doordat er zoveel verschillende cliëntgroepen zijn. En technologie kán soms heel goed helpen, maar een innovatie is nooit Haarlemmerolie die overal voor werkt. Tegelijkertijd vraagt innoveren dat je aan dingen begint terwijl je nog niet weet ze opleveren.’
Meijers: ‘Wat we afgelopen jaren ook leerden: een crisis zorgt voor beweging. Beeldbellen, ook met cliënten, heeft bijvoorbeeld sinds corona een enorme vlucht genomen. De verwachting is ook overal dat beeldbellen ook gebruikt blijft worden als de pandemie straks echt achter de rug is. Omdat het voordelen biedt voor medewerkers én cliënten. Dat moesten we blijkbaar eerst ervaren. Terwijl die techniek er echt al best lang was.’
Delen van kennis
Een duidelijke rol voor de VGN ligt in ieder geval in het delen van kennis. Meijers: ‘Onze leden ontdekken en ontwikkelen heel veel. En we willen voorkomen dat iedereen zelf het wiel uit moet vinden. Als een aanpak of app ergens goede resultaten oplevert, dan delen wij die kennis graag met andere leden. Dat deden we afgelopen jaar bijvoorbeeld met een onboarding-app. Als de VGN daar aandacht aan besteedt op haar website of tijdens webinar, pikken medewerkers en organisaties dat goed op. Ze kijken wat dat betreft liever naar de branchevereniging dan naar commerciële partijen. Daar liggen dus een taak en een verantwoordelijkheid voor ons.’
Een bijzondere vorm van kennisuitwisseling was ook afgelopen jaar de hackathon. Twaalf teams, met medewerkers van 27 organisaties, werkten een dag lang aan oplossingen voor personeelstekort en werkdruk. Klunder: ‘Het enthousiasme, de bereidheid om samen te werken, en de wil om iets nieuws te verzinnen waren weer enorm. De hackathon werd ook online fanatiek gevolgd, dat zegt wel iets over de betrokkenheid vanuit het veld. Bovendien levert het ook echt wat op. Het winnende idee wordt verder doorontwikkeld, dat is deel van de prijs. En met de net-niet-winnaars van afgelopen jaar zijn we in gesprek, om te kijken of we hen ook verder kunnen helpen.’
Breed blijven kijken
De komende jaren blijft de VGN vooral breed kijken. Meijers: ‘We willen bijvoorbeeld een beter beeld krijgen van wat er internationaal allemaal speelt. En we blijven de ontwikkeling van een aantal innovaties op de voet volgen, en letten daarbij ook vooral op het proces. Zodat we beter begrijpen hoe goede innovaties tot stand komen, en wat daarvoor nodig is. Daar kunnen we onze leden dan weer mee helpen. Klunder: ‘Ook willen we technologie beter koppelen aan vakmanschap en beroepsuitoefening. We weten dat veel elektronische cliëntendossiers vrij archaïsch ingericht zijn. Dat is niet prettig werken voor zorgmedewerkers die thuis allemaal een iPad hebben. Dus sporen we softwareleveranciers aan om hun producten te verbeteren. En tegelijkertijd helpen we medewerkers om hun digitale skills verder te ontwikkelen.’