Technologie: ‘Kansen benutten op verschillende terreinen: regie voor de cliënt, werkplezier voor professionals en een gezonde bedrijfsvoering’

Meer regie voor mensen met een beperking, meer werkplezier voor professionals, en een gezondere bedrijfsvoering. Dat zijn de gebieden waarvan we verwachten dat technologische innovatie er een bijdrage aan kan leveren. En afgelopen jaar hebben we ons op veel manieren hard gemaakt om die verwachtingen ook waar te maken. Ernst Klunder en Arend Vreugdenhil vertellen erover.

Vrouw in rolstoel slimme technologie

Klunder: ‘Als het over technologie gaat, is het de kunst door de bomen het bos te blijven zien. Het is een enorm breed onderwerp, dat op veel facetten van het werk in onze branche betrekking kan hebben, en waarin de ontwikkelingen soms razendsnel gaan. Bij bijna iedere uitdaging die we tegenkomen, geldt technologische innovatie als een van de oplossingsrichtingen. Of het nou gaat om de problemen op de arbeidsmarkt, het vergroten van zelfstandigheid en zelfredzaamheid bij cliënten of het veiliger, sneller en efficiënter delen van gegevens tussen verschillende zorgverleners.’

Lange trajecten

Vreugdenhil: ‘We hebben lang gezien dat er vooral veel interesse was voor technologie die primair draaide om de cliënt. En de afgelopen jaren kwam daar de interesse bij voor de bijdrage die technologie kan leveren om het personeelstekort op te lossen. Dát technologie op die vlakken een bijdrage kan leveren is evident, de grote vraag is alleen: waar precies? En in welke mate? Daar houdt de VGN zich met de Bestuurlijke Adviescommissie Digitalisering en Technologische innovatie mee bezig. Die commissie bestaat uit bestuurders uit de branche én strategische ICT-adviseurs van onze leden. Dat tekent de complexiteit van het onderwerp.’

Klunder: ‘Als VGN praten we aan veel tafels mee. Zo zijn we al een aantal jaren betrokken bij landelijke initiatieven rond het verbeteren van gegevensuitwisseling, zoals het berichtenverkeer in de Wlz en het sociaal domein. Daarnaast zijn we deelnemer in het Informatieberaad Zorg, dat de minister van VWS adviseert, en hebben we inbreng geleverd voor de Nationale Visie en Strategie op het gezondheidsinformatiestelsel. Die visie is in het voorjaar vastgesteld door de minister. Verder spraken we mee bij wetgevingstrajecten rond informatiebeveiliging, zoals NIS2 en CER , de Wegiz en de EHDS. Die laatste gaat over gegevensuitwisseling en beschikbaarheid van gezondheidsdata binnen Europa. Het zijn allemaal trajecten die misschien niet direct heel zichtbaar zijn voor de buitenwacht, maar die wel het fundament leggen voor de manier waarop we in de toekomst digitalisering kunnen gebruiken.’

Uitwisselen als het nodig is

Klunder: ‘De crux is wat ons betreft altijd dat we binnen en buiten de branche gezondheidsgegevens uit moeten kunnen wisselen als dat nodig is. Die kern is heel helder, wat het weerbarstig maakt is de praktijk. Spreek je allemaal dezelfde taal, hoe standaardiseer je gegevens, wil je die gegevens halen of juist brengen, zijn de veiligheid en privacy gewaarborgd? Als het gaat over de Nationale Visie, dan heb je het over 24 zorgkoepels die allemaal hun eigen domeinen, dynamiek en belangen hebben. Dat je die niet allemaal zomaar op één lijn hebt, is dus niet heel verwonderlijk. Het vraagt telkens weer om zorgvuldige afwegingen. Onze insteek is vaak dat we desondanks niet te veel in systemen en details willen blijven hangen. Het is ook goed om af en toe vooral pragmatisch te zijn.’

Vreugdenhil: ‘Daarom bewandelen we ook andere wegen. Een concreet voorbeeld draait om de gespecialiseerde artsen voor verstandelijk gehandicapten. Die werken bij onze leden vaak alleen, en soms samen met een huisarts. Maar uitwisseling van gegevens tussen huisartsen en artsen VG is er niet. Als een cliënt in het weekend valt en naar de huisartsenpost moet, weten ze daar dus niets over zijn beperking, medicijngebruik of historie. Daar willen we graag iets voor regelen, dus doen we er al twee jaar onderzoek naar en dragen we het bij veel overlegtafels aan. Daarnaast sturen we er geregeld brieven over aan de Kamer. Daar is, een beetje tot onze eigen verrassing, nu een motie aangenomen om deze situatie te verbeteren. Dat is natuurlijk niet meteen de oplossing, maar het verandert de zaak wel degelijk. Er ligt nu een opdracht voor het ministerie, en daar horen ook menskracht en middelen bij.’

‘‘Bij bijna iedere uitdaging die we tegenkomen, geldt technologische innovatie als één van de oplossingsrichtingen. Of het nou gaat om de problemen op de arbeidsmarkt, of om het vergroten van zelfstandigheid en zelfredzaamheid bij cliënten.’’

Samen met softwareleveranciers

Vreugdenhil: ‘We hebben in 2023 ook onze rol ten opzichte van softwareleveranciers versterkt. Lange tijd hadden onze leden vooral zelf contact met hun softwareleverancier. Niet onlogisch, want zij sluiten per slot van rekening contracten met elkaar af. Maar we zagen ook gemeenschappelijke knelpunten. Daarom hebben we samen met ActiZ en Zorgthuisnl, en met ondersteuning van VWS, onderzocht hoe we daar een rol in kunnen gaan spelen. We willen tot een gezamenlijke strategische roadmap komen, waarin we als branches samen met de grote leveranciers de complexe knelpunten kunnen aanpakken. Bijvoorbeeld als het gaat over het aansluiten bij veranderende wetgeving. Een voorbeeld is de registratie in het kader van de Wet zorg en dwang. Het uiteindelijke doel is dat we elkaar als zorgbranches en softwareleveranciers helpen. Bij ons én bij hen is menskracht kostbaar en als we samen een ontwikkelkoers uit kunnen zetten, werken we efficiënter aan oplossingen.’

In gesprek met de Inspectie

In 2023 kwam via de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) ook het bericht naar buiten dat veel zorgorganisaties hun ICT nog onvoldoende op orde hebben om goed en veilig digitale vormen van zorg te bieden. Klunder: ‘Dat is natuurlijk vervelend. Het bericht was volgens ons niet onwaar, maar wel onvolledig. De Inspectie baseerde zich op een kleine steekproef, met onder meer data van al enkele jaren oud. Wij zijn in gesprek gegaan met de Inspectie en sindsdien hebben we elk kwartaal een overleg waarin we elkaar bijpraten over ambities, rollen en ontwikkelingen. Bijvoorbeeld over de Europese regelgeving waar organisaties binnenkort aan moeten voldoen. Die is nog niet in Nederlandse wetgeving gegoten, dus de precieze uitwerking is er nog niet. Wij snappen dat onze leden dat eerst afwachten. En dat doen we zelf ook: we komen graag zo snel mogelijk met concrete handreikingen, maar dan moeten we wel eerst helderheid hebben. Dat soort afwegingen bespreken we nu dus ook met de Inspectie. Zo vergroten we het begrip voor hoe we werken.’

Samen kom je verder

Niet alle innovatie draait natuurlijk om fundamentele kwesties als gegevensuitwisseling en aansluiten bij wetgeving. Vreugdenhil: ‘Als VGN willen we ook technologische innovatie op een heel praktisch niveau stimuleren. Bij onze leden is daar gelukkig al veel aandacht voor, maar we zien ook dat we op veel plaatsen het wiel opnieuw uitvinden, of dat er oplossingen worden ontwikkeld die moeilijk op te schalen zijn. Daarom hebben we veel aandacht voor het delen van kennis en zeker ook voor het elkaar opzoeken en samenwerken. In de uitvoering én op bestuurlijk vlak. Want in je eentje ga je snel van start, maar samen kom je verder. ‘

Klunder: ‘Afgelopen jaar hebben we daarom twee praktische oplossingen gekozen die we graag willen helpen opschalen: Hume en Digicontact. Hume is een instrument dat bestaat uit sokken die stress meten en op die manier bij kunnen dragen aan het bewustzijn op dat thema. En Digicontact is een methode voor beeldschermzorg die in Noord-Nederland al veel gebruikt werd, maar elders moeilijk voet aan de grond kreeg. We hebben nu voor beide innovaties koplopergroepen georganiseerd die ermee gaan werken en die hun opbrengsten bij gaan houden. Daarmee hopen we de toegevoegde waarde van die oplossingen steviger te kunnen onderbouwen, waarna het opschalen eenvoudiger zou moeten gaan. We maken daarbij gebruik van de kennis van onder meer Academy Het Dorp, Vilans en van het technologieplatform Digizo.nu. Zo benutten we zelf ook kennis en ervaring die er al zijn.’ 

Meer lezen

Dit artikel is een onderdeel van het jaarverslag van de VGN over het jaar 2023.