Kwaliteit

Ook het afgelopen jaar heeft de VGN hard gewerkt aan kwaliteitsverbetering. Van een groot evaluatief onderzoek naar het kwaliteitskader, tot het beter delen van kennis en expertise, en het ontwikkelen van rookvrije zorg. Beatrijs van Riessen en Annemarie van Dalen vertellen erover.

Beeld Kwaliteitskader

Evalueren en actualiseren

Van Riessen: ‘Het huidige kwaliteitskader loopt van 2017 tot en met 2022. Het idee was dat we zo halverwege die looptijd zouden beginnen met evalueren. Dat is iets later geworden door corona, maar eind 2020 zijn we er wel mee begonnen. En afgelopen jaar merkten we dat die vertraging helemaal geen ramp was. Hoe meer ervaring onze leden hebben met het kader, hoe meer er te evalueren is natuurlijk.’

Van Dalen: ‘Als VGN zitten we met andere stakeholders in de stuurgroep voor het kwaliteitskader. We zijn dus mede-eigenaar. En als stuurgroep hebben we voor de evaluatie USBO Advies van de Universiteit Utrecht een onderzoek uit laten voeren. Dat was een lerend evaluatief onderzoek: USBO heeft allerlei stakeholders aan de tand gevoeld, waaronder zeven van onze leden vrij uitgebreid. Zij gaven aan dat alleen al de onderzoeksessies waardevol waren, omdat het inzicht gaf in hoe ze nog meer kunnen doen met het kader.’

Echt verrassende uitkomsten kwamen er niet uit het onderzoek. Van Riessen: ‘Gelukkig niet! De conclusie was dat de basis gewoon goed staat. Leden geven ook aan dat ze vooral niet te veel willen wijzigen. Het is nu een vrij open kader, zonder al te veel kpi’s, maar met veel ruimte om het in te vullen zoals bij een organisatie past. En met het accent op leren en ontwikkelen. Dat willen we behouden. De komende maanden gaan we het kader wel aanscherpen op een paar inhoudelijke punten. Eén zo’n punt is bijvoorbeeld de rapportage- en visitatiecyclus. Die is voor veel leden best intensief. We gaan kijken of er ruimte is om daarin te differentiëren.’

Van Dalen: ‘Ook iets om over na te denken, is de reikwijdte van het kader. En van de waaier met instrumenten die erbij hoort. USBO adviseert om het kader niet alleen toe te passen voor zorg in het kader van de Wlz, maar ook voor Wmo en PGB. We gaan samen met alle betrokken bekijken wat dat betekent voor het kader. En het plan is om in de zomer van 2022 een verrijkt kwaliteitskader in te dienen bij het zorginstituut.’

Kennis en expertise

Kennis en expertise vergroten, en beter delen. Zodat de kwaliteit van zorg verbetert, én de medewerkerstevredenheid toeneemt. Daar heeft de VGN zich ook in 2021 voor ingezet. Van Dalen: ‘De laatste jaren was er een programma vanuit het Rijk om de kennisinfrastructuur te verbeteren: Beter weten. Dat gaf bij voorbeeld een stimulans aan academische werkplaatsen voor de gehandicaptenzorg , waar zorgverleners, onderzoekers, onderwijsinstellingen en beleidsmakers samenwerken. Zij zijn gaan samenwerken in een associatie, en zorgen zo ook dat de door hun ontwikkelde kennis beter gedeeld wordt met het beroepsonderwijs. Als VGN hebben we daar met plezier aan bijgedragen. Bijvoorbeeld door vanuit het Kennisplein een kennislandschap te ontwikkelen en te beheren, waarmee kennishouders beter vindbaar zijn. Het programma loopt nu ten einde, en wij werken mee aan een advies voor het Ministerie van VWS over de evaluatie én over hoe het verder kan gaan. Daarbij richten we ons op het bevorderen van het beschikbaar komen en benutten van praktisch toepasbare kennis.’

Van Riessen: ‘Verder zijn we afgelopen jaar een Kenniscoalitie gestart voor onze sector. Samen met VWS, ZonMW, Vilans en de Associatie Academische Werkplaatsen Verstandelijke Beperking. Samen willen we de afstemming en samenwerking verbeteren rondom de kennisagenda, kennisverwerving en kennisdeling in de sector. Dat doen we aan de hand van concrete opgaven, zoals opleiden en het laten landen van ontwikkelde kennis, en het ophalen en uitdiepen van kennisvragen. Die opgaven werken we uit om te zien wat er nodig is om de kennisprocessen te verbeteren en wie daarin het beste welke rol kan vervullen.’

Rookvrije zorg

Een rookvrije zorg voor alle patiënten, cliënten én medewerkers van Nederland in 2030. Dat is het doel van de intentieverklaring die we in november 2020 met 27 zorgpartijen tekenden. En dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Want hoe zit het met cliënten die willen roken in hun eigen woning? Of medewerkers die graag willen roken in hun pauze? De VGN heeft daarom verschillende acties ondernomen om organisaties op weg te helpen. Van Dalen: ‘Eerst hebben we een enquête uitgezet om in beeld te brengen hoe ver we met zijn allen zijn. Het antwoord? Vier op de tien organisaties doet nog helemaal niets, en zes op de tien is er wel mee bezig, maar lang niet allemaal even ver. Er is dus flink werk aan de winkel.’

Van Riessen: ‘Dat werk verzetten we op verschillende niveaus. Heel concreet met bijvoorbeeld een animatie over rookvrije zorg, die organisaties kunnen gebruiken om het gesprek over dit onderwerp te voeren. En met een juridisch kader dat laat zien wat er volgens de wet wel en niet kan. Op een hoger niveau doen we mee aan overlegstructuren om te leren van hoe andere branches dit oppakken. In de komende jaren willen we de beweging naar Rookvrije zorg nog meer kracht bijzetten. Daarom hebben we, samen met ActiZ, een subsidieaanvraag gedaan bij VWS. Hierin hebben we onder andere middelen gevraagd voor twee aanjagers rookvrije zorg. Begin dit jaar is die subsidie toegewezen. Dat is goed nieuws! Vanaf dit jaar gaan deze twee aanjagers helpen om de zorg rookvrij te maken. Dat doen ze waar het echt effect heeft: op locatieniveau, en de lessen delen ze met de hele sector.’