Individuele Plaatsing en Steun helpt mensen aan een betaalde baan
Met behulp van de bewezen methode Individuele Plaatsing en Steun (IPS) uit de ggz, worden nu ook mensen met een licht verstandelijke beperking ondersteund bij het vinden en behouden van werk. Het belangrijkste criterium is niet de mate van beperking of het IQ, maar de motivatie.
Een betaalde baan
Solange Holdorp (28) en Omayra Eelst (35) werken in de ouderenzorg. Op een dagbestedingslocatie voor mensen met dementie in Diemen helpen ze bezoekers om uit de bus te komen, zorgen ze voor koffie en thee, en helpen ze met eten en naar de wc gaan. Ook doen ze mee met creatieve activiteiten en spelletjes, zoals vandaag PimPamPet en kleuren. Ze zijn blij met het salaris dat ze nu verdienen.
IPS-Coach helpt bij vinden van een baan
Solange en Omayra hebben hun betaalde part time baan gevonden met hulp van IPS-coach Jeanne Arts van Cordaan. IPS staat voor Individuele Plaatsing en Steun. De methode is afkomstig uit de Verenigde Staten en wordt in Nederland al langer toegepast in de ggz, maar nu ook steeds meer in de gehandicaptenzorg. Ook door Pluryn, en bij mensen met niet-aangeboren hersenletsel door Heliomare, Siza en InteraktContour.
Een burn-out dreigde
Solange werkte eerder als vrijwilliger in een kringloopwinkel in Almere, maar had het gevoel dat ze stilstond en een betaalde baan zat er niet in. Ze wilde in de zorg gaan werken, net als haar moeder en begon een beroepsbegeleidende leerweg via een ROC. Maar tijdens haar stage in de gehandicaptenzorg kreeg ze voor haar gevoel te vaak te horen dat ze iets niet goed deed. Haar energiepeil ging snel achteruit, ook door lichamelijke oorzaken, en ze dreigde in een complete burn-out te belanden. Toen kwam ze in contact met Jeanne.
Steeds meer last van reuma
Omayra werkte drie jaar als housekeeper in hotels. Ze vond schoonmaken en bedden verschonen geen leuk werk en kreeg steeds meer last van reuma in haar knie. Ze kreeg een eigen appartement van Cordaan, in de buurt van haar ouders, maar dat moest ze wel kunnen betalen. Bovendien had ze het gevoel dat de muren op haar afkwamen. Ze wilde in de zorg gaan werken, kwam ook in contact met Jeanne en kreeg werk in de ouderenzorg. Dat was niet haar eerste idee, vertelt ze: ‘Oudere mensen komen en gaan, je moet zo vaak afscheid nemen. Maar toen ik ermee kennismaakte gingen mijn ogen open en werd mijn hart warm.’
Een goede band opbouwen
Beiden zijn erg blij met de steun van Jeanne. ‘Ze doet wat ze zegt’, zegt Omayra, ‘als ik haar zie word ik blij. Solange vertelt over die keer dat ze net bezig was mensen in een busje te helpen, toen ze werd gebeld en hoorde dat haar oma was overleden. ‘Wat moest ik doen? Ik heb met Jeanne overlegd en ze heeft me naar huis gebracht, zodat ik bij mijn vriend kon zijn.’ Ze was inmiddels begonnen met een opleiding tot woonhulp, maar die heeft ze even op een lager pitje gezet. Ze moest het verlies verwerken en ook haar woning, van Triade in Almere, op orde krijgen.
Laten weten dat je er voor ze bent
Het is heel belangrijk om een goede band met elkaar op te bouwen, beaamt Jeanne. De eerste dagen dat iemand op een nieuwe werkplek begint, loopt ze ook altijd mee, om te zien met welke werkprocessen diegene te maken krijgt. ‘En daarna moet je het lijntje behouden, ze moeten weten dat je er bent voor ze.’ Dat betekent veel bellen en appen en veel fietskilometers maken op haar e-bike.
Contact met werkgevers
En ook met de werkgevers houdt ze nauw contact, zodat ze weten dat ze bij haar terecht kunnen als iemand zich bijvoorbeeld niet goed verzorgt of vaak te laat komt. ‘Ik ga dan niet ’s ochtends vroeg bij iemand aan de deur staan om te kijken of hij al wakker is, maar ik ga wel met diegene na waarom hij of zij te laat komt. Is er iets gebeurd? Of heeft hij of zij ’s ochtends meer tijd nodig?’ Nieuwe potentiële werkgevers benadert ze het liefst door gewoon binnen te stappen bij bijvoorbeeld een fietsenstalling of een creatief bedrijf. Dat Solange en Omayra uiteindelijk voor dezelfde zorgorganisatie werken als zij zelf, is toevallig.
Motivatie is het belangrijkste criterium
Bij Cordaan werken inmiddels tien IPS-coaches. De totale caseload bestaat uit 110 ‘kandidaten’, zoals ze worden genoemd. Projectmanager is Gabe de Vries, die ook onderzoek doet naar IPS. Een IPS-traject bij Cordaan duurt in principe twee jaar, vertelt hij, en is bedoeld voor mensen die betaald werk willen verrichten. Het belangrijkste criterium is motivatie, niet de mate van beperking of het IQ. Bij de eerste gesprekken wordt ook het persoonlijke en professionele netwerk van de kandidaat betrokken, zodat duidelijk is op wie ze kunnen steunen.
Uitgangspunt van IPS is dat iemand eerst aan het werk gaat. De Vries: ‘Dat kan in de thuiszorg zijn, of in een tuincentrum, op een school, of in een productiebedrijf. Daarna gaan we kijken wat er nodig is aan coaching of opleiding. First place, then train. Anders is de kans groot dat de opleiding niet goed aansluit bij de vaardigheden die voor de baan nodig zijn.’
Betaald werk draagt bij aan welbevinden
Bijzonder aan IPS is volgens De Vries ook dat werk wordt beschouwd als onderdeel van de behandeling of begeleiding. ‘Vroeger werd werk vaak beschouwd als oorzaak van psychisch leed en was de behandeling gericht op bepaalde symptomen. Nu zien we dat betaald werk bijdraagt aan het welbevinden van mensen. Ze voelen dat ze ertoe doen en ontwikkelen zich verder.’
Factoren die ervoor zorgen dat IPS-traject slaagt
Het onderzoek van De Vries gaat over factoren die ervoor zorgen dat een IPS-traject bij mensen met een licht verstandelijke beperking slaagt. Een belangrijke is het ‘steunsysteem’: familie, begeleiders en andere zorgverleners. De Vries: ‘Het is belangrijk dat er iemand is die als ze thuiskomen vraagt: hoe was je dag? Als er op het werk iets is gebeurd, slapen ze slecht en komen ze de volgende dag misschien te laat. Werkgevers kunnen dan de indruk krijgen dat iemand niet betrouwbaar is, terwijl er vaak iets anders speelt.’
Hoog percentage cliënten met vast betaald werk
Hoe succesvol is IPS in de gehandicaptenzorg? Na twee jaar heeft 38 procent van de cliënten vast betaald werk. Een hoog percentage, vindt De Vries, het is meer dan het landelijk gemiddelde. Bovendien wordt de methode juist ingezet bij een relatief kleine groep mensen met een licht verstandelijke beperking voor wie het extra moeilijk is om aan betaald werk te komen. De Vries: ‘En als het niet lukt, gaan mensen vaak gemotiveerder aan het werk in de vrijwillige dagbesteding. Doe je het niet, dan schrijf je eigenlijk een hele groep mensen levenslang af naar de Wajong. Terwijl niemand dat wil. Iedereen wil meedoen, maatschappelijke waardering krijgen.’
Van gehandicaptenzorg naar ggz en terug
De toepassing van IPS in de gehandicaptenzorg wordt, net als in de ggz, ondersteund door kenniscentrum Phrenos. Volgens Dorien Verhoeven, coördinator IPS bij Phrenos, is de methode oorspronkelijk ontstaan als manier om de methodiek van supported employment uit de gehandicaptenzorg ook toepasbaar te maken voor de ggz. Als het gaat om begeleid werk liep de gehandicaptenzorg voorop in een tijd dat behandeling in de psychiatrie nog vooral uitging van het medisch model.
Verhoeven: ‘Door IPS zijn werk en behandeling in de psychiatrie dichter bij elkaar komen te staan en versterken zij elkaar bij het zoeken en behouden van werk. Nu is het voordeel van IPS voor de gehandicaptenzorg dat het een gestructureerde benadering is, die ook evidence based is. Kenniscentrum Phrenos voert eens in de twee jaar modeltrouwmetingen uit, om te kijken of organisaties die de methode toepassen trouw zijn aan het model.’
Dit artikel komt uit de mei-editie van Markant, het tijdschrift van de VGN. Lees ook het verslag van het werkbezoek aan de Raphaëlstichting waar we Mila ontmoetten.