Forensische zorg: ‘Organiseren op het grensvlak van vrijheid en veiligheid’

In de forensische zorg zijn uitdagingen genoeg. Bijvoorbeeld als het gaat om capaciteit, informatie-uitwisseling en financiering. Aan de oplossingen hebben we het afgelopen jaar hard gewerkt. En we hebben de samenwerking met andere partijen geïntensiveerd. Die korte lijntjes helpen om taaie kwesties op te lossen. Dick de Wit vertelt erover.

forensische

Forensische zorg neemt een bijzondere plek in binnen onze sector. Forensische cliënten vormen een relatief kleine, inhoudelijk heel specifieke doelgroep. De zorg raakt aan thema’s als publieke veiligheid, risicotaxatie en beperking van vrijheid. De Wit: ‘En dat laatste is wat we normaal gesproken precies niet willen. Dat maakt het interessant.’

Het afgelopen jaar hebben we verschillende dingen gedaan als het gaat om forensische zorg. Alle activiteiten passen binnen de bestuurlijke afspraken die de branches, het OM, de cliëntenverenigingen en het ministerie van Justitie en Veiligheid in 2022 maakten. Grofweg hebben we toen drie doelen afgesproken. Allereerst zorgen dat alle spelers de informatie krijgen die ze nodig hebben. Daarnaast zorgen voor voldoende capaciteit. En ten slotte de kwaliteit van zorg op peil houden. Om daarmee bij te dragen aan een veiliger maatschappij.

06-nummers

De Wit: ‘De informatie-uitwisseling blijft een uitdaging. En dan vooral als iemand door de rechter via de Wet zorg en dwang geplaatst wordt bij een zorgaanbieder. Zo iemand heeft dan geen indicatie en  de zorgaanbieder heeft dus ook geen idee wat de zorgvraag is. Terwijl er meestal rapporten genoeg geschreven zijn. Er is voortdurend discussie over welke informatie wel en niet gedeeld mag worden en met wie. Vorig jaar zijn we hier met een werkgroep dieper ingedoken. En het positieve is dat we ontdekten dat het niet om heel veel cliënten gaat. De vraag wat wel en niet mag, kregen we nog steeds niet goed beantwoord. Maar doordat we met alle partijen veel om de tafel zaten, kregen we steeds kortere lijnen en wisselden we 06-nummers uit. En dát hielp al veel. Nu kennen we elkaar en kunnen we elkaar gewoon bellen als er een probleem is. Ook prettig is het feit dat de Dienst Justitiële Inrichtingen het traject van het plaatsingsbesluit heeft gedigitaliseerd. Dat verlaagt de administratieve last en het vormt straks een goede basis voor het uitwisselen van informatie.’ 

Voldoende capaciteit begint bij de vraag waar er plek is. De Wit: ‘Die vraag beantwoordden we in 2022 voor de zwaarste categorieën met een dashboard beveiligde bedden. Dat dasboard functioneert goed. Maar we merkten in 2023 ook dat er weer allerlei vervolgvragen uit voortkomen. Een bed kan in het dasboard bijvoorbeeld op ‘vrij’ staan, maar als de organisatie kampt met personeelsgebrek, kan een cliënt er toch niet terecht. Komend jaar gaan we dit verder analyseren en op zoek naar oplossingen.’ 

‘‘Korte lijnen en het versterken van samenwerking, helpen om taaie kwesties in de forensische zorg op te lossen. Daar hebben we het afgelopen jaar dan ook in geïnvesteerd.’’

Langdurige begeleiding

Het afgelopen jaar heeft de VGN ook meegewerkt aan een onderzoek naar langdurig klinisch beveiligd wonen. De Wit: ‘Het beeld is dat een aanzienlijk deel van onze cliënten na afloop van hun straf nog niet klaar is om terug te gaan naar de maatschappij. Voor hen is langdurige begeleiding belangrijk. We hebben samen met andere branches gekeken hoe groot deze groep is en wat deze cliënten precies nodig hebben. Het adviesrapport hierover is eind 2023 uitgebracht. In 2024 werken we dit advies samen met de andere spelers in het forensische veld concreet uit. Om deze vorm van ondersteuning gefinancierd te krijgen, zijn heldere kaders nodig. Wat zijn de criteria, wie neemt regie, welke organisaties gaan deze ondersteuning bieden? Met die vragen gaan we het komende jaar aan de slag.’ 

‘Het is interessant om te kijken wat we als VGN-leden kunnen doen voor deze zware cliëntgroep. Justitie zet vooral in op fysieke beperkingen, met muren.  Soms kan dat ook niet anders, maar soms kun je deze cliënten ook behandelen met mensen en methodieken. Dat geeft spanning, maar biedt ook mogelijkheden. Zo werkt een aantal van onze leden met de uitgangspunten van Pro, een samenwerking tussen meerdere zorgorganisaties, het CCE en zorgkantoren. Daardoor kunnen ze zeggen tegen cliënten die al een hele carrière van instellingen achter de rug hebben: als je bij ons komt, kun je blijven. Hoe dan ook.’ 

Gezonde vergoeding

Financiering is daarvoor essentieel. En dat was het afgelopen jaar voor sommige organisaties niet eenvoudig. Forensische behandelzorg wordt gefinancierd vanuit de Zorgverzekeringswet via het Zorgprestatiemodel. Werken met dit model heeft nog allerlei kinderziektes. Onduidelijkheden over welke beroepsgroepen wel en niet declarabel mogen zijn, nummers en namen die niet herkend worden en softwarepakketten die niet op elkaar aansluiten. De Wit: ‘Wij hebben hier in overleggen met justitie en de Nederlandse Zorgautoriteit aandacht voor gevraagd. Want goede zorg kan niet zonder goede vergoeding.’ 

Sinds de invoering van het nieuwe Kwaliteitskader Forensische zorg kunnen we systematisch werken aan kwaliteit. Het onderhoud en de doorontwikkeling van dit kwaliteitskader zijn belegd bij het Expertisecentrum Forensische Psychiatrie, en er is een brede bestuurlijke expertgroep die toeziet op de programma’s. In die expertgroep is de VGN vertegenwoordigd. 

Elkaar opzoeken

De Wit: ‘Van één ding zijn we overtuigd: korte lijnen en het versterken van samenwerking helpen om taaie kwesties in de forensische zorg op te lossen. Daar hebben we het afgelopen jaar dan ook in geïnvesteerd. Zo hebben we de banden tussen de VGN en het expertisecentrum De Borg aangehaald en hebben we De Meedenkers in het leven geroepen, een nu nog kleine groep vertegenwoordigers van leden die forensische zorg bieden en die meedenken over inhoud en kwaliteit van zorg. Ook binnen het bureau zoeken de beleidsadviseurs elkaar steeds meer op. Bijvoorbeeld die van forensische zorg, complexe doelgroepen en crisiszorg. Op dezelfde manier hebben we de samenwerking met de Nederlandse ggz, Valente en Reclassering Nederland geïntensiveerd in een forensisch netwerk. Het komende jaar gaan we daarmee verder.’ 

De grote onbekende voor het komende jaar is nog niet direct het beleid, maar wel de toonzetting van het nieuwe kabinet op het gebied van zorg en veiligheid. De Wit: ‘Vanuit de VGN gaan we in elk geval onze leden die actief zijn op het snijvlak van zorg en veiligheid nauwer betrekken bij de ontwikkelingen. We denken daarbij onder meer aan het organiseren van een bestuurlijke tafel en het opstellen van een nieuwsbrief. Zodat leden die zich willen inzetten op het snijvlak van zorg en veiligheid goed geïnformeerd zijn, en een bijdrage kunnen leveren aan de samenwerking met forensische partners en onze inbreng aan de beleidstafels. Zo werken we samen verder aan een veiliger maatschappij en beter passende zorg voor deze groep cliënten.’

Meer lezen

Dit artikel is een onderdeel van het jaarverslag van de VGN over het jaar 2023.