Betekenisvol samenwonen door het Butterfly Effect
Stijn van Kreij is een man met een missie. Hij werkte twintig jaar in de gehandicaptenzorg, en zag: dit kan beter. ‘Als we écht anders willen organiseren, moeten we de dynamiek binnen zorgorganisaties veranderen. We moeten gemeenschappen bouwen. Bijvoorbeeld door vrijwilligers en mantelzorgers op hetzelfde terrein te laten wonen als mensen met een beperking.’ En precies dat doet Van Kreij nu met zijn bedrijf Butterfly Effect.
Van Kreij wil allereerst een misverstand uit de weg ruimen: ‘Veel mensen kennen ons van de projecten waarbij we tiny houses op het terrein van een zorgorganisatie bouwen, die we voor een schappelijke prijs verhuren aan mensen die zich óók in willen zetten voor hun medebewoners met een beperking. Daardoor kun je denken dat bouwen en verhuren ons doel is. Dat is het niet. Die woningen zijn een middel. Het doel is betekenisvol samenwonen. Als dat lukt in bestaande woningen of appartementen, is dat ook helemaal prima.’
Onmisbare inbreng
Van Kreij richt zich op vrijwilligers en mantelzorgers, omdat hij ziet dat hun inbreng onmisbaar gaat zijn in de gehandicaptenzorg. ‘Eigenlijk zie je nu al dat die inbreng onmisbaar is. Het lukt op veel plekken nog maar net om de roosters gevuld te krijgen. Dat komt de kwaliteit van zorg en ondersteuning niet ten goede, en die krapte wordt alleen maar groter. Dat is een urgent probleem. En ik geloof dat vitale, zorgzame gemeenschappen op zijn minst een deel van de oplossing zijn. ’
Gelijkwaardige verhoudingen zijn daarbij essentieel, volgens Van Kreij. ‘In een gelijkwaardige relatie haal je het beste in elkaar naar boven, en kun je elkaars kwaliteiten aanvullen. Bovendien is die gelijkwaardigheid nodig om ervoor te zorgen dat mensen langdurig hun steentje bij blijven dragen. In de praktijk komen zulke gelijkwaardige verhoudingen in de zorg alleen nauwelijks voor. Niet tussen professionals en cliënten, én niet tussen professionals en verwanten of andere vrijwilligers. Het is bijna altijd de professional die bepaalt. En dat is géén sneer naar die professionals, het is het logische gevolg van hoe we de zorg in hebben gericht, en van hoe we mensen opleiden.’
‘Als je ergens woont, ben je vanzelf niet meer te gast’
Altijd te gast
Van Kreij: ‘Als vrijwilliger of mantelzorger ben je altijd te gast in het domein van de professional. Ook cliënten hebben vaak minder in de melk te brokkelen dan degenen die hen verzorgen of begeleiden. Als ik op bezoek ben op een woongroep, kijk ik altijd: wie bedient hier het koffiezetapparaat? Negen van de tien keer zijn dat de verzorgenden. En dat is zonde. Natuurlijk zijn er cliënten die zoiets echt niet kunnen, maar veel kunnen het ook wél. En anders is dit wel een typisch voorbeeld van wat een vrijwilliger of familielid graag zou willen doen. We kunnen het ons ook niet meer veroorloven om mensen met een diploma voor zorg altijd de koffie te laten zetten. Maar in de praktijk is dat wel wat er gebeurt.’
Door mensen zonder beperking samen te laten wonen met mensen mét een beperking, doorbreekt Butterfly Effect die dynamiek. ‘Het wonen in één gemeenschap helpt daarbij. Mensen treffen elkaar veel vaker, vrijwilligers voelen zich niet meer te gast, de professional juist wel wat meer.’
Butterfly Effect ontstond in 2018 na een pilot met drie tiny houses op het terrein van Cello, een zorgorganisatie in de regio Den Bosch. Inmiddels organiseert Butterfly Effect de sociale financiering voor de bouw van woningen, en het werven, selecteren en coachen van de bewoners. ‘Het idee is dat mensen tegen een schappelijke prijs kunnen wonen, mits ze beloven om zich in te zetten voor het welzijn van de andere bewoners op het terrein. Dat kan op allerlei manieren. Meehelpen bij het koffiedrinken, ontbijten, klusjes doen, koken, noem maar op. En het blijkt dat er ontzettend veel mensen zijn die willen helpen, die bijvoorbeeld ook na hun pensioen iets willen doen dat waarde heeft. De zorg moet die mensen alleen wel binnenlaten. Dat valt niet altijd mee.’
Begrijpelijke weerstand
Van Kreij: ‘De meeste van onze vrijwilligers zijn niet primair op zoek naar een woning, maar naar gezelligheid en zingeving. Dat kunnen we gewoon voor ze regelen, terwijl ze dan dus óók de zorg helpen, die het zonder hen niet redt. Dat is dus winst voor iedereen. Toch zit er vaak wel weerstand bij professionals. Dat is ook niet heel gek. Als je al twintig jaar álles regelt op een groep, en volgt opleiding na opleiding, dan is het even slikken als een anders geschoolde vrijwilliger een deel van jouw domein inneemt. Dat veranderproces, waarbij zorgmedewerkers hun kennis delen met vrijwilligers, vraagt dan ook om goede begeleiding.’
‘Als het huidige personeelstekort een trigger kan zijn voor verandering, is dat een zegen. In vitale, zorgzame gemeenschappen leidt iedereen een betekenisvol leven. Of je nou wel of geen beperking hebt. En we hebben nu de kans om dat te bereiken, zonder dat zorgprofessionals bang hoeven te zijn voor hun baan. Hoeveel vrijwilligers ook een bijdrage leveren, de professional blijft keihard nodig.’