Zeggenschap in perspectief
Medio juli hebben we bij bestuurders de raadpleging rond de Zorgagenda voor een gezonde samenleving van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) onder de aandacht gebracht. Op deze agenda staan zes onderwerpen over zorg en hulp in Nederland die de RVS voor de komende jaren belangrijk vindt. Een kleine 30 bestuurders hebben hun ervaringen over zorg en hulp in Nederland gedeeld. Deze ervaringen helpt de RVS de zes onderwerpen uit te werken. In deze blog een korte terugkoppeling van de resultaten en een vooruitblik naar hoe de RVS nu verder gaat.
Willemijn van der Zwaard*
Het financieren van gezondheid
De deelnemers aan raadpleging vragen vooral aandacht voor de kanteling van het financieren van ziekte naar het financieren van gezondheid. Daarbij hoort meer aandacht voor het samenspel tussen gezondheid en werken, vanuit een positieve insteek. Een bestuurder schrijft: “Juiste balans tussen werk en privé, juiste (vrije)tijdinvulling, juiste financiële middelen geeft een ieder een volwaardig gevoel en leven en als je lekker in je vel zit dan volgt de rest vanzelf.” Toch ervaren de bestuurders nog vaak belemmeringen in het overstijgen van de grenzen tussen zorg, werk en wonen. Of heel praktisch: te weinig personeel om iedere cliënt te kunnen helpen met meer dan zijn of haar specifieke zorgvraag alleen. Een bestuurder schrijft:
“De integraliteit tussen fysieke gezondheid en andere aspecten van het leven waardoor zingeving ervaren wordt, blijkt uit diverse onderzoeken. Desalniettemin is de aanpak (nog) steeds te gefragmenteerd. Ik denk dat dit tot onhoudbare situaties leidt, in kosten maar ook in het onvoldoende beschikbaar hebben van voldoende medewerkers in het zorg/welzijnsdomein.”
Zo goedkoop mogelijke zelfredzaamheid
Juist in de gehandicaptenzorg is de wisselwerking tussen zorg en werk van groot belang. In de beweging naar een samenleving waarin ‘zelfredzaamheid’ en ‘participeren’ de norm lijken te worden, maken bestuurders (en vele anderen) zich zorgen over hoe kwetsbare mensen mee kunnen blijven doen. Het grootste risico zien zij daarin niet zozeer in de beperkingen van hun cliënten, maar eerder in een beperking van de samenleving als geheel: er heerst een weinig creatief beeld van wat participeren allemaal kan inhouden. Een bestuurder schrijft:
“Door middel van individuele- of groepsbegeleiding en behandeling is het zeer goed mogelijk om cliënten te helpen het maximale uit het leven te halen. Maar vooral in de huidige Wmo wordt dit vaak niet gezien en is de focus vooral gericht op de zo goedkoop mogelijke zelfredzaamheid.”
Waardering is nodig
Zowel financieel als cultureel is meer waardering nodig voor de bijdrage die hun cliënten aan de samenleving kunnen en willen leveren, stellen deze bestuurders. Een manier om hieraan te werken is om nog meer dan nu al gebeurd in te zetten op het betrekken van de omgeving (buren, winkels, wijkcentra etc.).
“Met gemeente, woningcorporatie, zorgaanbieder, sociale wijkteams en burgers/cliënten creëren van mogelijkheden zoals ontmoetingsplekken, schoonhouden van het park en groenstroken, klusjescafés, sporten, bezorgservice om zichtbaar te worden in de wijk.”
Cliënten hebben hier zelf ook een rol in, zeggen weer andere bestuurders. Hun zeggenschap mag nog prominenter benadrukt en benut worden. Ze verdienen daarbij wel de passende begeleiding. Zeggenschap in perspectief dus. Iemand schrijft:
“Mensen met beperkingen zijn in staat om met steun en begeleiding werk/belangrijke taken te doen, die passend bij hun zorgzwaartepakket op een bepaalde wijze worden gefinancierd. Zorg en werk gaan hand in hand en passen als er een integrale benadering is. Een lichte beperking wil niet zeggen dat er weinig begeleiding nodig is om te kunnen gaan werken. Diegene heeft juist grote ambities en wil geen werk doen onder zijn niveau. Dit vraagt een intensieve vorm van dagbesteding en begeleiding op weg naar werk.”
Het zijn net klanten…
Hoe wordt dan bepaald wat passende begeleiding is? Dat is maatwerk, hoewel die term onder de deelnemers ook voelbaar tot onvrede leidt. Wat betekent dat nu echt? Het blijft bijvoorbeeld best ingewikkeld om echt duidelijk te krijgen wat de wensen en behoeften van een cliënt zijn, is de ervaring. Ideeën om dat te verbeteren zijn er zeker ook. Waarom, zo stelt een bestuurder voor, laten we een cliënt niet bepalen wie zijn begeleiders zijn? En waarom sluit een cliënt niet aan bij het bespreken van zijn ondersteuningsplan door de medewerkers? Ideeën om over verder te discussiëren. De meeste bestuurders zijn het al wel eens over het fundamentele principe dat eronder ligt: het principe van gelijkwaardigheid. In de woorden van één van hen:
“Om te beginnen door zorg vanuit gelijkwaardigheid en wederkerigheid te benaderen, nu is dat niet vaak het geval. Een zorgvrager is de gelijke van de zorgaanbieder. Althans hoort dat te zijn. Om de zorgvrager in die positie te brengen, is nodig dat de zorgaanbieder zich werkelijk verdiept in wensen, verlangens en dromen en daar invulling aan geeft. Het zijn nét klanten.....”
* Willemijn van der Zwaard is senior adviseur bij de RVS en projectleider van De Zorgagenda. Wilt u meer teruglezen over de resultaten van de raadpleging? Lees dan de blogs op www.dezorgagenda.nl. Op deze website informeren we u ook over de gesprekken die we voeren naar aanleiding van de resultaten, en hoe we verder werken aan concrete ideeën en perspectieven voor beleid.