Wetsvoorstel Zorg en dwang bij Tweede Kamer ingediend
Begin juli is het wetsvoorstel Zorg en dwang bij de Tweede Kamer ingediend. Deze wet bepaalt onder andere waar, wanneer en onder welke voorwaarden vrijheidsbeperkingen mogen worden toegepast. De wet zorg en dwang sluit qua termen en procedures beter aan bij mensen met een verstandelijke beperking of dementie dan de nu geldende Wet Bopz.
Nu valt de zorgverlening en dwangbehandeling voor mensen met een verstandelijke beperking of met dementie nog onder de Wet Bopz. Die wet is echter vooral gericht op psychiatrische behandelingen in een psychiatrisch ziekenhuis en schiet dan ook in meerdere opzichten tekort.
Wetsvoorstel
In het wetsvoorstel Zorg en dwang wordt de term onvrijwillige zorg in plaats van de term vrijheidsbeperking gehanteerd. Onvrijwillige zorg is zorg waarmee cliënt of vertegenwoordiger niet instemt of waartegen de cliënt zich verzet. Dit verzet moet duidelijk ergens tegen gericht zijn en moet consequent geuit worden. Het wordt uitgesplitst in vijf categorieën:
1. toedienen van vocht, voeding of medicatie om somatische reden;
2. toedienen van medicatie die de bedoeling heeft om gedrag of bewegingsvrijheid te beïnvloeden (psychofarmaca en sederende medicatie).
3. beperkingen in bewegingsvrijheid;
4. toezichtmaatregelen waarvan cliënt geen weet heeft (domotica) (vaak bij mensen met verstandelijke beperking);
5. beperking van het recht om een eigen leven in te richten (wegzetten van medicijnen, gas afsluiten).
Categorie 2 en 3 worden gelijk gesteld aan onvrijwillige zorg, ook al stemt de vertegenwoordiger er mee in en ook al verzet de cliënt zich niet, omdat deze beperkingen zo ingrijpend zijn.
Onvrijwillige zorg uitzondering
In de wet staat centraal dat onvrijwillige zorg een uitzondering is. Toepassing daarvan mag alleen als er sprake is van ernstig nadeel voor de cliënt zelf of voor anderen. De wet regelt dat dit soort maatregelen altijd in een zorgplan te vinden moeten zijn. Opnemen in het zorgplan mag alleen als is aangetoond dat er sprake is van ernstig nadeel. Uit het zorgplan moet blijken welke situatie dwang rechtvaardigt en waarom andere, minder ingrijpende middelen niet toereikend zijn. Als het daadwerkelijk tot uitvoering van onvrijwillige zorg komt, moet een zorgverlener controleren of er op een verantwoorde manier toezicht op de cliënt kan worden gehouden.
Condities
Ook regelt de wet onder welke condities mensen tegen hun zin kunnen worden opgenomen. Dat kan via een procedure bij de rechter. In noodsituaties kan de burgemeester een maatregel voor 3 dagen treffen.
De wet zorg en dwang is een vangnet voor als het echt niet anders kan; het inzetten van onvrijwillige zorg is altijd een laatste redmiddel. Om deze cultuur over te brengen bij zorgaanbieders is Zorg voor Beter gestart met een serie trajecten waarin zorgverleners leren zoeken naar alternatieven voor onvrijwillige zorg.
In werking
De verwachting is dat het wetsvoorstel na parlementaire behandeling in 2010 in werking zal treden. Ten behoeve van de parlementaire behandeling heeft de VGN (samen met ActiZ) 27 augustus 2009 een reactie op het wetsvoorstel aan de Tweede Kamer gestuurd. Deze reactie treft u bijgaand aan.