Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018 door Tweede Kamer aangenomen
De Tweede Kamer heeft 20 november jl. het Wetsvoorstel medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018 (Wmcz 2018) aangenomen. De VGN heeft gezamenlijk met de andere brancheorganisaties in de zorg (BoZ) stevige kritiek geuit op de Wmcz 2018 en een lobby gevoerd waarbij zij ook wijzigingsvoorstellen heeft gedaan. Hiervan zijn er verschillende overgenomen in amendementen van Kamerleden die vervolgens zijn aangenomen.
Zo is de nieuwe medezeggenschapswet op een belangrijk punt verbeterd. Het wetsvoorstel voorzag in een complexe geschillenregeling met vier beoordelende instanties. De Tweede Kamer heeft deze geschillenregeling sterk vereenvoudigd door een amendement van de SGP aan te nemen. Hierdoor resteren slechts twee beoordelende instanties. De commissie van vertrouwenslieden oordeelt in eerste instantie, daarna is alleen nog beroep mogelijk bij de Ondernemingskamer van het Gerechtshof in Amsterdam.
Hoewel de BoZ handhaving van het bestaande ‘verzwaard adviesrecht’ heeft bepleit (maar daarvoor was nauwelijks tot geen steun te vinden in de Tweede Kamer, evenals voor het schrappen van het enqueterecht), zijn wij tevreden over een aanpassing van het instemmingsrecht van cliëntenraden waartoe de Tweede Kamer, opnieuw op voorstel van de SGP, heeft besloten. Dit houdt in dat zorgaanbieders een besluit waarmee de cliëntenraad niet instemt, toch kunnen nemen als de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden oordeelt dat zij daarvoor ‘zwaarwegende redenen’ hebben. In de oorspronkelijke wettekst was dit beperkt tot alleen 'zwaarwegende bedrijfsorganisatorische, bedrijfseconomische en bedrijfssociale redenen'.
Een ander belangrijk punt dat ook is gewijzigd, is dat de kosten die een cliëntenraad maakt voor het voeren van rechtsgedingen nog slechts ten laste van de komen van de zorgaanbieder als deze kosten “redelijkerwijs noodzakelijk” zijn. In de wet stond slechts de eis dat de cliëntenraad de zorgaanbieder voorafgaand daarvan in kennis moest stellen. Bij een verschil van mening over wat in een concreet geval redelijkerwijs noodzakelijk is kan een uitspraak van de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden worden gevraagd.
De BoZ betreurt het dat de Tweede Kamer de mogelijkheden om de medezeggenschap van cliënten flexibel in te richten al naar gelang de behoefte van cliënten, heeft beperkt. Medezeggenschap in de langdurige zorg en in de thuiszorg moet nu in principe per locatie worden georganiseerd. De BoZ constateert echter ook dat de wet mogelijkheden biedt om daarvan af te wijken als cliënten dat wensen of als het instellen van een cliëntenraad voor een locatie redelijkerwijs niet gevraagd kan worden.
Het wetsvoorstel ligt inmiddels bij de Eerste Kamer. Binnenkort stelt zij haar procedure voor de behandeling hiervan vast.
Zie voor het verslag van de tweede termijn van het debat, de amendementen en moties en de nieuwe tekst van de wet de bijlagen onderaan dit bericht. Zie voor het verslag van de eerste termijn van het debat en de BoZbrieven ons eerdere bericht https://www.vgn.nl/nieuws/behandeling-eerste-termijn-wet-medezeggenschap-clienten-zorginstellingen-wmzc . Voor meer informatie over de wetsbehandeling, alle Kamerstukken en een opsomming van de belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de huidige Wmcz: https://www.eerstekamer.nl/wetsvoorstel/34858_wet_medezeggenschap_clienten