Voorjaarsnota en meicirculaire 2018

In de voorjaarsnota 2018 rapporteert het kabinet over de uitvoering van de begroting 2018 en verder. De belangrijkste aanpassing ten opzichte van de vorige begroting (prinsjesdag) betreft de overgang van de middelen voor de Wmo en de Jeugdwet van een aparte uitkering naar de algemene middelen in het Gemeentefonds. Daarnaast is extra geld beschikbaar voor de transformatie in de Jeugdwet en voor de overgangsproblematiek naar de Wlz (zorgval). In de meicirculaire gemeentefonds 2018 is de besluitvorming uit de voorjaarsnota verder uitgewerkt. Hieronder lichten wij de belangrijkste punten uit beide documenten toe.

nota

Overheveling budgetten voor Wmo, Jeugdwet en participatie naar het gemeentefonds
Zoals afgesproken in het regeerakkoord worden vanaf 2019 de aparte integratie uitkeringen voor de Wmo, de Jeugdwet en een deel van participatie opgenomen in de algemene uitkering van het Gemeentefonds. Daarmee worden ze overgeheveld van het onderdeel zorg naar het onderdeel gemeentefonds van de rijksbegroting. Uitzonderingen zijn het budget voor beschermd wonen en voor Voogdij/18+. Deze blijven nog als aparte uitkering bestaan. Bij de participatie betreft de overheveling alleen het deel re-integratie klassiek.

In het overleg tussen Rijk en gemeenten is daarbij de voorwaarde gesteld dat de onderdelen die worden overgeheveld, herkenbaar te volgen zijn in de algemene uitkering. Daarom is gekozen voor het onderbrengen in subclusters. Onder het cluster Maatschappelijke ondersteuning worden de subclusters Wmo begeleiding en Wmo huishoudelijke verzorging ondergebracht. Daarnaast komt er een subcluster Jeugdhulp onder het cluster Jeugd. Het onderdeel re-integratie klassiek wordt het subcluster participatie onder het cluster Inkomen en participatie

Budget en indexatie sociaal domein
Bij de bepaling van het benodigde budget wordt grotendeels dezelfde maatstaven gebruikt als bij het gemeentefonds. Wel zijn er definitieverschillen en verschillende peildata. Deze worden geüniformeerd. Om herverdelingseffecten te voorkomen is bestuurlijk afgesproken dat er een suppletie-uitkering wordt toegekend, tot de verdeelmodellen sociaal domein binnen het gemeentefonds naar verwachting in 2021 integraal zijn aangepast. Hiernaar wordt nog onderzoek uitgevoerd.

Wat betreft de indexatie zal voor de onderdelen waarbij overheveling is voorzien gelden dat zij tot en met één jaar na de overheveling loon- en prijsontwikkeling ontvangen bij de meicirculaire van het lopende jaar. Daarna wordt de trap-op-trap-af systematiek (volgen van de ontwikkelingen van de totale Rijksuitgaven) gevolgd die voor het gemeentefonds gebruikelijk is.

Middelen voor Jeugd
In de voorjaarsnota is aangegeven dat er in 2018 €35 miljoen extra beschikbaar wordt gesteld voor de subsidieregeling «Bijzondere transitiekosten Jeugdwet» (uit gevoerd door de Transitie Autoriteit Jeugd).

Daarnaast is voor Jeugdzorg een transformatiefonds Jeugd voor de jaren 2018-2020 van €36 miljoen per jaar beschikbaar. Het Transformatiefonds is bedoeld om de transformatiebeweging te bevorderen en sluit aan bij het actieprogramma Zorg voor de Jeugd. Jeugdzorgregio’s kunnen hiervoor plannen indienen. De spelregels hiervoor worden door het Rijk en de VNG opgesteld en in juni 2018 gepubliceerd.

Tijdelijke voorziening knelpunten sociaal domein
In het kader van het Interbestuurlijk programma is met de VNG afgesproken dat er een voorziening voor knelpunten in het sociaal domein wordt gevormd. Hiervoor is eenmalig €100 miljoen beschikbaar. De VNG legt een voorstel voor de aanwending eind juni voor aan haar leden.

Verminderen overgangsproblematiek naar Wlz
De minister heeft recent aangekondigd om de mogelijkheden voor zorg thuis vanuit de Wlz te verruimen. Dit betreft vooral vermindering van de overgangsproblematiek van Wmo en/of Zvw naar de Wlz («zorgval»). Om de gevolgen van deze zogenaamde «zorgval» te verminderen worden de regeling extra kosten thuis aangepast en de meerzorgregeling vereenvoudigd. Er zijn extra middelen beschikbaar oplopend tot €40 miljoen in 2022 om dit te kunnen financieren

Meer geld voor beschutte werkplekken
Volgens afspraak in het regeerakkoord is vanaf 2018 extra geld beschikbaar voor activering van en dienstverlening aan mensen in een kwetsbare positie. Hierdoor ontstaat er voor 20.000 extra personen de mogelijkheid voor beschut werk en kunnen meer mensen met een beperking betaald werk verrichten. Hiervoor is op de begroting van Sociale Zaken een bedrag van bijna €10 miljoen in 2019 oplopend tot ruim 63 miljoen in 2022 beschikbaar.