Voorjaarsnota en Gemeentefonds 2019

In de voorjaarsnota 2019 rapporteert het kabinet over de uitvoering van de begroting 2019 en verder. In de meicirculaire gemeentefonds 2019 is de besluitvorming uit de voorjaarsnota die de gemeenten raakt verder uitgewerkt. De grootste wijzigingen vinden plaats in het cluster jeugdhulp. Vanaf 2019 is er extra budget voor de jeugdhulp beschikbaar. Verder worden mobiliteitshulpmiddelen overgeheveld van de Wmo naar de Wlz.
Hieronder lichten wij de belangrijkste punten uit beide documenten voor de gehandicaptenzorg toe.

nota

Jeugdhulp

Voor jeugdhulp is in 2019 €420 miljoen extra beschikbaar en voor 2020 en 2021 €300 miljoen per jaar. Er wordt nog verder onderzocht of structureel meer middelen nodig zijn. Vooruitlopend op afspraken over verlengde jeugdhulp in gezinshuizen worden structureel middelen toegevoegd, oplopend van €2.2 miljoen in 2019 tot €11.4 miljoen in 2024.

Mobiliteitshulpmiddelen en roerende voorzieningen

Vanaf 2020 worden mobiliteitshulpmiddelen, zoals rolstoelen, voor alle cliënten die in een Wlz instelling verblijven overgeheveld naar de Wlz. Hetzelfde geldt voor roerende voorzieningen, die door meerdere cliënten te gebruiken zijn, zoals hoog-laagbedden en tilliften. Er vinden nog besprekingen plaats tussen de VNG en het rijk over de over te hevelen middelen uit de Wmo naar de Wlz. De uitkomsten daarvan worden in de septembercirculaire opgenomen. Voor de roerende voorzieningen wordt €7 miljoen overgeheveld van de Zvw naar de Wlz.

Indicering en verdeling

De ontwikkeling van het algemene uitkering, waartoe nu ook het grootste deel van het sociaal domein behoort, volgt de ontwikkelingen in de rijksuitgaven (trap-op, trap-af normering). Deze is voor 2019 positief bijgesteld, maar voor de komende jaren negatief. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de lagere ontwikkeling van lonen en prijzen. Er wordt onderzoek gedaan naar een nieuw verdeelmodel van het gemeentefonds, de beoogde invoering hiervan is in 2021.

Deze pagina is een onderdeel van