Van Rijn: Minder lastendruk en meer maatwerk in Wmo
Tijdens het Algemeen Overleg op woensdag 8 juni riepen verschillende Kamerleden staatssecretaris Van Rijn op om de administratieve lastendruk in de Wmo te verminderen. Van Rijn gaf hieraan gehoor en gaf aan hierbij gebruik te maken van de ervaringen bij de huisartsen. Volgens hem is standaardisatie goed mogelijk zonder dat de beleidsvrijheid van gemeenten om de inhoud van de zorg te bepalen, wordt aangetast.
Voor de VGN is dit een belangrijk onderwerp. Wij hebben eerder in een brief aan de Kamer aangegeven dat een te groot deel van het budget verloren gaat aan administratieve lasten. Als elke gemeente dezelfde werkwijze kiest voor het ontvangen en betalen van declaraties, levert dit alleen al een besparing op van tientallen miljoenen euro’s die ten goede kunnen komen aan de ondersteuning van kwetsbare burgers. De VGN pleit er daarom voor om het gebruik van de ISD-producten tot een veldnorm te maken voor gemeenten en zorgaanbieders. De staatssecretaris beloofde in het overleg dat hij binnen 2 weken een brief naar de Kamer stuurt over zijn aanpak van de administratieve lastendruk met een stevige agenda.
Maatwerk
Kamerleden zien dat gemeenten volop bezig zijn met vernieuwing. Maar ze horen ook signalen dat er te weinig maatwerk wordt geboden. De richting is goed, maar de uitvoering moet beter, aldus Otwin van Dijk (PvdA). Hij pleit – net als de VGN - voor maatwerk over domeinen heen. De staatssecretaris kreeg ook de vraag wat hij aan maatwerk in de dagopvang voor bijvoorbeeld mensen met NAH gaat doen. Hij antwoordde dat gemeenten daar verschillend over denken (integraal of specialistisch), maar dat hij het belangrijk vindt om gespecialiseerde voorzieningen voor specifieke doelgroepen overeind te houden. De ChristenUnie is bezorgd dat cliënten het aanbod van de dagopvang als verschraald ervaren. Van Rijn wil van de cliënten zelf horen wat ze hiervan vinden en hun ervaringen gaan meten.