Stand van zaken implementatie Wet zorg en dwang (Wzd)
De Wzd treedt 1 januari 2020 in werking en zal daarmee de huidige wet Bopz vervangen. De totstandkoming van het implementatieplan van VWS heeft vertraging opgelopen (en daardoor ook de voorbereidingen van de VGN). VWS heeft vorig najaar Vilans de opdracht gegeven advies uit te brengen aan VWS over de implementatie van de Wzd. Dit advies is begin juni aan VWS opgeleverd. Op dit moment is VWS bezig het implementatieplan af te ronden. Zodra dit bekend is zal dit hier worden gepubliceerd.
Andere elementen die een rol spelen bij de voorbereiding van de implementatie, zijn de te verwachten Wijzigingswet over de Wzd-functionaris (deze ligt inmiddels bij de Raad van State en zal na de zomer bij de Tweede Kamer worden ingediend) en de Besluiten die uit de Wzd voortvloeien, waaronder het Besluit zorg en dwang dat met name gaat over ambulante dwang. Het Besluit zorg en dwang zal naar verwachting in de tweede helft van juli naar de Tweede Kamer worden gestuurd. Ook komt er eind juli een nieuwe toelichting op de wetsartikelen van de Wzd. De Wzd heeft zoveel wijzigingen ondergaan dat de toelichting en bedoeling van de wettekst nauwelijks meer te achterhalen vallen. Omdat deze essentieel zijn voor de interpretatie van de wet, wordt de toelichting nu door VWS opnieuw geredigeerd.
Handreikingen
De VGN zal dit najaar in ieder geval twee handreikingen uitbrengen. Eén daarvan is een Handleiding ‘Wzd voor zorgaanbieders’ , waarin alle relevante onderwerpen worden toegelicht en uitgewerkt (onder andere opname en verblijf, onvrijwillige zorg, actoren bij de uitvoering van onvrijwillige zorg, rechtspositie cliënt, toezicht, ambulante onvrijwillige zorg). De andere handreiking zal voorzien in het juridische kader op basis waarvan een zorgaanbieder kan kiezen of hij onvrijwillige zorg gaat aanbieden of niet en op welke locatie(s) hij dit wil gaan doen. In de handreiking wordt geschetst aan welke voorwaarden een organisatie moet voldoen als zij kiest voor het aanbieden van onvrijwillige zorg. Tevens wordt geschetst wat de implicaties zijn als een organisatie hier niet voor kiest. Daarbij komt aan de orde in hoeverre ook buiten de Wzd (op basis van de Wgbo) zorg kan worden geboden ondanks dat de cliënt zich daartegen verzet.
Registratie
Een aantal onderwerpen heeft zijn eigen traject. De Wzd bepaalt dat onvrijwillige zorg geregistreerd moet worden. Het is niet nodig om een aparte registratie bij te houden. Onvrijwillige zorg kan ook geregistreerd worden in het elektronisch cliëntdossier (ecd). Het ecd moet dan wel de gegevens kunnen genereren die nodig zijn om halfjaarlijkse overzichten van de verleende onvrijwillige zorg op te stellen en om de verleende onvrijwillige zorg te kunnen analyseren. De VGN is bezig met de instelling van een werkgroep voor dit onderwerp en zal haar leden te zijner tijd nader informeren over dossiervoering en wat exact moet worden geregistreerd.
Cliëntenvertrouwenspersoon
De minister van VWS heeft tijdens de plenaire behandeling van de Wzd in de Eerste Kamer aangekondigd, dat hij de financiering van het cliëntenvertrouwenswerk zal overnemen van de zorgaanbieders. Het cliëntenvertrouwenswerk wordt op regionaal niveau georganiseerd, waarbij de zorgkantoren de taak krijgen om aanbieders van vertrouwenswerk te contracteren. Dit alles betekent, dat zorgaanbieders geen zorg meer dragen voor de beschikbaarheid van een cliëntenvertrouwenspersoon. Wel zal de zorgaanbieder cliëntenvertrouwenspersonen in staat moeten stellen hun werk te verrichten in de instelling. Sinds de inwerkingtreding van de Jeugdwet (1 januari 2015) is deze werkwijze al gangbaar voor zorgaanbieders die (ook) jeugdhulp aanbieden.