Reactie VGN op zwartboek Stichting Klokkenluiders VG
Op 29 oktober heeft het bestuur van Stichting Klokkenluiders VG een zwartboek aangeboden aan de vaste commissie van VWS van de Tweede Kamer. De VGN is van mening dat er onterecht een beeld wordt geschetst dat zorgaanbieders niet zouden openstaan voor klachten over de zorg voor cliënten.
De VGN heeft al in februari van dit jaar de Stichting uitgenodigd om in een gesprek haar klachten met ons te bespreken. Deze uitnodiging is destijds door de klokkenluiders afgewezen. De VGN is overigens nog altijd bereid om dit gesprek aan te gaan wanneer de Stichting dit wil.
Verschillende manieren om klachten te bespreken
De VGN realiseert zich dat er gevallen zijn waarbij een cliënt of naaste een klacht heeft over de zorg. De gehandicaptensector staat dan ook open voor kritiek en klachten om zo de zorg aan onze cliënten steeds verder te verbeteren. Het gesprek hierover gaan instellingen graag aan.
Daarnaast voldoen onze instellingen aan de wet klachtrecht (de WKZC) die voorschrijft dat iedereen direct terecht kan bij een klachtencommissie. Deze commissies hebben een onafhankelijke voorzitter. Ook werken veel instellingen met een cliëntvertrouwenspersoon waar mensen in vertrouwen terecht kunnen met hun klacht. Wel zal bij klachten ook aan de kant van de klager welwillendheid moeten bestaan om de klacht te bespreken en op te lossen.
Inzet zorgmiddelen complex
De klachten van de Stichting Klokkenluiders VG, ook geuit in de de Nieuwsuur-uitzending van 26 oktober, gaan vooral over situaties waarin het voor cliënten en/of hun verwanten onvoldoende inzichtelijk is hoe de voor hen beschikbare zorgmiddelen worden ingezet. De VGN begrijpt dat dit soms complex is. Het is van belang te beseffen dat gehandicaptenzorg in een verblijfssituatie doorgaans groepszorg is. Iedere cliënt brengt middelen mee op basis van de gestelde indicatie en het daarop gebaseerde zorgzwaartepakket. Maar alleen door budgetten van een groep cliënten samen te voegen is het mogelijk om 24-uurs beschikbaarheid rond te krijgen of bijvoorbeeld de gewenste specialistische zorg. De zorgzwaartepakketten en de bijbehorende tarieven zijn op deze uitgangspunten gebaseerd.
Naast dit groepseffect, waarbij je financiële middelen dus niet één op één kunt terugrekenen, is ook een deel van de zorg wel nodig, maar niet direct zichtbaar. Denk daarbij aan een wacht op afstand, aan de financiering van opleidingen voor het omgaan met complexe zorgvragen, maar ook aan overhead die iedere instelling heeft. Overheadkosten in de gehandicaptenzorg zijn overigens laag.
Wanneer er verbeteringen mogelijk zijn in de transparantie in de besteding van de AWBZ-gelden, zal de sector dit zeker steunen.
Toetsing en onafhankelijke indicatiestelling
De uitgaven van de zorggelden worden jaarlijks getoetst door het zorgkantoor, de Nederlandse Zorgautoriteit en accountants van zorginstellingen. Verder leggen zorgaanbieders in zorgplannen samen met cliënten en/of hun vertegenwoordigers vast op welke zorg en ondersteuning cliënten kunnen rekenen. In de jaarlijkse zorgplanbespreking wordt het zorgplan geëvalueerd en zo nodig bijgesteld.
De VGN is van mening dat AWBZ-gelden op de juiste manier ingezet moeten worden en dat upcoding met het doel om opzettelijk en onterecht financieel voordeel te behalen uit indicaties moet worden aangepakt en tegengegaan. De VGN is mede daarom ook voorstander van een onafhankelijke instantie die zorg draagt voor de indicatiestelling.