Rapport 'Lasten onder de loep' over kosten VG-zorg
In 2011 besteedde Nederland bijna zeven miljard euro aan de zorg voor verstandelijk gehandicapten en dat bedrag loopt gestaag op. De afgelopen maanden heeft het Sociaal Cultureel Planbureau onderzoek gedaan naar de achtergronden van deze groei. De resultaten van dit onderzoek zijn op 3 juli gepubliceerd in het rapport Lasten onder de loep.
Het rapport analyseert wat er schuilgaat achter de kostentoename die zich tussen 2007 en 2011 voordeed. Komt die voort uit meer mensen die hulp vragen; ligt het aan stijgende prijzen; of neemt de hoeveelheid zorg per vrager toe? En loopt dit uiteen voor verschillende typen zorgvragers? Door te kijken naar de leeftijd, type zorg en de ernst van de verstandelijke beperking van de mensen die zorg vragen, wordt duidelijk welk type groei zich bij welke groepen heeft voorgedaan.
Het rapport levert een objectieve basis voor de beleidsdiscussie over de toekomstige opzet van de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking, in een tijd dat de financiële beheersbaarheid ervan hoog op de politieke agenda staat, aldus het SCP.
Kostenstijging door een toenemend aantal clienten
De bevindingen in het rapport zijn in lijn met eerdere rapporten over de gehandicaptenzorg, waaronder de brancherapporten van de VGN. Het nu verschenen rapport concludeert dat de kosten per cliënt de afgelopen jaren beperkt zijn gestegen en dat de kostenstijging vooral het gevolg is van een toename van het aantal cliënten. Deze toename doet zich vooral voor bij cliënten met een relatief hoger IQ (tussen 70 en 85), het aantal cliënten met een IQ van 50 en lager is nagenoeg constant gebleven.
Geen eenduidige verklaring van de groei
Het rapport geeft geen eenduidige verklaring van de groei. In Nederland hebben 2,2 miljoen mensen een IQ tussen de 70 en 85. Deze groep mensen ervaart misschien steeds vaker problemen door de ingewikkelder wordende maatschappij en zoekt daarom steeds vaker en meer hulp. Aan de andere kant is het ook mogelijk dat deze groep mensen met een lichtere verstandelijke handicap altijd al hulp nodig had en deze nu ook daadwerkelijk ontvangt dankzij betere opsporingsmethoden (bv. onderwijs), diagnose- en behandelmethoden.
Andersom kan er ook een groep zijn die lang niet altijd hulp nodig heeft, maar door actieve opsporing sneller bij een indicatiekantoor uitkomt (bv. op advies/aandringen van een leerkracht). Mogelijk speelt ook de voortdurende verbetering van de kwaliteit een rol. Dit kan niet alleen leiden tot verbeteringen in de ondersteuning, maar ook gepaard gaan met kostenstijgingen. Ten slotte suggereert het SCP dat de mogelijkheid tot fraude met PGB's de afgelopen jaren heeft geleid tot een extra stijging in de zorgvraag.