Overheid haalt doelstelling banenafspraak opnieuw niet
De overheid heeft vorig jaar meer arbeidsgehandicapten in dienst genomen, maar heeft haar doelstelling opnieuw niet gehaald. Eind vorig jaar hadden er 10.000 banen extra moeten zijn en het zijn er 6.471. Hiermee is het quotum van tienduizend banen nog niet gehaald en moet de overheid nog een flinke inhaalslag maken.
Om de prestaties van overheidswerkgevers te verbeteren, zijn verschillende onderzoeken uitgevoerd. Die onderzoeken zijn samen met de cijfers van de banenafspraak over 2017 naar de Tweede Kamer gestuurd. In een brief aan de Tweede Kamer moedigt staatssecretaris Tamara van Ark onder meer ministeries en scholen aan ‘de stijgende lijn door te trekken’. Halen de werkgevers bij de overheid over 2019 de banenafspraak weer niet, dan kan een heffing worden opgelegd van €5.000 per niet-ingevulde baan.
De betrokken ministeries gaan de komende maanden gebruiken om acties uit te werken over hoe zij het aanwezige potentieel van mensen met een arbeidsbeperking kunnen benutten. De VGN vindt dit positief en is met de ministeries in gesprek hoe regels verbeterd kunnen worden zodat mensen met een beperking meer kansen krijgen om aan de slag te komen.
Aanbevelingen onderzoek
Uit één van de onderzoeken blijkt dat de doelgroep groot genoeg is om de doelstellingen uit de banenafspraak te halen. Ook blijkt dat er bij overheidswerkgevers nog veel mogelijkheden zijn die niet zijn benut. Zo blijkt dat vergelijkbare scholen in verschillende mate mensen met een arbeidsbeperking aannemen. Bovendien zijn de beelden over de banenafspraak negatiever bij organisaties die geen ervaring hebben met de banenafspraak. De allesbepalende succesfactor is de wil en het enthousiasme bij de werkgever.
Een knelpunt waar overheidswerkgevers tegenaan lopen is dat wanneer zij diensten inkopen, zoals schoonmaak en catering, de mensen uit de doelgroep die dit werk voor hen verrichten, niet meetellen bij de werkgever bij wie zij in de praktijk aan de slag zijn, maar bij het schoonmaak- of cateringbedrijf.
Het onderzoek ziet onder andere een meerwaarde in het aanstellen van een centraal persoon (per overheidssector) om het enthousiasme te stimuleren bij overheidswerkgevers om de banenafspraak te realiseren. Een andere aanbeveling is om binnen de sector overheid een centraal punt in te richten waar werkgevers met vragen terecht kunnen. Verder pleit het onderzoek ervoor om de uitvoering van de banenafspraak duurzaam te beleggen binnen de organisatie en onderdeel te laten worden van de reguliere HR-processen, met bijbehorende middelen. Ook kunnen werkgevers creatiever omgaan met hoe zij mensen plaatsen, bijvoorbeeld door de succesvolle ervaringen met ‘omgekeerd plaatsen’ (de mogelijkheden van de kandidaat voorop stellen en op basis daarvan een takenpakket samenstellen) verder uit te diepen. De VGN pleit voor een persoonsgericht traject: van dagbesteding via beschut werk en deeldiploma’s naar een betaalde baan. De opleiding tot woonhulp is een mooi voorbeeld van hoe je voor jongeren met een beperking mogelijkheden creëert.
Van Ark: “Ik vind het heel belangrijk dat mensen met een arbeidsbeperking mee kunnen doen. Er staan nu nog teveel mensen aan de kant. Hen aan de slag helpen én houden, is voor mij de absolute prioriteit van deze kabinetsperiode.”
Bedrijfsleven doet het goed
Terwijl de overheid achterblijft, ligt het bedrijfsleven voor op schema. Daar zou het aantal extra banen eind vorig jaar 23.000 moeten zijn, maar het zijn er al 30.432. 'Ik vind dit een hele mooie prestatie. Marktwerkgevers hebben zich van hun beste kant laten zien, aldus staatssecretaris Tamara van Ark (Sociale Zaken en Werkgelegenheid).
Zie hier de Kamerbrief en de onderzoeken