NZa stelt regels voor compensatie energiekosten langdurige zorg 2022 vast
De NZa heeft de beleidsregel compensatie hogere energiekosten 2022 Wlz vastgesteld waarmee zorgaanbieders in de langdurige zorg een compensatie kunnen krijgen voor bovenmatig gestegen (energie)prijzen in 2022. Dit deed de NZa op verzoek van het ministerie van VWS. Het kabinet heeft hiervoor eenmalig een bedrag van 100 miljoen euro beschikbaar gesteld.
De beleidsregel kent twee compensatie-delen; een generieke compensatie en een specifieke compensatie.
Generieke compensatie
Voor zorgaanbieders die zorg in natura leveren, wordt het budget opgehoogd met 0,26530%. Hiermee wordt 70 miljoen euro verdeeld over de zorgaanbieders in de langdurige zorg. Zorgaanbieders hoeven hierover geen verantwoording af te leggen. Dit wordt automatisch verwerkt bij de nacalculatie Wlz 2022.
Specifieke compensatie
Voor de specifieke vergoeding komen alleen zorgaanbieders in aanmerking waarbij de energiekosten in 2022 meer dan 20% zijn gestegen ten opzichte van de energiekosten in 2021. Hiervoor is een geoormerkte contracteerruimte van 30 miljoen euro beschikbaar. Zorgaanbieders kunnen samen met het zorgkantoor hun aanvraag op concernniveau indienen via de nacalculatie Wlz 2022 bij de NZa.
Impactstudie prijsstijgingen
De VGN heeft in het laatste kwartaal van 2022 bij het ministerie van VWS stevig aangedrongen op adequate maatregelen ter compensatie van de (energie)prijsstijgingen waar aanbieders mee te maken hebben. In dat kader hadden wij de resultaten van de impactstudie prijsstijgingen die wij samen met Intrakoop hadden uitgevoerd vroegtijdig met het ministerie gedeeld.
2023
Voor 2023 is voor de Wlz geen regeling voorzien. Het ministerie verwijst voor bekostiging van hoge materiele kosten naar zorgkantoren voor invulling van de zorginkoop binnen de opgehoogde maximumtarieven 2023.
De vraag is of zorgkantoren aanbieders hiermee voldoende tegemoet komen voor hoge kosten, in het bijzonder voor hoge energiekosten 2023 die voor een aanbieder redelijkerwijs niet te dragen zijn. De VGN vormt hier graag binnenkort een eerste beeld van, via een uitvraag onder aanbieders.