NZa adviseert spoedige overheveling van extramurale behandeling naar Zvw
De NZa heeft haar advies over de bekostiging van extramurale behandeling in de Zvw uitgebracht aan VWS. De NZa adviseert een overgangsmodel met 10 prestaties. De VGN heeft de NZa voorgesteld om voor het interdisciplinaire behandelprogramma NAH alvast per 2019 een integrale bekostiging (als voorloper van het eindmodel) in te voeren. De NZa heeft dat niet overgenomen.
In november 2016 informeerden we u over het advies dat het Zorginstituut aan de staatssecretaris uitbracht over de overheveling van de extramurale behandeling naar de Zorgverzekeringswet. De kern van het advies: de zorg die de SO en de AVG leveren, kan onder zorg ‘zoals huisartsen die plegen te bieden’ worden gevat. Daarmee kan deze zorg in de Zvw worden ondergebracht. Vooraf moet deze zorg wel in multi-/interdisciplinaire zorgprogramma’s (evidence-based behandelprogramma’s) worden omschreven. Ten eerste voor de zorgverlener uit oogpunt van kwaliteit van de zorgverlening, ten tweede voor de verzekeraars uit oogpunt van een adequate inkoop en ten derde voor de NZa uit oogpunt van het opstellen van prestatiebeschrijvingen in verband met de tariefstelling. De VGN reageerde: we kunnen ons vinden in deze overheveling, maar hechten aan een goede afbakening met de Jeugdwet, aan aparte aanspraken in de Zvw voor deze behandeling en aan adequate behandelprogramma’s.
In februari 2017 reageerde het ministerie positief te staan tegenover dit advies, maar de staatssecretaris concludeerde tevens dat er eerst nog veel zorgprogramma’s moeten worden gemaakt en dat de NZa nog een advies moet geven over de bekostiging. Omdat alle voorbereidingen niet per 2018 klaar zijn, besloot de staatssecretaris dat de ‘Tijdelijke subsidieregeling extramurale behandeling’ (TSR) nog een jaar van kracht zal blijven, dus gedurende 2018.
Advies van de NZa
In november 2017 heeft nu de NZa haar advies aan het departement aangeboden. Kern: de NZa spreekt verder over ‘aanvullende geneeskundige zorg voor specifieke doelgroepen in de eerste lijn’. De bekostiging via de Zvw kan voor de korte termijn op basis van 10 prestaties, gebaseerd op de Tijdelijke Subsidieregeling die 19 prestaties kent. Dit kunnen we zien als een overgangsmodel. Voor de langere termijn kan door de NZa met partijen in een doorontwikkeltraject worden verkend waar mogelijkheden liggen om de bekostiging multidisciplinair en integraal vorm te geven (het eindmodel). De VGN is bij de voorbereiding van dit advies betrokken geweest. Onze reactie: we kunnen ons vinden in dit overgangsvoorstel, leden kunnen met deze 10 prestaties in dit overgangsregime goed uit de voeten, maar we hebben wel een punt van kritiek: het behandelprogramma voor mensen met niet-aangeboren hersenletsel dat een aantal leden van de VGN (verenigd in Hersenz) heeft geschreven, kan per 2019 reeds dienen voor een experiment voor het toekomstige eindmodel van de bekostiging: een integrale bekostiging met één prestatie voor dit multi-/interdisciplinaire behandelprogramma. Dat bespaart veel administratie en registratie en alle partijen kunnen veel van zo’n experiment leren. Hersenz is bereid hierop te investeren. En verder werkt de VGN graag mee aan de verdere uitwerking van multidisciplinaire zorgprogramma’s.
Betekenis van dit advies voor de praktijk
In 2018 blijft de TSR van kracht. Kenmerk: een subsidieregeling met vaste tarieven en ingekocht via de zorgkantoren. Voor 2019 hanteert VWS als uitgangspunt dat het overgangsmodel in de Zvw komt. Het is de vraag of dat lukt, gezien de vele voorbereidingen die nog nodig zijn. De implicatie voor aanbieders: geen vaste, maar max-tarieven, onderhandelbaar met de zorgverzekeraars. Dit biedt kansen voor nieuwe aanbieders en dus ook meer concurrentie. In 2020 of 2021 zou dan het eindmodel met een integrale bekostiging van interdisciplinaire behandelprogramma’s kunnen ingaan. De precieze planning is in dit stadium onmogelijk, omdat de meeste programma’s nog gemaakt moeten worden.
Rol VGN richting eindmodel
Voor het eindmodel moeten zorgprogramma’s worden geschreven. Er zijn allerlei voorbeelden van programma’s die in instellingen zijn en worden gemaakt. Daar wordt in het kader van kwaliteit door onze instellingen hard aan gewerkt. Voor de NZa zijn min of meer uniforme beschrijvingen nodig, om er in de toekomst prestaties van te kunnen maken met een bijpassend tarief. In onze sector lijkt het (in voorlopige zeer grofmazige lijnen) te gaan om programma’s voor NAH/LG, SGLVG, LVB-complex en VG/EMB/EVG. Bij de verdere uitwerking heeft de VGN een meer regisserende rol en komt de inhoud vanuit de instellingen. In de zomer van 2017 heeft de VGN een uitvraag onder de leden gedaan naar de kwantitatieve en kwalitatieve aspecten van extramurale behandeling.
Kwantitatief: globaal gaat het in de sector om pakweg €20 miljoen. Kwalitatief: wat hebben instellingen zelf al aan voorbeelden van programma’s. De voorbeelden zijn veelal opgestuurd. Bij een programma gaat het globaal om de volgende punten: de zorgvraag, de interventies, de behandeldisciplines en de in- en exclusiecriteria (wanneer kom je in aanmerking voor een behandeling en een behandeling moet per definitie eindig zijn). Voor de VGN speelt daarbij een aantal specifieke vragen een rol:
- Beschrijf je een programma vanuit de zorgvraag (bijvoorbeeld epilepsie) of vanuit een doelgroep. Dat is soms wel duidelijk (bijvoorbeeld NAH of SGLVG), maar soms ook niet (bijvoorbeeld VG).
- Hoe verhouden zich behandeling in de Zvw en in de Wlz en in de Jeugdwet tot elkaar. Over behandeling in de Wlz hebben we u recent geïnformeerd. Nadere uitwerking hiervan is noodzakelijk. Ook zullen de behandelprogramma’s nader beschreven moeten worden. Dit brengt nog allerlei vragen met zich mee, want inhoudelijk is er overlap tussen extramurale en intramurale programma’s. De verschillende financieringsvormen stellen echter verschillende eisen aan de beschrijving van de behandeling.
- Leitmotiv bij de verdere uitwerking door de VGN is: kwaliteit op basis van het kwaliteitskader, integraliteit, interdisciplinariteit en mogelijkheden van op- en afschalen binnen de behandeling/begeleiding.
Instellingen worden bij de uitwerking betrokken en we houden u van verdere ontwikkelingen op de hoogte. Als bijlagen voegen we voor geïnteresseerde lezers toe: het advies van de NZa en de reacties van de betrokken partijen. Ook voegen we de twee reacties toe die de VGN heeft geschreven in september en in november.
Voor verdere informatie: Frits Mul (fmul@vgn.nl)