Minister neemt advies 'behandeling integraal in de Wlz' niet over

De bewindslieden van VWS hebben eindelijk hun standpunt over de positionering van behandeling in de Wlz kenbaar gemaakt. Zij hebben besloten om het pakketadvies van het Zorginstituut hierover niet over te nemen. De VGN vindt dit zeer teleurstellend, omdat hiermee de huidige verschillen tussen cliënten die in een instelling wonen, blijven bestaan. De gewenste integrale zorg door een team van gespecialiseerde behandelaren én begeleiders kan voor deze zeer kwetsbare cliënten niet worden uitgevoerd.

wlz

Standpunt VWS

Minister de Jonge gaat, mede namens de andere VWS bewindslieden, in zijn brief in op de huidige verschillen in verzekerde behandelpakketten tussen cliënten  in de Wlz, die de aanleiding vormde voor de adviesaanvraag aan het zorginstituut over de positionering van behandeling. Het zorginstituut heeft geadviseerd dat alle cliënten bij institutionele zorg een integraal pakket ontvangen vanuit de Wlz. Vervolgens heeft de NZa in haar uitvoerings­toetsen gesteld dat een bekostigingsmodel voor behandeling gebaseerd op integrale dagprestaties de uitvoering van het pakketadvies het beste faciliteert. De minister geeft aan dat hij na de publicatie van het pakketadvies met veel verschillende partijen heeft gesproken en dat de reacties verdeeld zijn.

Op basis van 3 overwegingen is hij gekomen tot de afweging om het pakketadvies niet over te nemen.

1. Risico op verslechtering van toegankelijkheid van de artsenfunctie in de Wlz
De minister maakt zich zorgen over de beschikbaarheid, toegankelijkheid en organiseerbaarheid van de artsenfunctie voor Wlz-cliënten bij het overnemen van het pakketadvies. Hiermee bedoelt hij met name het samenspel tussen artsen verstandelijk gehandicapten, (zorggroepen van) huisartsen en huisartsenposten bij het invullen van de beschikbaarheid van medische zorg. Door het overnemen van het pakketadvies zou volgens de minister de verantwoordelijk­heid voor het realiseren van de medische te eenzijdig bij zorgaanbieders komt te liggen. Het risico op verminderde toegang tot de medische zorg is voor hem aanleiding om een pas op de plaats te maken. Dit vraagt om een toekomstbestendige aanpak die rekening houdt met de schaarste aan huisartsen en AVGs.

2. Mogelijke inperking van de keuzevrijheid voor cliënten
In de afweging tussen integraliteit en keuzevrijheid heeft het zorginstituut aangegeven dat inperking van de keuzevrijheid te rechtvaardigen is vanuit het oogpunt van het faciliteren van integrale en kwalitatief goede zorg. De minister heeft vanwege diverse signalen over zorgen over de mogelijke beperking van de keuzevrijheid besloten dat hij in het vervolgtraject goed wil kijken naar de balans tussen integraliteit en keuzevrijheid.

3. Onduidelijkheid over de doelmatigheid van de behandelfunctie binnen de Wlz
De analyse van de NZa over de financiële gevolgen van het pakketadvies leiden tot een benodigd extra budget van ruim €400 miljoen (Wlz breed). Hiervoor heeft de NZa geen kwantificeerbare verklaringen gevonden en zij adviseert de minister hier eerst meer onderzoek naar te laten doen. De minister vindt dat er onvoldoende onderbouwing is om de extra investering te rechtvaardigen en spreekt met de NZa over vervolgonderzoek.

Behandeling voor mensen met een psychische stoornis
Het standpunt en de overwegingen die hierboven zijn genoemd gelden ook voor mensen met een psychische stoornis die toegang gaan krijgen tot de Wlz. Bovendien zijn er signalen uit het veld dat de uitvoeringsconsequenties voor met name de beschermd wonen-aanbieders zo groot zijn dat het risico bestaat dat zij zich alleen op Wmo-cliënten gaan richten.  

Dit betekent dat voor cliënten met een psychische stoornis die gaan instromen in de Wlz hetzelfde onderscheid gaat gelden van pakketten met en zonder behandeling. Dit betekent daarnaast dat voor hen de specifieke behandeling, zoals klinisch psychologen en psychiaters die plegen te bieden, die samenhangt met de aandoening, beperking, stoornis of handicap, onderdeel uitmaakt van het Wlz-pakket. In een werkgroep met veldpartijen wordt gezocht naar praktische oplossingen voor de uitvoeringsconsequenties hiervan.

Vervolgstappen

De minister komt voor de zomer met een vervolgtraject. Hij laat daarbij de integraliteit van de verschillende behandelvormen los en gaat deze apart bekijken.  Daarbij wordt in het bijzonder gekeken naar de algemeen medische zorg en ligt de eerste prioriteit bij het waarborgen van de toegankelijkheid, beschikbaarheid en organiseerbaarheid van de artsenfunctie voor Wlz-cliënten. 

Reactie VGN

De VGN is teleurgesteld dat de minister nog steeds geen besluit neemt om de jarenlange verschillen tussen cliënten op te heffen en daarmee de huidige onduidelijkheid en ongelijkheid laat voortduren. Wij zijn van mening dat voor de meest kwetsbare cliënten met een beperking een integraal pakket aan zorg en behandeling beschikbaar moet zijn in de Wlz. Vooruitlopend op de publicatie van het standpunt heeft de VGN de minister hiertoe opgeroepen.

Ook hebben we samen met Ieder(in) bij de minister gepleit om desnoods alleen voor de gehandicaptenzorg over te gaan tot een integraal pakket, met randvoorwaarden voor de borging van keuzemogelijkheden voor cliënten.  

Overigens herkent de VGN de door VWS in de afweging genoemde punten en deze verdienen verder onderzoek en uitwerking, maar ze mogen in onze ogen niet leiden tot het loslaten van integraliteit en het in stand houden van onverklaarbare en niet uit te leggen verschillen tussen cliënten. 

Deze pagina is een onderdeel van