Kwaliteit in de Wmo
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit en de continuïteit van de maatschappelijke ondersteuning. Maar in de wet worden ook duidelijk eisen aan aanbieders en hun personeel gesteld.
De wet
In de verordening moeten gemeenten aangeven welke eisen de gemeente stelt aan de kwaliteit van voorzieningen en de deskundigheid van de beroepskrachten die daarbij worden ingezet. Hier moet ook duidelijk staan voor welke voorzieningen aanbieders een klachtenregeling en een regeling voor medezeggenschap voor cliënten moeten hebben.
Hoe die regeling er precies uitziet, is aan de aanbieder zelf. Dit geldt ook voor de verplichte meldcode die de omgang met signalen van kindermishandeling en huiselijk geweld voorschrijft. Tot slot verplicht de wet aanbieders om calamiteiten en geweld te melden bij de toezichthoudende ambtenaar.
Goede ondersteuning is in de wet extra geborgd met kwaliteitseisen aan voorzieningen die aanbieders bieden. Aanbieders moeten ervoor zorgen dat die voorzieningen…
… veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht zijn (resultaat op maat, reële prijs).
… afgestemd zijn op de reële behoefte van de cliënt en op andere vormen van zorg of
hulp die de cliënt ontvangt (bijvoorbeeld uit de Participatiewet of de
Zorgverzekeringswet).
… een professionele standaard hebben, die past bij de beroepsgroep in kwestie. Eerder
heeft de staatssecretaris bevestigd dat de competentiebox gehandicaptenzorg een
goed voorbeeld is van zo’n professionele standaard.
… respectvol aangeboden worden (goed overleg, cliënt zoveel mogelijk zelf keuzes laten
maken).
Om er zeker van te zijn dat goed personeel wordt ingezet, mag een gemeente ook een verklaring van goed gedrag (VOG) eisen van beroepskrachten. Over de VOG is in ‘Wat mag en moet in de Wmo’ een apart document gemaakt.
Door middel van een Algemene Maatregel van Bestuur kunnen aanvullende eisen worden gesteld aan aanbieders. Dit lijkt voorlopig niet aan de orde.
De praktijk
De VNG heeft in overleg met de VGN, andere brancheorganisaties en cliëntenorganisaties een zogenoemd Basisset Kwaliteitseisen opgesteld. Gemeenten zijn vrij om deze basisset te gebruiken of te kiezen voor eigen normen. In de praktijk blijkt dat gemeenten kwaliteitseisen stellen die onderling sterk verschillen.
Betekenis voor de aanbieder
Het is in het belang van de aanbieders dat gemeenten zoveel mogelijk gebruik maken van dezelfde set aan kwaliteitseisen. Hoe meer gemeenten eigen, afwijkende kwaliteitseisen stellen, hoe meer administratieve lasten aanbieders immers krijgen.
De VGN heeft echter niet ingestemd met de huidige basisset, omdat die te weinig tegemoet komt aan het welzijnskarakter van de Wmo. De opgenomen basisset kwaliteitseisen komt grotendeels overeen met het Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg en is daardoor vooral geschikt voor zware zorg en niet voor ondersteuning in de Wmo (waar ook een ander tarief tegenover staat). Voor de VGN bieden deskundig personeel en metingen van cliëntervaringen voldoende kwaliteitsgaranties.
Voor aanbieders is het belangrijk om in gesprek te blijven met gemeenten over kwaliteit. En mee te werken aan de beantwoording van belangrijke vragen: Wat is kwaliteit en wat is nodig om een hoog kwaliteitsniveau te bereiken, zonder dat je het elkaar onbewust moeilijk maakt? Wat is het effect van de eisen die een gemeente stelt aan de aanbieder? Wat doen organisaties zelf om goede kwaliteit te leveren en te waarborgen? Welke goede voorbeelden van andere gemeenten of aanbieders zijn er op dit vlak?
Standaardisatie van kwaliteitseisen, die aansluiten bij uitgangspunten van de wet (geen zorg maar ondersteuning); het is aan de aanbieders om hierover in gesprek te gaan met de gemeenten.
Meer weten?
Wet maatschappelijke ondersteuning, artikel 2.1.1, 2.1.3, heel artikel 3:
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2014-280.html
Informatie over de Basisset Kwaliteitseisen en de reactie van de VGN daarop: