IGJ bekijkt goede resultaten met methoden Meer Mens en Triple-C in begeleiding mensen met EVB+

Relatie bewoner en begeleider is belangrijk

Belangrijk in de methode Meer Mens is de kwaliteit van de relatie tussen bewoner en begeleider. ‘Als een bewoner zich veilig en vertrouwd voelt, kan hij verdere stappen maken’, zegt psycholoog Anneke Verheije van S&L Zorg in het achtergrondartikel in Markant. De methode kwam bij S&L Zorg terecht via een cliënt, Ruben. De organisatie zocht een paar jaar geleden externe expertise om hem beter te begeleiden en kwam terecht bij Prisma, waar de methode Meer Mens werd ontwikkeld.

Minder escalaties en gedragsproblemen

Nu hangt het dagprogramma van Ruben bij hem aan de muur en wordt per dag gekozen welke variant hij aankan. Daarbij wordt ook gekeken naar de wisselwerking met de begeleider. Met als resultaat: minder escalaties en gedragsproblemen, doordat begeleiders beter kunnen inspelen op signalen. 

Echte nabijheid bieden

‘We bieden échte nabijheid’, zegt teamleider Nadine van Loon. ‘Ook bij escalaties. Juist dan hebben ze je nodig, ook al is het op zo’n moment moeilijk om contact te maken. Als Ruben bijvoorbeeld erg onrustig is op zijn kamer, dan ga ik op de gang voor zijn deur een boekje lezen. Als ik merk dat de spanning zakt en hij op mij reageert, dan stap ik naar binnen. Dan probeer ik eerst het echte contact met hem te maken.’

Ook onderzoek naar Triple-C

De toepassing van Meer Mens door S&L Zorg is één van de goede voorbeelden uit het rapport ‘Hoe het lukt, Goede zorg voor mensen met moeilijk verstaanbaar gedrag’. Erna Scholtes, Jans Berden en Roland Bal van de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) voerden dit uit in opdracht van de Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). Zij deden ook onderzoek bij Alliade en ASVZ, naar Triple-C en Meer Mens.

Informatie

Lees ook het achtergrondartikel in het februarinummer van Markant