IASSIDD 2016 (4): Team NL in Melbourne

Op de olympische spelen gloreren Nederlanders door hard te zwemmen en pirouetten te draaien op smalle balken. Niet alleen blinkt het goud in Rio. Nederlandse onderzoekers in Melbourne leveren prachtige bijdragen aan wetenschappelijke kennis rondom mensen met een verstandelijke beperking. Met name jonge promovendi van de verschillende academische werkplaatsen die Nederland rijk is, delen vol passie en met een hoog professioneel gehalte uiteenlopende onderwerpen. 

Genen

Maar voordat ik verder ga met de medailleuitreikingen, beginnen we dag twee, dinsdag 16 augustus, van de IASSIDD in Melbourne met stevige kost. Jozef Gecz uit Australië neemt ons mee door de wondere wereld van de genen en DNA. Het afgelopen decennium is veel DNA in kaart gebracht en begrijpen we steeds meer over de functie ervan en het aandeel in de verstandelijke beperking, epilepsie, autisme en tal van syndromen. We staan op de drempel om deze kennis toe te passen in behandeling. Hoewel er ook nog het nodige werk te doen door de grote variatie, interferentie en factoren die soms per individu verschillen. Maar de ontwikkelingen op dit gebied zijn veelbelovend.

Mindset

Veel onderzoek legt de verbinding tussen de rijke praktijkervaring binnen onze zorg en wetenschappelijke kennis. In de sessie Lifestyle, waarin onderzoek vanuit de Radboud en de Rijksuniversiteit Groningen werd gepresenteerd, stond het belang van bewegen centraal. Met het bevorderen van meer beweging, vallen er binnen onze zorg veel gouden medailles te verdienen. We weten dat bewegen goed is voor de gezondheid en welbevinden. Ondanks deze kennis, deskundigheid en middelen, is het stimuleren van bewegen geen dagelijks vanzelfsprekendheid. Soms komt dit door werkdruk, of krijgen andere activiteiten voorrang. Maar vooral speelt een andere mindset van begeleiding een grote rol.

Motorische ontwikkeling

Ook binnen de sessie omtrent downsyndroom is er een belangrijke Nederlandse bijdrage. Onderzoek naar expressieve taalontwikkeling leidt tot verbetering van interventieprogramma's. Ook werd een gestandaardiseerde groeicurve gepresenteerd. Praktisch van groot belang. Hiermee kan de vroege motorische ontwikkeling van individuele cliënten voor het eerst gewaardeerd worden. En kunnen ouders en professionals gericht de motorische ontwikkeling ondersteunen.

Samenwerking

Met het uitlichten van deze gepresenteerde onderzoeken doe ik alle andere bijdragen van de verschillende onderzoeksgroepen tekort. De steeds grotere samenwerking tussen instellingen en universiteiten werpt zijn vruchten af. Het genereert steeds meer waardevolle kennis rondom mensen met een beperking die praktisch toepasbaar is. Binnen deze samenwerkingsverbanden en binnen dit congres heerst een soort olympische gedachte. Samen werken aan goede zorgen waarbij kennisdelen in het belang van mensen met een beperking belangrijker is dan winnen. En dat verdient een medaille!

Gijs Bierens is directeur expertisecentrum Advisium van de 's Heeren Loo Zorggroep. Van daaruit wordt onder andere wetenschappelijk onderzoek geïnitieerd binnen zes verschillende academische werkplaatsen.