Gehandicaptenzorg tijdens WOII: wat gebeurde er eigenlijk?
Mensen met een verstandelijke beperking of psychische aandoening werden tijdens de Tweede Wereldoorlog in Nederland niet doelbewust vervolgd, blijkt uit nieuwe publicaties. Toch was er veel leed en sterfte in de instellingen. Was de veranderende samenstelling van de bewoners daarvan de hoofdoorzaak?
Was er sprake van moedwillige verwaarlozing en vervolging?
Wat gebeurde er tijdens de Tweede Wereldoorlog in Nederland met mensen met een verstandelijke beperking of psychische aandoening? En wat kunnen we daaruit leren? Zo eenvoudig als deze vragen lijken te zijn, zo ingewikkeld is het om ze te beantwoorden. In 2015 vroegen Marco Gietema en Cecile aan de Stegge aandacht voor dit onderwerp met hun boek Vergeten slachtoffers. Hierin beschrijven zij de situatie in de Willem Arntsz Hoeve in Den Dolder, waar tijdens de oorlog uiteindelijk 1163 bewoners overleden. Hun onderzoek riep de vraag op of er hier en elders sprake was geweest van moedwillige verwaarlozing en vervolging.
Twee NIOD-publicaties, een podcastserie en een tentoonstelling
Die vraag leidde tot de oprichting van de Stichting Vergeten Slachtoffers, die het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies opdracht gaf tot een onderzoek. Het resultaat verscheen in 2023, onder de titel Uit zorg verdreven. Daarnaast verschenen een aanvullende NIOD-publicatie die specifiek gaat over Jodenvervolging in de instellingen, plus een podcastserie, In het nauw. Bovendien werd in H’Art Museum in Amsterdam de indrukwekkende tentoonstelling Who Cares? ingericht, die nog tot 1 december 2024 te zien is.
In nazi-Duitsland vond stelselmatige vervolging plaats
Bekend was al dat in nazi-Duitsland mensen met een verstandelijke beperking of psychische aandoening stelselmatig werden vervolgd. Volgens de nazi-ideologie plantten ‘krankzinnigen’ zich te veel voort, wat zou leiden tot degeneratie van het ras. Bovendien werkten ze niet, aldus deze ideologie, terwijl ze de samenleving wel geld kosten. De nazi’s spraken van ‘nutteloze monden’.
Ook na Aktion T4 ging het moorden door
Vanaf 1934 werden honderdduizenden mensen die in instellingen verbleven verplicht gesteriliseerd. Vanaf 1939 ging Aktion T4 van start, genoemd naar de Berlijnse Tiergartenstrasse 4, van waaruit deze moordcampagne werd geleid. In ongeveer twee jaar tijd werden 70 duizend mensen onder noemers als ‘euthanasie’ en ‘genadedood’ in gaskamers vermoord. Nadat het programma was stilgezet, ging het moorden toch door, onder andere met mobiele gaskamers en door bewuste uithongering. Ook in Polen en Rusland werden, nadat deze landen waren bezet, bewoners van instellingen stelselmatig vermoord.
In Nederland geen systematische vervolging
Volgens de auteurs van Uit zorg verdreven, Eveline Buchheim en Ralf Futselaar, werd deze moordpraktijk niet geëxporteerd naar West-Europese bezette landen. In Nederland werden mensen met psychische aandoeningen, (vooral) jongeren met verstandelijke beperkingen en ouderen met dementie verpleegd of behandeld in zogeheten Krankzinnigengestichten. Daar overleden tijdens de oorlog veel van hen, maar er was geen sprake van systematische vervolging. Tenzij het ging om Joodse bewoners of personeelsleden. Omdat het lot van deze groep niet goed vergelijkbaar is met dat van andere bewoners van instellingen, werd daaraan een aparte publicatie gewijd, geschreven door Twan Davelaar.
Wel vervolging van Joden met een verstandelijke beperking
Het grootste deel van de publicatie over de Jodenvervolging is gewijd aan de deportatie en liquidatie van de bewoners en personeelsleden van de Joodse instelling Het Apeldoornsche Bos. Die kostte meer dan 1300 mensen het leven en werd direct na de oorlog al beschouwd als één van ‘de grootste schanddaden’ die de bezetter in Nederland heeft bedreven. De lezer van dit rapport krijgt een indringend beeld van hoe S.S. Hauptsturmführer Ferdinand aus der Funten met zijn manschappen er huishielden, voor welke dilemma’s de personeelsleden in de laatste nacht stonden (blijven of vluchten?) en hoe knullig en wreed de moordpartij na aankomst in Auschwitz waarschijnlijk verliep.
Personeel werkte niet mee
Ook Joden in andere instellingen werden systematisch vervolgd, bijna geen van hen overleefde de oorlog. Het personeel werkte doorgaans niet mee bij het identificeren van Joodse patiënten; geneesheer-directeur C.F Engelhard van de Willem Arntsz Hoeve werd daarom samen met andere artsen gearresteerd en een maand vastgehouden.
Evacuaties en tekorten aan personeel, voedsel en brandstof
Ook al werden instellingsbewoners die niet als Joods werden beschouwd niet systematisch vervolgd, er stierven wel relatief veel mensen in de instellingen. Er waren veel evacuaties en er waren tekorten aan personeel, voedsel en brandstof. En soms kregen instellingsterreinen direct te maken met oorlogsgeweld, zoals bombardementen. Maar de eerste oorzaak die Buchheim en Futselaar noemen voor de hoge sterftecijfers, is de veranderende samenstelling van de instellingen tijdens de oorlogsjaren. Mensen die jong en relatief gezond waren, werden al aan het begin van de oorlog bij familieleden ondergebracht. En andersom werden steeds meer ‘oudere, ernstig zieke en verwarde mensen’ in de instellingen opgenomen. In 1945 verzuchtte een medewerker van Maasoord dat patiënten bij aankomst met de ziekenauto al waren overleden.
Sommige evacuaties waren een ‘helletocht’
De evacuaties worden door Buchheim en Futselaar uitgebreid beschreven. Zevenduizend mensen werden verplaatst, vaak meermaals, waardoor de rekensom op twintigduizend individuele verplaatsingen uitkomt. Er waren drie golven: direct na de Duitse invasie, tijdens de aanleg van de Atlantikwall langs de kust en aan het eind van de oorlog. Bewoners en personeel werden doorgaans ondergebracht in een andere instelling van dezelfde godsdienstige signatuur - Nederland was nog verzuild – waar flink ruimtegebrek kon ontstaan. De meeste evacuaties verliepen volgens Buchheim en Futselaar zonder incidenten. ‘De reis per trein naar Uden was uitstekend en comfortabel’, schrijft een ooggetuige die zij citeren. Maar sommige evacuaties verliepen dramatisch en waren ‘een helletocht’, vooral tijdens de laatste golf.
De evacuatie naar Franeker
In maart 1945 vorderde de Wehrmacht de gebouwen van Dennenoord in Zuilaren, om er gewonde soldaten te verplegen, eerst gedeeltelijk daarna geheel. Eerst werden bewoners ondergebracht bij familie of medewerkers, maar tweeënhalve week voor de bevrijding van Zuidlaren moesten de 544 zwakste bewoners worden geëvacueerd naar Franeker. Tijdens de treinreis van 35 uur, tijdens welke ‘onrustige’ bewoners lagen ingenaaid in dekens, moest hen met de handen eten worden gegeven. In Franeker werden ze ondergebracht in schoolgebouwen en in één ervan brak dysenterie uit. Bij terugkeer in Zuidlaren in juli, waren 56 bewoners overleden.
Moedige medewerkers
De medewerkers en leidinggevenden in de instellingen gedroegen zich vaak moedig en zorgzaam, blijkt uit alle nieuwe publicaties. Ze gingen in discussie met NSB-leider Mussert over de rantsoenen, wezen erop dat het leven van alle ‘patiënten’ evenveel waard is, of probeerden Joodse patiënten te redden door te wijzen op de rechterlijke machtiging op grond waarvan ze waren opgenomen.
Grondlegger Jacob Juch overleed in concentratiekamp
Speciale aandacht, ook op de tentoonstelling in Amsterdam, krijgt Jacob Juch. Hij was als directeur van de Willem vanden Bergh Stichting in Noordwijk als eerste begonnen met een behandeling speciaal gericht op kinderen met een verstandelijke beperking. Hij hielp ze meer te bewegen en zich te uiten en kan daarmee worden beschouwd als een van de grondleggers van de hedendaagse gehandicaptenzorg. In 1942 werd hij opgepakt, omdat hij in een geheime kelder metaal verstopte dat hij wilde onttrekken aan de inleverplicht. Hij overleed een klein jaar later in concentratiekamp Sachsenhausen.
Doornemen patiëntendossiers
Het ‘grote leed’ in de instellingen is door hun onderzoek volledig bevestigd, schrijven Buchheim en Futselaar, maar van actieve vervolging van mensen met een beperking was in Nederland geen sprake. Om tot die conclusie te komen hebben zij ook de complete patiëntendossiers van vier instellingen doorgenomen en die aangevuld met gegevens over andere instellingen.
Is het beeld vervormd?
Hun conclusie wijkt af van vermoedens die werden geuit naar aanleiding van het boek Vergeten slachtoffers van Gietema en Aan de Stegge. Voortschrijdend inzicht in de geschiedschrijving is natuurlijk een goede zaak, maar de kracht waarmee NIOD-onderzoekers hun voorgangers weerspreken is wel opmerkelijk. De slachtoffers waren niet vergeten en hun leed is niet miskend, vinden Buchheim en Futselaar, direct na de oorlog werd er al onderzoek naar gedaan. Bovendien zou de ‘hedendaagse focus op slachtofferschap’ het beeld van het verleden vervormen.
Reactie Cecile aan de Stegge: oneens
Cecile aan de Stegge is het oneens met de conclusies van het NIOD. Dat mensen met een verstandelijke beperking niet doelbewust zijn vermoord, wil ze wel aannemen, maar niet dat de hoge sterftecijfers vooral kunnen worden verklaard uit een veranderende samenstelling van de bewoners van instellingen. ‘Uit de gegevens die ik heb onderzocht bij de Willem Arntsz Hoeve blijkt dat hoogbejaarden juist aan het begin van de oorlog al overleden’, zegt ze. ‘Aan het eind waren het vooral jongeren die overleden, de ouderen waren al dood.’ Ook vraagt ze zich af of de NIOD- onderzoekers wel hebben gekeken hoe het verder ging met bewoners die aan het begin van de oorlog teruggingen naar hun familie.
Discussie moet nog beginnen
Zo blijven er vragen, ook al is uit de geschiedenis van de gehandicaptenzorg tot nog toe geen periode zo goed beschreven als uitgerekend de meest uitzonderlijke. En de discussie over wat we eruit kunnen leren, moet nog beginnen.
Informatie
Op 4 mei wordt tijdens de Nationale Dodenherdenking een getuigenis uitgesproken ter herinnering aan de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog uit de gehandicaptenzorg en de geestelijke gezondheidszorg die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen.
Eveline Buchheim en Ralf Futselaar, Uit zorg verdreven, het Nederlandse Krankzinnigenwezen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Boom 2023.
Twan Davelaar, Jodenvervolging in het Nederlandse Krankzinnigenwezen. 7 november 2023. Gratis download.
Who cares? Een eerbetoon aan slachtoffers en helden van de zorg tijdens WOII. Nu te zien tot en met 1 december in H’ART Museum Amsterdam.
In het nauw. Podcastserie in samenwerking met ARQ Kenniscentrum Oorlog, Vervolging en Geweld, te beluisteren via Spotify en Apple Podcasts.