Contracteerruimte 2015 en voorlopig kader 2016

De staatssecretaris heeft de voorlopige contracteerruimte 2016 voor de Wlz vastgesteld. In totaal is €16.425 miljoen beschikbaar voor zorg in natura en €1.470 miljoen voor PGB. Daarnaast gaat de staatssecretaris in op het advies van de NZa over de contracteerruimte 2015.

Mei-advies NZa en gevolgen contracteerruimte 2015
De NZa concludeert in haar meiadvies dat de contracteerruimte 2015 krap is, maar wel voldoende voor alle geïndiceerde zorg. Hierbij is ook rekening gehouden met de hogere realisatie in de Wlz in 2014 die eerder geconstateerd is. Wel geeft de NZa aan dat er in een aantal regio’s tekorten kunnen ontstaan. Hiervoor is herverdeling tussen de zorgkantoren nodig. De zorgkantoren hebben aangegeven dat dit mogelijk is. Er worden dan ook geen middelen toegevoegd aan de contracteerruimte 2015. Wel vindt er op basis van het NZa advies ophoging van de PGB middelen plaats (€ 80 mln).

Voorlopige contracteerruimte 2016
De voorlopige contracteerruimte 2016 wordt vastgesteld onder voorbehoud van politieke besluitvorming rond Prinsjesdag. Daarna wordt de definitieve contracteerruimte vastgesteld. Hieronder vindt u de opbouw van de contracteerruimte.

1

Contracteerruimte 2015 (in € mln)

16.505

 

 

 

2

Groeiruimte 2016

90

3

Extramuralisering 

-380

4

Oploop NHC

520

5

Correctie incidentele middelen 2015

-30

6

Kortingen

-45

7

Overgangsrecht extramuraal

-130

8

GGZ-B (uitstroom)

-145

9

Huishoudelijke hulp MPT

40

10

Loonprijsbijstelling 2016

PM

 

 

 

11

Voorlopig contracteerruimte 2016 (1 tm 10)

16.425

12

Herverdelingsmiddelen 2016

50

De groeiruimte is bepaald op basis van de demogroei. Voor de eerste contracteringsronde wordt € 90 mln beschikbaar gesteld, voor de herschikking nog € 50 mln. De extramuralisering verloopt minder snel dan verwacht. Hierdoor wordt minder uit de contracteerruimte genomen. Daarnaast is er € 20 miljoen extra beschikbaar voor de clienten met een laag ZZP die alsnog verblijf gaan afnemen. De incidentele middelen in 2015 worden gecorrrigeerd. Daarnaast wordt de korting van €45 mln uit het regeerakkoord doorgevoerd. Voor de clienten met een laag ZZP die geen verblijf afnemen, vervalt de Wlz indicatie en wordt €130 mln overgeheveld naar de gemeenten en Zvw. Tot slot wordt de huishoudelijke hulp ook voor mensen met een MPT deel van de Wlz aanspraak.

Geoormerkte middelen
Naast de reguliere contracteerruimte is er €5 mln geoormerkt voor innovatie. Voor individueel aangepaste hulpmiddelen voor alle Wlz cliënten (ook verblijfscliënten zonder behandeling en extramurale cliënten) worden middelen uit het gemeentefonds overgeheveld. Hiervoor wordt een geoormerkte ruimte vastgesteld. Er vindt nog overleg plaats tussen ZN en VNG over de al verstrekte hulpmiddelen. Ook over de woningaanpassing voor Wlz geïndiceerden, die per 2016 in de Wlz komt, vindt nog overleg plaats.

Bekostiging 2016
De NZa heeft ook adviezen gegeven over de bekostiging in de Wlz in 2016. Het advies om de bekostiging van MPTs te handhaven en om een wettelijke basis voor overbruggingszorg te creeren, wordt door de staatssecretaris overgenomen. De NZa krijgt later dit jaar een aanwijzing om prestatiebeschrijvingen en vaste tarieven vast te stellen voor schoonmaak. Er komt geen tariefregulering voor woningaanpassing en hulpmiddelen. De meerzorgregeling wordt uitgebreid naar de ouderenzorg en de GGZ. Hiervoor worden aparte deelprestaties en tarieven vastgesteld. De door de NZa geadviseerde ophoging van de contracteerruimte hiervoor wordt echter niet door de staatssecretaris overgenomen