‘Brussen’ willen meer samenwerken
Broers en zussen van mensen met en verstandelijke beperking willen graag beter samenwerken met de zorgverleners. Ze hebben zelf behoefte aan aandacht en informatie, maar kunnen ook een belangrijke rol spelen in de ondersteuning. Dit blijkt uit een onderzoek van Sanne Klomp van Abrona. In een reportage in het juninummer van Markant vertelt zij over de resultaten en over haar eigen ervaringen met haar broer.
Op de oproep om mee te werken aan het onderzoek van Sanne Klomp reageerden honderden mensen. ‘Het belangrijkst vinden ze dat ze gezien worden’, zegt ze. ‘Vraag eens door, naar de context en de familiegeschiedenis.’ Ook blijkt dat de informatievoorziening aan ‘brussen’ tekort schiet. Bij veel van hen hangt de verantwoordelijkheid als een wolk boven het hoofd. Klomp: ‘Ze weten niet dat je tegenwoordig veel kunt uitbesteden.’
Ervaringsdeskundigen
Anderzijds kunnen ‘brussen’ ook veel betekenen voor de zorg. Klomp: ‘Als ervaringsdeskundigen met een gedeelde en lange geschiedenis hebben brussen veel te bieden. Zij kunnen meedenken in de ondersteuning van hun broer of zus, iets waar lang niet altijd gebruik van wordt gemaakt.’
Geweld
De aanleiding voor het onderzoek waren Klomps eigen ervaringen. Haar oudere broer heeft een ernstige verstandelijke beperking en autisme. Na twee geweldsincidenten met traumatische gevolgen, verbrak ze het contact. Mede dankzij tips van een gedragsdeskundige van ’s Heeren Loo, waar haar broer verblijft, kon ze contact herstellen. Maar daarna dacht ze wel: ‘Als ik met mijn achtergrond als persoonlijk ondersteuner al niet weet waar ik moet beginnen, hoe moet dat dan met andere brussen?’
Trainingen
Klomp heeft Abrona, waar zij werkt als persoonlijk begeleider, aanbevolen om bijeenkomsten te organiseren met brussen en medewerkers, en een vertrouwenspersoon aan te stellen. Daarnaast wil zij zelf een werkgroep opzetten. Abrona werkt inmiddels aan trainingen voor medewerkers.