Betrek de expertise van ervaringsdeskundigen en gehandicaptensector bij uitwerking plannen Participatiewet
Op woensdag 14 juni is er een commissiedebat met minister Schouten over de Participatiewet en het rapport ‘Participatiewet in balans’. De VGN heeft voorafgaand aan dit debat in een brief gevraagd om te investeren in de ontwikkeling van mensen met een beperking die niet binnen een jaar kunnen doorstromen naar betaald werk. Hiervoor zijn meerjarige ontwikkelingslijnen nodig die de verschillende domeinen overschrijden. Ook hebben we de minister nadrukkelijk uitgenodigd om mensen met een beperking te betrekken én gebruik te maken van de aanwezige expertise van de VGN bij de verdere uitwerking van de plannen.
Vlak voor het debat heeft minister Schouten nog een visiebrief gedeeld met de Kamer waarin ze haar visie voor de Participatiewet op de langere termijn (het eerder aangekondigde spoor 2) deelt en aangeeft welke stappen zij wil zetten. Hiermee wil de minister een nieuwe basis leggen voor de Participatiewet en de wet eenvoudiger en begrijpelijker maken, zodat deze beter aansluit bij wat mensen kunnen en nodig hebben. Eerder had de minister al aangegeven te streven naar een Participatiewet die mensen ondersteunt om volwaardig deel te nemen aan de samenleving, via (betaald) werk of, indien dat nog niet haalbaar is, door andere vormen van participatie. De VGN onderschrijft dit uitgangspunt van de minister van harte waarin mensen met een beperking, net als andere burgers, bijdragen en meedoen in de samenleving.
Waar vraagt de VGN aandacht voor?
Om de plannen succesvol te laten verlopen, vraagt de VGN aandacht voor een paar essentiële punten:
Impact van de plannen is afhankelijk van de uitwerking en de implementatie
Het is belangrijk dat alle mensen, ongeacht of ze een beperking hebben, de kans krijgen zich te ontwikkelen en naar vermogen deel te nemen aan de samenleving, ook als betaald werk nog een stap te ver is. Dit vereist maatwerk, waarin ontplooiing van individuele mogelijkheden het uitgangspunt is. Het effect van de voorgestelde maatregelen van de minister zal dan ook sterk afhangen van de manier waarop ze worden uitgewerkt en geïmplementeerd. Wij vinden het daarom belangrijk om mensen met een beperking te betrekken bij de uitwerking van de plannen. Zij zijn het beste in staat om aan te geven wat zij nodig hebben om de volgende stap te kunnen zetten.
Betrek actief mensen met een beperking én de gehandicaptenzorg bij verdere uitwerking plannen
Eenvoud, eigen tempo en maatwerk zijn essentiële randvoorwaarden om een zinvolle en betekenisvolle (werk)plek in de maatschappij te realiseren voor mensen met een beperking. Echter, de regelgeving van de Participatiewet is complex en moeilijk te begrijpen, laat staan als je een verstandelijke beperking hebt.
Wij roepen de minister dan om actief de ervaringsdeskundigheid van mensen met een beperking te benutten bij de uitwerking van de plannen. Dit geldt ook voor de aanwezige expertise van de VGN; wij worden ook graag betrokken bij de uitwerking van de plannen. Onze Visie2030 streeft naar een samenleving waarin iedereen gewoon mee kan doen. Samen met onze leden werken wij ernaar toe dat mensen met een beperking, voor wie dat passend is, een betaalde baan hebben. Voor degenen voor wie een betaalde baan op dit moment (nog) niet haalbaar is, is het belangrijk dat ze een plek hebben waar ze betekenisvolle activiteiten kunnen verrichten met de ruimte om zich te ontwikkelen. Dit is een uitdagende omslag waaraan de VGN voortdurend en met grote inzet werkt.
Zorg voor meerjarige ontwikkelingslijnen die ook over de domeinen Jeugdwet/Wlz/Wmo/Participatiewet/Wajong heengaan
Ieder individu moet de mogelijkheid hebben om zich op zijn eigen tempo te ontwikkelen en zo een (steeds grotere) bijdrage aan de samenleving te leveren. Om dit te bereiken, is het belangrijk dat de hindernissen bij de overgang van de Wmo naar de Participatiewet worden weggenomen. Daarnaast is het belangrijk om te investeren in mensen die niet binnen een jaar kunnen doorstromen naar betaald werk. Er zijn langdurige ontwikkeltrajecten nodig die beginnen in de Jeugdwet of dagbesteding Wmo en naadloos overgaan in de Participatiewet, zonder dat burgers worden geconfronteerd met verschillende voorwaarden en regels van elke wet.
De ontwikkelingslijnen kunnen periodiek worden geëvalueerd en tussentijds bijgesteld op basis van de individuele ontwikkeling. Het principe ‘Zo snel als mogelijk, zo langzaam als nodig’ wordt hierbij gehanteerd. Een (traject)begeleider speelt een belangrijke rol bij het waarborgen en bijsturen van het traject tijdens de tussenliggende stappen.
Lees voor uitgebreide informatie de brief van de VGN.
Het commissiedebat vindt plaats op 14 juni van 14.15 uur tot 18.15 uur.