Belangrijke moties aangenomen tijdens AO Wlz
Tijdens een Algemeen Overleg van de vaste Kamercommissie VWS over de Wet Langdurig Zorg is een aantal moties aangenomen die belangrijk zijn voor de gehandicaptenzorg. De Kamerleden willen dat er een aanvullend onderzoek komt naar de aansluiting tussen verschillende wetgeving waar jongeren met een beperking die 18 worden mee te maken krijgen. Ook komt er een onderzoek naar een apart afwegingskader dat het CIZ kan hanteren voor kinderen, met vraagstelling die past bij deze doelgroep.
De motie over het gebrek aan aansluiting tussen wetgeving was afkomstig van de ChristenUnie. Jongeren die achttien worden kunnen met vijf verschillende stelsels te maken krijgen: de Jeugdwet, Passend onderwijs, de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), de Participatiewet en de Wet langdurige zorg (Wlz). Ze mogen niet de dupe worden van onzorgvuldige overgangen tussen de verschillende wetten. De VGN had de Tweede Kamer gevraagd aanvullend onderzoek te doen naar de inhoudelijke aansluiting tussen de verschillende wetgeving waar de groep jongeren van 18 tot 23 met een beperking mee te maken hebben. Waarbij vragen opkomen als: Hoe gaat het nu? Wat zijn de knelpunten? Wat kan beter?
Apart afwegingskader
In een motie van de PvdA en D66 werd de regering verzocht onderzoek te gaan doen naar de ontwikkeling van een apart afwegingskader voor kinderen bij de toegang tot de Wlz en de Kamer hierover voor 1 september 2016 te informeren. Deze motie werd mede aangenomen om een eerdere toezegging van staatssecretaris Van Rijn nu ook officieel vast te leggen. Die toezegging volgde na signalen van de VGN (zie bijlage) over leden die te maken hebben met een niet altijd soepel verlopende toegang. Een apart onderzoek naar de toegang voor (jonge) kinderen is zeer gewenst omdat het afwegingskader onvoldoende aansluit bij de doelgroep. Van Rijn dient dit jaar (2016) met onderzoeksresultaten te komen.
Een extra grond voor de zorg bij de VGN, is dat het CIZ haar afweging voornamelijk maakt op basis van vragen die je aan volwassenen stelt, zoals ‘In hoeverre is de verzekerde in staat tot het opvoeden van een kind?’ en ‘Is de verzekerde in staat de dagelijkse organisatie van het huishouden te regelen?’.
Maatwerkprofiel
Een derde motie die werd aangenomen, behelsde een verzoek (D66/CU) om bij het onderzoek naar het maatwerkprofiel en meerzorg ook de problematiek van meervoudige grondslagen te betrekken en te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om het maatwerkprofiel breed in te zetten, voor zowel zorg thuis als in een ouderinitiatief of instelling. Dit onderzoek gaat deel uitmaken van de maatregelen in het kader van de brief Waardig leven met zorg.
Voorts verzocht de CU de regering met succes mogelijk te maken om bij de Extra Kosten Thuis- en meerzorgregeling meerjarig te indiceren, wanneer er sprake is van een meervoudige grondslag. Een motie van het CDA om zorgkantoren te verbieden extra kwaliteitseisen op te leggen anders dan op de bestaande wet- en regelgeving geldende regels haalde het niet.
Zie in de bijlage de brief van de VGN aan de Tweede Kamer.