Aanbieders van gehandicaptenzorg faciliteren erotische dienstverlening; waarom niet?
Seks en intimiteit zijn voor mensen met een beperking minder vanzelfsprekend dan voor mensen zonder beperking, maar de behoefte vaak niet. In Nederland zijn daarom 150 verleners van (betaalde) sekszorg actief. Nadat de VGN een podcast maakte met een sekswerker en een cliënt, spreken we nu met twee bestuurders. Faciliteren organisaties deze zorg - of is het dienstverlening? En hoe zit het eigenlijk met de vergoeding?
Ze zijn het erover eens. Bestuurders Ageeth Ouwehand (‘s Heeren Loo) en Frank van der Linden (Humanitas DMH) vinden dat het gebruik van sociaal erotische dienstverlening mogelijk moet zijn voor iedereen met een beperking die gehandicaptenzorg ontvangt. Beide organisaties faciliteren dit ook voor hun cliënten, hoewel Ouwehand en Van der Linden dit toch, ter voorbereiding op ons gesprek, expliciet hebben nagevraagd. Organiseren we dit inderdaad? Het blijkt namelijk geen onderwerp te zijn dat terugkomend op de agenda staat of bij het koffieapparaat wordt besproken.
Huidhonger
Iedereen heeft behoefte aan intimiteit, lichamelijke aandacht en seks. Voor mensen met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking is dat veelal niet anders, maar het ontvangen daarvan is minder vanzelfsprekend. Uit diverse onderzoeken blijkt dat mensen met een beperking vaak een beperkt aantal contacten en vriendschappen hebben, laat staan intieme of seksuele relaties. Eenzaamheid is een groot probleem binnen de gehandicaptenzorg. Betaalde seks of het betalen voor intimiteit (het hoeft namelijk niet altijd tot ‘de daad’ te komen) lijkt een oplossing voor huidhonger; de intense behoefte aan lichamelijk contact. Er zijn diverse professionele organisaties die (online) daten, intimiteit of seks specifiek voor mensen met een beperking mogelijk maken. In Nederland zijn ongeveer 150 erotische dienstverleners, oftewel verleners van sekszorg, werkzaam. Dat zijn overwegend vrouwen met een zorgachtergrond. Samen zijn zij tussen de 1.500 en 2.000 cliënten van dienst.
Bureaucratiseer de ziel er niet uit
Een mooie ontwikkeling, vinden Ouwehand en Van der Linden, want seksualiteit hoort gewoon bij het leven. ‘We praten binnen de gehandicaptenzorg veel over inclusie, emancipatie, gelijkwaardigheid en het recht op zelfbeschikking. Seksualiteit is daar een heel belangrijk aspect in’, aldus Van der Linden. Binnen Humanitas DMH is het dan ook ‘normaal’ dat sekswerk wordt gefaciliteerd. Dat gebeurt in verschillende vormen en op verschillende plekken: van (online) daten tot een bezoek aan de wallen of een sekswerker die bij een cliënt thuis komt. De organisatie heeft zowel een commissie voor seksualiteit als een visie op seksualiteit. Hoewel Van der Linden wat ambivalent tegenover dat laatste staat. ‘Hoezo een visie? Hoezo beleid? Het is toch gewoon een onderdeel van het leven?’ Maar Ouwehand benadrukt dat een visie op drugs ook heel gebruikelijk is, net als een visie op eten en drinken, dus ook op seksualiteit. ‘We moeten alleen wel uitkijken dat we het onderwerp niet zó bureaucratiseren dat de ziel eruit gaat.’ Naast een visie heeft ‘s Heeren Loo een landelijk expertteam om de deskundigheid op dit gebied te bevorderen.
Zorgvuldigheid in het voortraject
Het organiseren van seksualiteit voor mensen met een beperking lijkt niet de grootste uitdaging. Dat is een kwestie van praktisch regelen, een afspraak maken. Het is vooral de zorgvuldigheid in het voortraject die veel aandacht vergt. ‘Ga als begeleider maar eens met ouders bespreken dat hun kind behoefte heeft aan seks’, zegt Ouwehand. ‘Of met een cliënt waar hij of zij behoefte aan heeft en welke mogelijkheden er zijn. Dat zijn heel spannende gesprekken voor beide partijen.’ Dus zetten ‘s Heeren Loo en Humanitas DMH sterk in op het toerusten van begeleiders en medewerkers met kennis en gespreksvaardigheden. Maar, zo geven de bestuurders aan, zo normaal als het is om sekswerk te faciliteren, zo normaal is het ook dat begeleiders een stapje terug doen. Van der Linden: ‘Soms zitten eigen normen en waarden in de weg, of heeft een begeleider zelf slechte seksuele ervaringen. Het is legitiem om een beroep te doen op je collega’s. Die ruimte en veiligheid moet er altijd zijn, over welk onderwerp het ook gaat.’
Dienstverlening of zorg?
Als we het over sekswerk in de gehandicaptenzorg hebben, hebben we het dan eigenlijk over dienstverlening of over zorg? En wat zijn de financiële consequenties? De vraag is makkelijker gesteld dan beantwoord. Van der Linden: ‘Seks heeft voor veel cliënten een therapeutische werking. Dat geven niet alleen cliënten aan, maar het wordt ook bevestigd door begeleiders. Het geeft ontspanning en ontlading en heeft een positief effect op iemands welzijn. Maar betekent dit dan ook dat we het direct als zorg moeten omschrijven en dus bekostigen? Ik neig naar nee. De andere kant van zelfbeschikking en eigen regie is namelijk ook eigen verantwoordelijkheid.’
Wel een vergoeding voor geestelijk ontspanning, niet voor lichamelijke
‘Misschien zijn we wat normatief in het bepalen wat er wel en niet in een zorgzwaartepakket thuishoort en de bekostiging daarvan’, denkt Ouwehand hardop. ‘Waarom betalen we wel geestelijke zorg voor onze cliënten - die voor een bepaalde geestelijk ontspanning zorgt - en seks niet? Anderzijds, waarom zouden we wel seks vergoeden, terwijl we andere vormen van ontspanning niet vergoeden, zoals een borrel of softdrugs? Is er überhaupt een recht op seks? Seks is ook weer niet het enige dat de mens heeft om zich lekker te voelen.’ Bovendien geeft Ouwehand aan dat mensen buiten de zorg ook geen vergoeding krijgen voor het inschakelen van betaalde seks. ‘Ik heb moeite met de redenatie dat sekswerk voor mensen met een beperking vergoed moet worden, omdát zij een beperking hebben. Dat gaat me te kort door de bocht.’
Een welzijnspotje
Op dit moment is er geen wettelijke ruimte voor het vergoeden van sekswerk. Soms krijgt een cliënt wel een vergoeding van de gemeente waar hij of zij woont, maar dit zijn de uitzonderingen op de regel. ‘Misschien zouden we moeten kijken naar het bijstandsniveau in ons land, in plaats van naar een vergoeding voor deze specifieke dienst voor een specifieke groep’, geeft Van der Linden aan. ‘De bijstandsmoeder die haar kinderen niet naar een sportvereniging kan laten gaan, is minstens zo’n groot probleem.’ Hij oppert een welzijnscomponent binnen de bijstand, zodat iemand naast het betalen van huur en eten, ook ruimte heeft voor welzijnsgerichte activiteiten - of dat nou seks is of iets anders. Ouwehand is het daarmee eens. Zij noemt het een ‘plusbudget’ waarbij mensen zelf de vrije ruimte hebben om geld te besteden. ‘Maar laten we het dan alsjeblieft niet etiketteren als een potje voor seks, een potje voor de dierentuin en een potje voor theater.’
Uniforme vergunningsplicht
Heb je het over betaalde seks (prostitutie), dan gaat het vaak ook over de problemen: illegaliteit, mensenhandel, criminaliteit. Hoewel de sekswerkers in de gehandicaptenzorg via professionele organisaties werken, vrijwel allemaal een zorg-achtergrond hebben en dus bekend zijn met de setting, rijst de vraag of er een uniforme vergunningplicht moet komen om de kwetsbare doelgroep van mensen met een beperking te beschermen tegen misstanden of grensoverschrijdend gedrag. ‘In Nederland willen we elk probleem vastleggen in wet- en regelgeving. En dan hebben we ook nog het naïeve geloof dat we daar allemaal naar gaan leven en dat alle misstanden de wereld uit zijn’, reageert Ouwehand. Van der Linden sluit daarop aan. ‘Als onze cliënten weloverwogen kiezen voor een bezoek aan de wallen en niet voor een sekswerker via een gespecialiseerde organisatie, wie zijn wij dan om het anders te regelen? Het leven is nu eenmaal niet zonder risico’s. En eerlijk gezegd zou ik die risico’s dan ook niet weg willen nemen.’
Gewoon of speciaal?
In de afronding van ons gesprek, staan Van der Linden en Ouwehand stil bij de vraag of ze het onderwerp seksualiteit vanaf nu anders gaan agenderen. Ouwehand werkt sinds september vorig jaar als bestuurder bij ‘s Heeren Loo en het onderwerp kwam tot nu toe nog niet ter sprake. ‘Betekent dit dat we het goed geregeld hebben en dat speciale aandacht niet nodig is, of is het zo speciaal dat het weer onder de aandacht moet komen? Dat ga ik met mijn collega’s bespreken.’ Ook Van der Linden heeft een punt van aandacht. ‘Vanuit Humanitas DMH ondersteunen we een grote groep zelfstandig wonende cliënten met een licht verstandelijk beperking. Het is een groep met veel bijkomende problemen: criminaliteit, verslaving, prostitutie. Juist bij deze groep kan seksualiteit risicovol zijn. Zijn we daarin alert en ondersteunend genoeg?’ Tot slot benadrukken beiden de aandacht die er moet zijn voor eenzaamheid onder mensen met een beperking. ‘Hartverscheurend’, vindt Ouwehand die trend. ‘Het is goed om wat vaker stil te staan bij de vraag of onze cliënten deel uitmaken van een groep mensen die om hen geven. Dat gaat veel verder dan seksualiteit.’
Meer informatie
Dit artikel is onderdeel van een serie verhalen over seksualiteit, erotiek en intimiteit voor mensen met een beperking. Al deze verhalen lees je op onze speciale campagne-pagina.
De VGN maakte een podcast over de praktijk van sekswerk in de gehandicaptenzorg met sekswerker Hans en cliënt Mike. Hans: ‘Het is bijna ridicuul om te denken dat mensen met een beperking niet met dezelfde seksuele verlangens rondlopen als mensen die geen beperking hebben.’
Op 25 mei gaat de film Ada in première, over beperkingen en genegenheid in fysieke liefde. Rondom de film werden vijf talkshows georganiseerd waaraan Van der Linden en Ouwehand deelnamen. De VGN sprak met Fabian Jansen, regisseur van de film. Lees hier meer.
Zafanja Hartog, voorzitter van de Stichting Alternatieve Relatiebemiddeling (SAR) schreef een gekruide blog over het thema: ‘Onbeperkt meedoen, maar dan zonder seks’