Vastgelopen situaties: een frisse blik van buiten helpt

Soms komt de begeleiding van iemand met een beperking in een negatieve spiraal terecht. Ingesleten patronen zijn daar vaak de oorzaak van. Het is belangrijk dat zorgprofessionals dit tijdig inzien. In 80 procent van deze situaties biedt het betrekken van CCE nieuw perspectief. Zoals in het geval van Bas.

foto CCE

Hoe een frisse blik verandering brengt en overplaatsing voorkomt

Een ingesleten patroon is als je favoriete oude jas: hij vormt zich moeiteloos naar je lichaam, staat overal bij (zo denk je zelf tenminste), en hangt altijd voorin de kast. Voor je het weet heb je ‘m dan ook weer aan! Maar past die jas je nog wel echt?  Soms is het goed om los te breken van vaste patronen. Zeker wanneer ze meer kwaad dan goed doen.

Onderlinge spanning tussen cliënt, begeleiders en moeder

Bas is een 38-jarige man, licht verstandelijk beperkt. Zijn cognitieve vermogens blijven ver achter bij zijn emotionele ontwikkeling. Op het moment dat hij bij CCE (Centrum voor Consultatie en Expertise) wordt aangemeld voor een consultatie, zit Bas op de schopstoel. Hij gebruikt alcohol en wiet, houdt zich aan geen enkele afspraak en is bij vlagen zeer agressief naar begeleiders en buurtbewoners.  Het besluit is in feite al genomen: Bas moet weg. Een conclusie die zijn moeder absoluut niet deelt. Zij verzet zich tegen de zoveelste verhuizing van haar zoon. De onderlinge spanning tussen Bas, de zorgprofessionals en moeder is groot en erg voelbaar op het moment dat ik kom kennismaken.

Wacht niet tot de situatie volkomen vast zit

Zo’n setting is niet uniek. Als coördinator bij CCE kom ik vaak binnen op een moment dat de betrokkenen al helemaal vastgelopen zijn en een consultatie als een laatste optie wordt gezien. Jammer, want een eerdere aanmelding kan veel ellende voorkomen. Maar soms kan het gewoon niet eerder, of loopt de druk simpelweg te snel op.

De coördinatoren en consulenten of casemanagers van CCE, zien elk consultatietraject als een proces van ‘samen werken aan perspectief’. Vanuit onze onafhankelijke positie gaan we met een frisse blik aan de slag, samen met het team, de verwanten en de cliënt. We zoeken naar factoren die geleid hebben tot de ontstane situatie, adviseren over interventies en ondersteunen op de werkvloer bij de uitvoering van het advies.

Reacties op stress: vechten, vluchten, bevriezen

Bij Bas levert die gezamenlijke zoektocht een beeld op van een man die vaak wordt overvraagd. Door zijn omgeving, maar hij overschat ook zelf zijn mogelijkheden. Daardoor ervaart hij enorme stress. De standaard-reacties op extreme stress zijn vechten, vluchten en bevriezen. Die reacties vertoont Bas alle drie. Hij vlucht in alcohol en drugs, hij vecht letterlijk met z’n omgeving en reageert vaak apathisch.

Hij spiraalt in rap tempo naar beneden, en zijn moeder en begeleiders zien het met een gevoel van onmacht aan. De begeleiders nemen steeds verder afstand door het gedrag van Bas. Daarmee doen ze in feite hetzelfde als zijn overleden vader, die de verstandelijke beperking van Bas nooit heeft geaccepteerd.  Moeder doet het tegenovergestelde en schiet in de rol die ze al van oudsher heeft. Ze gaat de strijd aan met het team, zoals ze vroeger de strijd aan ging met vader. De oude jas die hier uit de kast getrokken wordt: het vertrouwde gezinspatroon van negatieve interactie, is overduidelijk aan vervanging toe.

Overplaatsing is voorkomen: Bas mag er zijn!

Bas’ reactie op stress levert veel problemen op. Hij vervreemdt mensen van zich, terwijl hij juist behoefte heeft aan geborgenheid en warmte. Z’n moeder durft ‘m niet los te laten omdat ie anders niemand meer heeft die voor hem opkomt. Toen we dit als betrokkenen eenmaal zagen en (h)erkenden, konden we op zoek naar oplossingen. Die vonden we in een aantal interventies.

  • Bas krijgt nu passende rollen toebedeeld, die recht doen aan zijn verlangen naar autonomie, maar hem niet overvragen. Met een afgebakend aantal mogelijkheden,  verantwoordelijkheden én succes, kookt hij bijvoorbeeld voor de groep.
  • Verder wisselen begeleiders hun ‘afwijzing’ in voor ‘nabijheid’. Ze staan naast hem in moeilijke situaties, en komen ook even buurten als het goed gaat. De afspraak is dat als er toch heftige conflicten zijn, de manager als relatieve buitenstaander Bas duidelijk maakt dat er regels zijn. Daardoor blijft de relatie van Bas met z’n begeleiders intact.
  • Bas wordt nu beter gezien als mens, met zijn (on)mogelijkheden en behoeften. Moeder en team voelen dat ze de strijd niet meer aan hoeven te gaan en nemen afscheid van het oude vertrouwde gezinspatroon. Het resultaat is dat Bas niet alleen mag blijven wonen op de plek waar hij bij nader inzien juist heel goed past, maar dat hij gewaardeerd wordt om wie hij is. Bas mag er zijn.

Zorgprofessional, vertrouw op je intuïtie!

Reflecteren op rollen en patronen is vaak een eerste stap op weg naar andere inzichten. Het lukt in 80 % van de consultatietrajecten waarin CCE actief is om in samenwerking met alle betrokken te komen tot nieuw perspectief. Ik zeg dan ook vaak dat het goed is om als zorgprofessional te vertrouwen op je intuïtie. Voel je dat de situatie vast gaat lopen, vraag er dan een frisse blik van buiten bij. Mijn CCE-collega’s en ik denken graag mee over het verlaten van gebaande paden en het loslaten van belemmerende patronen die zo passend lijken, maar dat in de praktijk echt niet meer zijn.

Informatie

Klik hier voor de uitgebreide casusbeschrijving over Bas.

Gastblogger Jeroen Housmans is Programmaleider Gehandicaptenzorg en Meerzorg bij Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE). CCE is partner van zorgprofessionals als het gaat om expertise over ernstig probleemgedrag bij mensen die langdurig professionele zorg en ondersteuning nodig hebben.

Deze pagina is een onderdeel van