Benut regeling Meerzorg om lessen uit lockdown vast te houden
Toen CCE-coördinator Carla Wikkerman na de lockdown belde om te horen hoe het met cliënt Martin ging, kreeg ze te horen: ‘Het gaat zo veel beter met hem. De rust die deze tijd brengt doet hem echt goed.’ Hoe behouden we die gezonde balans?
Probleemgedrag door hoge druk op de ketel
Probleemgedrag ontstaat soms doordat de druk op de ketel te hoog is, bij cliënten en bij teams van zorgprofessionals. En de afgelopen maanden was de druk in de gehandicaptenzorg op alle fronten hoog. Begrijpelijk dus, dat het probleemgedrag toenam. Maar er is ook een andere kant van de coronamedaille: die van de cliënt die opgeleefd is de afgelopen maanden. Diens kwaliteit van bestaan is in deze tijden evenredig toegenomen aan de afname van zijn probleemgedrag.. Martin bijvoorbeeld, een verstandelijk beperkte jongeman met autisme.
Regressie in plaats van ontwikkeling
Als CCE-coördinator werd ik ruim voor de coronacrisis gevraagd om een consultatietraject op te starten voor Martin. Het ging al langere tijd niet goed met hem. Zijn ontwikkeling stagneerde, en hij vertoonde steeds meer signalen van regressie. Van zijn oorspronkelijke vaardigheden was niet zo veel meer over. Hij kwam letterlijk tot niets meer. Elke actie duurde uren.
Extreme traagheid
Neem het toiletbezoek. Ooit ging Martin zelfstandig, maar inmiddels deed hij er zo lang over om te gaan, dat het meestal al te laat was en incontinentiemateriaal noodzakelijk werd. Bed opmaken, persoonlijke verzorging als wassen en scheren - het duurt zo lang, dat het niet meer zelfstandig kan. De extreme traagheid in z’n acties zorgt er uiteindelijk voor dat hij nog slechts met heel veel moeite naar dagbesteding gaat, en veel tijd op z’n kamer doorbrengt. Familie en team zijn erg bezorgd over Martins kwaliteit van bestaan.
Overvraging als mogelijke oorzaak
Mijn collega’s en ik maken regelmatig mee dat er in CCE-consultaties wel een idee is van de mogelijke oorzaak van probleemgedrag, maar dat het niet goed lukt om er heel precies de vinger op te leggen. Daar is vaak observatie en onderzoek voor nodig. Bij Martin was duidelijk in welke richting we de oorzaak konden zoeken: overvraging en het opbouwen van stress speelden een rol bij de regressie.
Door corona werd het stil op de groep
Maar hoe zag die overvraging er bij hem uit, waar zat hem dat precies in? Werd hij nou overprikkeld of kreeg hij juist te weinig prikkels? Samen met het team keken we naar de onderbouwing van dat vermoeden, op het moment dat corona toesloeg en ook de zorginstelling van Martin tijdelijk de deuren sloot. Van de ene op de andere dag was alles anders. De drukte op de groep van inlopende professionals en verwanten, de dagbesteding, het verdween… het werd stil.
De invloed van de lockdown werd snel duidelijk
Ook het consultatietraject van Martin kwam noodgedwongen tot een pauze. In die eerste weken van de lockdown zochten we allemaal, zorgprofessionals en CCE naar manieren om, ook op afstand, cliënten te blijven ‘zien’. Toen ik weer contact opnam ging ik ervan uit dat we de consultatie zouden oppakken, daar waar we ‘m enkele weken eerder tijdelijk afbraken: bij de theorie van de overvraging en stressopbouw. Hoe verrast was ik om te horen dat situatie helemaal niet meer zo was, als enkele weken daarvoor. Integendeel.
Ontwikkeling in plaats van regressie
Als ik begin april overleg heb met de gedragskundige en andere betrokkenen bij de zorg voor Martin hoor ik: ‘Carla, het gaat zo veel beter met hem. De rust die deze tijd brengt doet hem echt goed. We zien nu het bewijs van overvragen. Vooral het wegvallen van de druk om in de ochtend weg te moeten naar een andere locatie voor de dagbesteding, blijkt een grote opluchting voor hem én voor het team. Vanaf het moment dat dagbesteding in huis plaats vond en er geen strakke tijden meer waren, zagen we een stijgende lijn in zijn ontwikkeling. De stress nam niet alleen bij Martin af, maar ook bij zijn begeleiders. De gevolgen daarvan zijn groot: incontinentieproblemen zijn sterk afgenomen, persoonlijke verzorging neemt-ie gedeeltelijk zelf weer ter hand en hij maakt zelfs zijn eigen bed op. Het regressieve beeld is verminderd.’
‘Het was een leuke dag’
Martin is dus opgeleefd sinds hij zich niet meer opgejaagd voelt door de overgangen die het naar dagbesteding gaan met zich meebracht. Hij is actiever, zoekt aansluiting bij vrienden in de groep, kijkt filmpjes… Kortom, het leven is er enorm op vooruit gegaan. Of zoals hij zelf nu regelmatig zegt ’s avonds: ‘Het was een leuke dag!’ En vanaf dat punt pakken we nu samen de draad weer op: Martin, zorgprofessionals en CCE. De deuren van de zorginstelling gaan op een flinke kier. De dagbesteding is weer open.
Meerzorg inzetten om dit vast te houden
Maar we willen voorkomen dat hij terugvalt in probleemgedrag door overbelasting. De vraag is dus: hoe vinden we, met alles dat de lockdown ons leerde, een gezonde balans zonder overvraging? En wat is ervoor nodig om die balans te creëren? Dat doel, het vinden van een passend, nieuw normaal voor Martin, wordt nu de inzet voor een aanvraag voor Meerzorg. Ook dat wordt vast en zeker een traject van zoeken, passen en meten. Maar alle betrokkenen zijn er klaar voor, want terug naar de oude situatie, is geen optie.
Informatie
De naam van Martin is gefingeerd.
Carla Wikkerman is coördinator bij het Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE)CCE
Hier vindt u meer informatie over Meerzorg.