Sofie Sergeant: ‘Juist in een moment van ongemakkelijkheid valt veel te leren’

Toen Sofie Sergeant samen met Henriëtte Sandvoort onderzoek deed, ontstond er vaak ongemakkelijkheid. Bijvoorbeeld als mensen doen alsof de een de begeleider van de ander is, of als Henriëtte op een kinderlijke toon wordt aangesproken, of niet weet waar ze kan gaan zitten. ‘Als je een beperking hebt, dan denkt men dat je op je achterhoofd gevallen bent.'

Ongemakkelijkheid
Sofie Sergeant en Henriëtte Sandvoort tijdens hun onderzoek.

Ontmoetingen tussen mensen met en zonder verstandelijke beperking leveren ongemakkelijkheid op

Als ik Henriëtte vraag of zij ‘ongemakkelijkheid’ heeft ervaren gedurende ons onderzoeksproject antwoordt zij prompt: ‘Het is met het grootste gemak dat ik kan spreken over ongemak.’ Ik ben dus voor het schrijven van deze blog te rade gegaan bij Henriëtte. Zij is ervaringsdeskundige op het gebied van leven met een beperking in onze samenleving.

Ontmoeting en samenwerking tussen mensen die leven met een verstandelijke beperking in onze samenleving en mensen die dit label niet hebben, levert ongemakkelijkheid op: bij onszelf, en in onze omgeving. En wij denken dat het goed is om dat te durven benoemen.

Laten we beginnen met drie manifestaties van dit ongemak en de concrete situaties die hierbij horen.

1. Onzeker en onhandig

Als Henriëtte en ik in onze herinneringen duiken, komen we makkelijk op een arsenaal aan voorbeelden van sociaal ongemakkelijke momenten. Gevoelens van onzekerheid veroorzaken een soort van onhandigheid. Soms is deze onhandigheid eerder grappig, maar soms kan het ook ronduit kwetsend zijn.

Henriëtte: ‘Bijvoorbeeld als mensen mij niet aanspreken, maar zich tot jou richten, alsof jij mijn begeleider bent. Als je een beperking hebt, dan denkt men dat je op je achterhoofd gevallen bent en dus niks kan. En dat je dus over iemand kunt praten waar diegene bijstaat.’

2. Choose your battles

Heel vaak belandden we in situaties die in strijd waren met onze waarden en diepe overtuigingen. Het conflict en het moreel ongemak dat dit kan opleveren spreekt uit onderstaand voorbeeld, een quote uit mijn logboek:

‘Henriëtte en ik hadden samen een lezing gegeven. Content stonden we nog een beetje na te praten. Een vrouw benadert ons. Ze richt zich tot Henriëtte en praat met hoge stem en op kinderlijke toon: ‘Dag Henriëtte, respect hoor! Wat heb jij dat goed gedaaaaaaan.’ Henriëtte zegt ‘dankuwel’ en we ontsnappen. Henriëtte zegt: ‘Dat toontje…’. Ik kijk naar haar. ‘Hadden we niet moeten reageren?’ Henriëtte: ‘Ach, ze bedoelde het goed.’’

Tientallen keren hebben we dit meegemaakt: Henriëtte wordt hier expliciet als een kind of junior behandeld en daarmee niet voor vol aangezien. Maar hoe kaart je dit aan op een respectvolle manier? En dat reageren, doe je dat elke keer? Dat is wel heel vermoeiend… En wie zijn wij om dat te mogen?

3. Sorry voor alles

Hoe vaak heb ik Henriëtte stress en ongemak bezorgd door (weer) net te laat te komen, door net op het laatst moment nog iets te wijzigen in een plan… We hebben in onze jarenlange samenwerking geleerd: er is veel wat ons bindt maar we zijn op tal van vlakken ook ontzettend verschillend. Ik vind het fijn als mensen iets te laat komen. Jij niet. Ik vind het fijn om last minute nog iets te wijzigen aan het draaiboek en een intuïtie te volgen. Jij (meestal) niet. Al deze ‘culturele ongemakken’ hebben we vaak met humor en zelfrelativering doorgesproken. Samen geschiedenis mogen opbouwen helpt: op den duur kon ik wel al voorspellen waar de wrevel zou kunnen ontstaan en kon ik anticiperen en mezelf andere tradities aanleren. Dat lukte… soms.
Tegelijk laat het zien hoe precies het soms kan komen, afstemmen op een ander. Impliciet lijkt er in dit geval wél sprake te zijn van afhankelijkheid, van dat ik eindverantwoordelijk ben voor de reis én voor dat Henriëtte er ook veilig komt. Mag die afhankelijkheid alleen impliciet blijven, of mag die ook geëxpliciteerd worden, inclusief het appèl dat daarmee wordt gedaan op de verantwoordelijkheid, het aanpassen van mezelf? Hoe elkaar met respect en in goede afstemming (ook van verantwoordelijkheden) te bejegenen, zonder een beperking te ontkennen - ziehier het spanningsveld.

Oorzaken van ongemakkelijkheid: sociale druk

Zoals hierboven wel al duidelijk is gemaakt, kent het gevoel van ongemak talrijke oorzaken: gebrek aan kennis en onzekerheid, miscommunicatie, morele conflicten. Een andere oorzaak is sociale druk. Het volgende voorbeeld uit mijn logboek maakt dit duidelijk:

‘Henriëtte en ik zijn uitgenodigd als gastsprekers op een grote onderzoekersbijeenkomst. Wij komen samen binnen. Het publiek zit al klaar. Het is een indrukwekkende zaal, en ik meen enige onzekerheid te bespeuren in Henriëtte’s bewegingen en gezichtsuitdrukking. Ons verhaal straks gaat over ‘gelijkwaardige samenwerking’. Henriëtte vraagt aan mij terwijl de zaal muisstil is: Mag ik hier gaan zitten?’.’

Wat gebeurde hier? Henriëtte stelde op dat moment een vraag op een toon die – in mijn ogen – op dat moment het omgekeerde uitstraalt van ‘gelijkwaardigheid’. Ik voel de ogen van de zaal. Ik ga naast Henriëtte zitten. En ik dacht: Wij hoeven niet het goede voorbeeld te zijn. Toch?’

Af en toe es goed lachen helpt ook

Als ons iets is duidelijk geworden in de afgelopen jaren, dan is het dat ongemakkelijkheid erbij hoort. Dat het vaak in deze momenten is dat er geleerd kan worden. Maar dan moet je er wel ‘door’: door de onzekerheid en de angst, door de frictie, en moedig ruimte maken voor het disharmonische. Ongeacht de ongemakkelijkheid dóórgaan en proberen te vatten wat moeilijk te vatten is. En af en toe es goed lachen om jezelf en met elkaar. Dat helpt ook.

Informatie

In vier blogs beschrijven Tessa Frankena, Henriëtte Sandvoort, Sofie Sergeant, Mieke Cardol, Maria Baltag, Jenneken Naaldenberg en Anneke van der Cruijsen ongemakkelijke situaties, hoe ze ermee zijn omgegaan en wat het opleverde. Ze kregen daarbij hulp van ervaringsdeskundige Ellis Jongerius.

Sofie Sergeant is hoofddocent Burgerschap & Inclusie aan de Hogeschool Utrecht, verbonden aan de het Instituut voor Onderwijs en Orthopedagogiek en het Lectoraat Jeugd. Van 2016 tot 2020 werkte zij samen met Henriëtte Sandvoort in het project ‘Samen Werken, Samen Leren’, een inclusief onderzoeksproject gesubsidieerd door ZonMW in het kader van het Programma ‘Gewoon Bijzonder’. Deze blog is de tweede in de reeks.

Lees ook de blog van Tessa Frankena over ‘Ongemakkelijkheid hoort bij inclusief onderzoek’.

Deze pagina is een onderdeel van