Huid op huid – een klein verhaal over onze universele taal
Hoe gaat het met de mensen die we tijdens ons onderzoek hebben ontmoet? Dat vroeg Femmianne Bredewold zich af in een eerdere blog. Nou, hoe gaat het? Op ons verzoek belt ze een moeder.
Contact met de iPad werkt allen maar verwarrend
‘Hoe het nu gaat met contact maken, vraag je? Ja, met die iPad, dat werkt niet hoor. De begeleiders hielden de iPad voor Lars zijn gezicht, maar hij raakte helemaal in de war van mijn stem. Hij keek steeds naar de deur en naar het raam. Van: komt ze nu? Waar is ze, die verrekte moeder van me? Dus dat is alleen maar verwarrend voor hem. We hebben het zeker wel geprobeerd, maar niet handig voor Lars. En zelf raakte ik er ook door van streek. Zo zielig om hem naar mij te zien zoeken.’
Zwemmen met Lars in 2019
‘Ja het wekelijkse zwemuitje, zit er nu natuurlijk ook niet in. Dat is echt niet leuk hè! Dat mis ik vreselijk!’, gaat Marie verder. Mijn gedachten gaan direct terug naar het tafereel dat in mijn geheugen staat gegrift. Het is het warme voorjaar van 2019. Van corona hebben we nog nooit gehoord en het leed dat eruit voortkomt, kunnen we ons nog niet voorstellen. We zwemmen in het zwembad op het terrein: Lars, zijn huisgenootjes, de begeleiders en zijn ouders Marie en Sjak.
Als een koalabeertje hangt hij tegen zijn moeder aan
Marie en Sjak, laten Lars heel voorzichtig met de tillift het water in zakken. Als Lars in het warme water zakt maakt hij met zijn armen lome, zoekende bewegingen. Als hij zijn moeder te pakken heeft, slaat hij zijn armen voorzichtig om haar nek. Zijn benen vouwt hij om haar middel. Als een koalabeertje hangt hij tegen zijn moeder aan. Hij beweegt zijn hoofd zachtjes in de holte tussen haar nek en haar schouder. Kust haar op haar gezicht met gesloten ogen. Legt zijn wang tegen haar wang en gromt tevreden. Zijn soms zo verkrampte gezicht, is nu heel zacht en ontspannen. Hij kijkt intens tevreden. Een roze kleur op zijn wangen.
Huid op huid met zijn moeder
Ik herinner me dat de moeder van Lars moet lachen en vanuit het water riep ze naar me: ‘Oh, wat heeft mijn jongen zijn moedertje gemist. Drie week hebben we niet gezwommen, door de vakantie. En nu moet ie de schade inhalen. Lekker huid op huid met zijn moedertje.’ Ze laat Lars heerlijk knuffelen en aait hem zacht over zijn krullen en zijn rug.
Na de crisis: zwemvakantie!
De stem van Marie brengt me terug naar de realiteit, naar het hier en nu. En wat ik mis, wil je weten? Wat ik moet offeren ten tijde van corona?’ Ik hoef niet eens te hummen. Marie gaat al door: ‘Het lichamelijk contact. Dat is het offer dat ik nu te brengen heb. Dat is wat ik tot in het diepst van mijn vezels mis. Zo erg, dat ik er pijn van in mijn buik krijg. Hand in hand. Huid op huid. Lepeltje, lepeltje. Wat heb je anders, als je geen woorden uit kan wisselen?! Maar straks, als die corona getemd is, dan neem ik Lars mee op zwemvakantie!’
Informatie
Femmianne Bredewold en Simon van der Weele schrijven om de beurt een blog over hun onderzoek ‘Sociale inclusie voor mensen die wonen in een beschutte leefomgeving’. In dit onderzoeksproject brengen ze in kaart wat sociale inclusie betekent voor mensen met een beperking die wonen op een instellingsterrein. Ze brengen weken door op een instellingsterrein en volgen de mensen met een beperking die daar wonen. Maar nu dus niet. De eerdere blog daarover kunt u hier lezen.