Boris van der Ham: ‘Verdriet om ongewenste kinderloosheid slijt vaak langzaam’

Op bezoek bij een man en een vrouw die een gezin willen stichten, denkt VGN-voorzitter Boris van der Ham terug aan de tijd dat hij zelf dacht dat dit voor hem onmogelijk was. ‘Los van of die wens wordt vervuld, het verlangen en het gemis moeten serieus genomen worden’, realiseert hij zich. ‘Daarin zijn mensen gewoon gelijk.’

Boris van der Ham

Samen roti eten

Daar zat ik dan op de bank met een bord roti op schoot. Ik bezocht een man en een vrouw die bij twee verschillende zorgorganisaties wonen. Haar leerde ik kennen tijdens de eerste lockdown in 2020, tijdens de coronapandemie. Toen alle inwoners van zorgorganisaties verplicht moesten binnenblijven, mailde ze mij met de vraag of ik als voorzitter van de VGN niet even kon regelen dat ze haar vriend wél mocht bezoeken. Dat kon ik als voorzitter niet, en hoewel dat haar toen wel teleurstelde, hebben we sindsdien regelmatig contact. Ik beloofde haar ook om een keer roti te komen eten bij haar en haar vriend. 

Ze wilden misschien nog wel een gezin stichten

Het eten dat haar vriend had gemaakt smaakte uitstekend, en ik zag twee zeer gelukkige mensen. Het gesprek kwam algauw op hoe ze de toekomst voor zich zagen: samenwonen en misschien wel trouwen. Ook spraken ze uit dat ze misschien nog wel een gezin wilden stichten. Ze waren zich bewust dat door hun iets oudere leeftijd dat nog lastig zou kunnen worden. Ook speelt hun beperking mee. 

Kinderen krijgen: een dilemma

Ik weet dat kinderen krijgen een groot dilemma is in de gehandicaptenzorg. Familie, zorgprofessionals en organisaties breken zich regelmatig het hoofd of dat wel verantwoord is voor mensen met een verstandelijke beperking. Een razend ingewikkelde kwestie, waarover ik als VGN-voorzitter in zijn algemeenheid natuurlijk wel opvattingen heb, maar die ik in concrete situaties niet hoef en kan beoordelen.

‘Ik zou nooit een gezin hebben, dacht ik’

Daarvoor in de plaats gingen we gewoon door over het onderwerp van kinderen krijgen. We kregen het over mijn eigen ongewenste kinderloosheid. Ik wist op mijn vijftiende dat ik geen relatie met een vrouw zou krijgen. Vader worden was dus ook voor mij verre van vanzelfsprekend. Die wetenschap droeg ik als een donkere schaduw met me mee. Bij het uit de kast komen en bij mijn eerste relatie was ik weliswaar blij, maar er was ook een vorm van rouw. Nu was het definitief: ik zou nooit een gezin hebben, dacht ik. 

Ongewenste kinderloosheid: tal van oorzaken

We hadden het ook over hoe dit verdriet bij heel veel mensen speelt, vanwege tal van andere oorzaken. Bijvoorbeeld omdat iemand geen geschikte partner kan vinden of dat er ook bij hetero-stellen geen spontane zwangerschap lukt. Uit de diepgevoelde wens om toch een gezin te stichten, zijn mannen en vrouwen bereid ook andere wegen te bewandelen. Ikzelf heb inmiddels twee kinderen (vijf en twaalf jaar) met een lesbisch stel. En ja, er zijn ook mensen die ongewenst kinderloos blijven. Dat verdriet slijt vaak langzaam. 

Verlangen en gemis moeten serieus genomen worden

Na het eten stelden we vast dat de wens van dit stel niet anders is dan de wens van al die andere mensen. Los van of die wens wordt vervuld, het verlangen en het gemis moeten serieus genomen worden. Daarin zijn mensen gewoon gelijk. We knikten. We begrepen elkaar.

Deze blog komt uit de tweede editie van 2024 van Markant, het tijdschrift van de VGN. 

Wil je meer weten of heb je vragen of opmerkingen?

Neem contact op met Boris van der Ham
E-mail
Telefoonnummer
Boris_van_der_Ham

Deze pagina is een onderdeel van