Onderzoek voor betere gehandicaptenzorg: vijf vragen aan onderzoekers
In deze reeks vertellen professionals hoe zij hun onderzoekskennis en -vaardigheden inzetten om de kwaliteit van leven van mensen met een beperking te verbeteren. Zij hebben uiteenlopende functies, en hebben allemaal deelgenomen aan de VGN-masterclass over wetenschappelijk onderzoek. Met hun academische vaardigheden zorgen ze voor een nieuwe impuls in de gehandicaptenzorg. Dit keer aan het woord: Gineke Hanzen, fysiotherapeute bij Koninklijke Visio en postdoc (senior) onderzoeker bij de Academische Werkplaats EMB.

1. Met welk project houd je je nu bezig?
In mijn promotieonderzoek heb ik me gericht op de participatie van volwassenen met visuele en (zeer) ernstige verstandelijke beperkingen. Inmiddels doe ik in mijn huidige functie vervolgonderzoek naar de participatie van volwassenen met EMB. Daarnaast begeleid ik andere onderzoekers die zich richten op thema’s als muziekimprovisatie, Active Learning, CVI, leefstijl en slaapproblemen bij mensen met EMB.
2. Wat betekent dit voor de praktijk?
Tijdens ons onderzoek bij de Academische Werkplaats EMB hebben we het abstracte begrip 'participatie' concreet gemaakt voor mensen met visuele en zeer ernstige verstandelijke beperkingen. Dat heeft geleid tot de ontwikkeling van een praktische Participatie Mindmap met concrete handvatten voor begeleiders en naasten. Ook hebben we samen met Rehabilitatie ’92 de interventie Zorg voor Participatie+ ontwikkeld om de participatie van deze doelgroep te verbeteren. We onderzochten zowel de implementatie als de effecten van deze interventie. Op de website van de Academische Werkplaats is een informatief filmpje beschikbaar over dit project. Op dit moment werken we aan de opname van de interventie in de databank van Vilans.
3. Hoe heeft de masterclass Wetenschappelijk onderzoek je hierbij geholpen?
De masterclass heeft mij geleerd hoe ik een onderzoeksvraag systematisch kan benaderen. Vanuit mijn oorspronkelijke opleiding als fysiotherapeut had ik die onderzoeksvaardigheden niet meegekregen. In de masterclass leerde ik het probleem scherp te formuleren, de onderzoeksvraag af te bakenen en vervolgens te vertalen naar een onderzoek met passende variabelen, instrumenten en analysemethoden. Dit vormde een belangrijke basis voor het onderzoeksvoorstel voor mijn promotie.
4. Welke rol heeft het volgen van de Masterclass in jouw loopbaan in de gehandicaptenzorg gehad?
Het volgen van de masterclass heeft mij in staat gesteld om een sterk onderzoeksvoorstel te schrijven, wat de basis was voor mijn promotietraject. Ook tijdens mijn promotietraject bleef ik regelmatig teruggrijpen op wat ik in de masterclass had geleerd. Die basis helpt mij ook in mijn huidige functie bij het aanvragen van nieuwe subsidies voor vervolgonderzoek.
Het heeft mijn loopbaan als onderzoeker in de gehandicaptenzorg echt mogelijk gemaakt.
5. Welke meerwaarde zie jij voor deelnemers die overwegen aan de 10e editie van de masterclass mee te doen?
De masterclass leert je hoe je een goed onderzoeksvoorstel schrijft, maar misschien nog belangrijker: je ontdekt of wetenschappelijk onderzoek iets voor jou is. Ook als je uiteindelijk geen onderzoeker wordt, krijg je meer begrip van het onderzoeksproces. Die kennis is ook waardevol in andere functies binnen de gehandicaptenzorg.
Meer informatie over de masterclass
De VGN organiseert dit jaar voor de tiende keer de succesvolle masterclass Wetenschappelijk onderzoek in de gehandicaptenzorg met coaching van dr. Sabina Kef en dr. Mariët van der Molen. In deze masterclass leer je van ervaren onderzoekers en hoogleraren hoe je een onderzoeksvoorstel opstelt en uitvoert. In allerlei werkvormen maak je jezelf bekend met de onderzoeksliteratuur, leg je contacten met lectoren, hoogleraren en onderzoekers en verbind jij de praktijk met de wetenschap.
Klik hier voor meer informatie en om je aan te melden voor de masterclass (tot 15 juni).
Lees hier meer verhalen in de serie Onderzoek voor betere gehandicaptenzorg.