Omgaan met stress door corona: een luisterend oor helpt enorm
Tijdens de coronacrisis kregen veel medewerkers te maken met stressvolle omstandigheden. Hoe ondersteun je hen zo goed mogelijk? ‘Het helpt als iemand interesse en aandacht toont.’
‘De coronacrisis leverde voor medewerkers een enorm complex spanningsveld op’, vertelt Sandra de Wit van beroepsvereniging V&VN. Zij is verpleegkundig specialist en onderzoeker bij De Zijlen. ‘Medewerkers voelen zich verschrikkelijk verantwoordelijk voor de kwaliteit van leven en gezondheid van hun cliënten en ze maken zich ook druk om hun eigen gezondheid. Op een gegeven moment zaten alle locaties dicht, en zeiden medewerkers: wat nou als het ik het virus de locatie binnenbreng?’
Ze vervolgt: ‘Daarbij komt spanning tussen medewerkers, omdat de één strenger in de leer is dan de ander. En dan is er nog het appèl van verwanten. De stress kan ineens heel hoog zijn, als bijvoorbeeld onverwacht een ouder op de stoep staat om zijn kind te zien. Wat het niet makkelijker maakte, is dat er veel te doen is geweest over beschermingsmiddelen en het voortdurende tekort eraan. En dan hebben we het nog niet eens over het grote verdriet als vier van de acht cliënten die je jarenlang kende, overlijden.’
Adequate hulp
Hoe zorg je ervoor dat medewerkers onder zo’n grote spanning ook goed voor zichzelf blijven zorgen? Dat stress en emoties bespreekbaar zijn en dat er adequate hulp voorhanden is, als dat nodig is? Daarover schreef de VGN een notitie. Strekking: ondersteuning moet laagdrempelig, zichtbaar en nabij zijn. De VGN helpt daarbij met kennis, door het delen van best practices en bijvoorbeeld met een instructiefilm voor leidinggevenden over het praten over heftige ervaringen. Roel de Bruijn is bestuurder van Ons Tweede Thuis en houdt zich voor de VGN bezig met dit onderwerp. ‘De aanleiding is de coronacrisis. Maar we zien dat het werk in de gehandicaptensector sowieso zwaarder wordt. Bijvoorbeeld doordat de complexiteit van de zorgvraag toeneemt. Dat gaat meer stress opleveren. En het moet normaal worden om daarover te praten. Op elk niveau van de organisatie. Ik doe het als bestuurder met blogs in coronatijd. Daarin vertel ik wat mij raakt, wat ik niet weet en wat ik moeilijk vind.’ Laagdrempelig, zichtbaar, dichtbij, gaat allereerst over de verantwoordelijkheid van de direct leidinggevende, volgens De Bruijn. ‘Medewerkers moeten zich gesteund voelen en durven praten. En dat betekent dat de leidinggevende voelt: ík moet iets doen. En dat is meer dan zeggen: hier heb je het nummer van het supportteam. Vervolgens is het belangrijk dat leidinggevenden leren wát ze dan moeten doen. Hoe voer je zo’n gesprek met medewerkers? Daar ondersteunen we vanuit de VGN bij met een instructievideo. En ten slotte zijn er situaties waarin je als leidinggevende kunt zeggen: dit moet ik niet zelf willen, hier hebben we kundige professionals voor nodig. Dan moet je weten hoe en naar wie je kunt verwijzen.’
Geen luxe, maar noodzaak
Psycholoog Roderik Bender van ARQ Nationaal Psychotrauma Centrum maakt de instructiefilm voor de VGN. ‘De coronacrisis is anders dan de gemiddelde crisis, omdat hij er nog steeds is als je naar huis gaat. De opvang van mensen die in deze omstandigheden zwaar risicovol werk doen, is dan ook geen luxe, maar noodzaak.’ Voor de opvang gelden twee belangrijke boodschappen. Eén: stress en emoties zijn normaal in zware situaties. En twee: mensen zijn veerkrachtig. Bender: ‘Wat helpt, is als iemand beroepshalve interesse en aandacht toont. Verreweg de meeste mensen die een ingrijpende gebeurtenis meemaken, komen er op die manier goed door. De leidinggevenden zouden daarin vooraan moeten staan, ook en misschien wel júíst als medewerkers hun ervaring zelf bagatelliseren. Tegelijkertijd zijn leidinggevenden er vaak onzeker over: daar moet je toch eigenlijk psychiater voor zijn? Maar dat is niet zo. Een luisterend oor en een open houding helpen al enorm. Het is een kwestie van het wel serieus nemen, maar het niet te zwaar maken. Daarvoor geven we in de film een paar handreikingen. Bijvoorbeeld voor de structuur van een gesprek. Of beter: de gesprekken. Want bij voorkeur praat je meerdere keren om te kijken hoe de verwerking op gang komt.’
‘Heel goed dat er opvangteams zijn, maar je denkt toch niet dat ik een wildvreemde ga bellen om te vertellen hoe het met me gaat?’
De rol van collega’s
Voorwaarde is wel dat medewerkers ook wíllen praten met hun leidinggevende. Jolanda Winters van BPSW, de beroepsvereniging van professionals in sociaal werk: ‘Natuurlijk moet een leidinggevende interesse tonen, en vragen hoe het gaat. Maar als je een open gesprek wilt, zijn collega’s ook belangrijk. Met hen heb je geen afhankelijkheidsrelatie, zij voeren het beoordelingsgesprek niet met je. Tegelijkertijd kennen ze je wél. Wij hebben verschillende bijeenkomsten over de coronacrisis georganiseerd en daar gaven medewerkers aan: heel goed dat er opvangteams zijn, maar je denkt toch niet dat ik een wildvreemde ga bellen om te vertellen hoe het met me gaat? Begeleiders zagen meer in collegiale opvangteams. Daarin voer je een normaal gesprek over een normale reactie op een abnormale situatie.’ Een combinatie van leidinggevenden, collega’s en professionals dus. En dat hebben ze bij Daelzicht al in de praktijk gebracht met het programma Samen Sterk. Dat programma is voortgekomen uit een belteam waar medewerkers, cliënten en hun families aan het begin van de crisis, zeven dagen per week naartoe konden bellen. Ria Pipers, ambtelijk secretaris van de OR, zat in dat team. ‘Van die lijn werd veel gebruik gemaakt: vijftig tot zestig telefoontjes per dag. Ik heb klachten, wat moet ik doen? Ik kan een cliënt niet in quarantaine houden, wat nu? Heel praktische zaken. Ook logisch, de regelgeving stond op het intranet, en werd dagelijks geüpdatet, alles was anders. Dan is het fijn om samen met een collega van het belteam de richtlijnen door te nemen. Dan zijn vragen met een telefoontje snel op te lossen.’
Klaar voor de tweede golf
Pipers: ‘Daelzicht zei: als deze coronacrisis langer gaat duren, of in het najaar weer opvlamt, moeten we daar iets mee. HR werkte dat uit in het programma Samen Sterk, dat bestaat uit drie stappen. Je zoekt in je team een maatje om mee te praten, dat stimuleren we vanuit de organisatie. Vervolgens is er in je team een aandachtsfunctionaris die net als je leidinggevende getraind is om signalen te herkennen en die met je praat, ook als je je niet zelf meldt. En ten slotte is er professionele hulp. Daar kan de aandachtsfunctionaris naar doorverwijzen, maar die kun je ook zelf bellen, gewoon op hetzelfde nummer als de coronalijn. Iedereen heeft er een folder over gekregen. Digitaal, en thuis op de mat, zodat ook je partner en familie weten dat ze mogen bellen. Zij hebben er immers ook mee te maken. Het is goed ingericht. We zijn nu voorbereid op een tweede golf.’
Ervaringen delen?
Werkt u in de gehandicaptenzorg en wilt u uw ervaringen delen in het omgaan met stress door corona? Neem dan contact op met Sasja Hendriksen of Maarten Hüttner
Dit artikel is geschreven door Rieke Veurink, voor de derde editie van de Markant (augustus 2020).