‘Domotica heeft de nachtzorg juist sterk verbeterd’
Het tv-programma Nieuwsuur besteedde onlangs aandacht aan de nachtzorg in de gehandicaptensector. Strekking: er zijn te weinig mensen ’s nachts, de uitluistersystemen zijn verouderd, en dat leidt tot ongelukken. Kees Erends, bestuurder van ’s Heeren Loo, herkent niets van dit beeld.
‘Ik vind het verdrietig hoe Nieuwsuur de nachtzorg in beeld heeft gebracht. Met de nadruk op incidenten en kille zwart-witfilmpjes waarin cliënten op de grond liggen’, vertelt Erends. ‘Het is echt onterecht. Domotica en eHealth zijn nu een jaar of dertien uitgebreid in gebruik en hebben de directe zorg sterk verbeterd. Er zijn bijvoorbeeld minder vrijheidsbeperkende middelen zoals Zweedse banden nodig. En we krijgen veel meer informatie waarmee we de zorg ook overdag kunnen verbeteren: of cliënten zichzelf ’s nachts slaan, of ze toevallen hebben. Ook de acute zorg is er op vooruit gegaan. Vroeger stond je er als begeleider met een acuut probleem alleen voor. Moest je én de cliënt stabiliseren én de ambulance bellen én extra ondersteuning regelen. Nu krijg je ondersteuning.’
Niettemin begrijpt Erends de zorgen van ouders wel. ‘Als ik een broer met een beperking zou hebben die met vijf anderen alleen in een woning op een zorgpark zou slapen, dan zouden ze mij ook heel goed moeten uitleggen dat dat verantwoord is. En het goede nieuws is: dat kúnnen we uitleggen. We zien bij ons dat cliënten, verwanten en medewerkers over het algemeen heel tevreden zijn met de nachtzorg.’
Dat komt volgens Erends omdat de nachtzorg gebaseerd is op twee uitgangspunten. Allereerst dat domotica de zorg niet vervangt. Uitluistersystemen helpen om zorg gericht in te zetten. En daarnaast dat de nacht bedoeld is om te slapen. ‘Zo fijn is het niet voor cliënten als er om de zoveel tijd iemand met een lamp binnenkomt om te kijken of het allemaal goed met je is.’
’s Heeren Loo heeft de nieuwste generatie uitluistersystemen. Ook heeft men de nachtzorg zelf op een aantal plaatsen op een nieuwe manier georganiseerd. Erends: ‘Op elke vier, vijf woningen is ’s nachts dan een begeleider uit het cluster aanwezig. Die gaat naar een cliënt toe als er een melding binnenkomt bij de centrale. ‘Deze begeleider kent de cliënten. Dit scheelt een hoop overdrachtswerk. Zo leveren we ook ’s nachts goede zorg.’