Nachtzorg is nog te onzichtbaar
Nachtzorg in de gehandicaptensector is soms letterlijk onzichtbaar. Voor veel ouders en verwanten is het een onbekend terrein; ze weten niet hoe de zorg in de nacht verloopt. Zelfs de dagzorg is onvoldoende op de hoogte van het werk van hun collega’s in de nacht. Daardoor is de nachtzorg vatbaar voor nare beelden. Dat bleek uit een uitzending van Nieuwsuur in september 2017. De reportage schetste een beeld van koude, afstandelijke zorg: cliënten die aan hun lot worden overgelaten en falende techniek. Een beeld waarin de gehandicaptenzorg zich niet herkent…
Medewerkers van de nachtzorg zijn immers juist trots op hun werk. Hun verhalen verdienen een podium. Vandaag lanceert Kennisplein Gehandicaptensector het dossier Nachtzorg. Een platform met succesverhalen, handige tools en video’s over onderwerpen als technologie in de nacht, verbinding tussen de dag en nacht, lekker slapen en slaapproblemen, werken in de nacht en arbeidsomstandigheden.
TNO onderzoek
‘Dit laten wij niet gebeuren’, zeiden wij als VGN, toen het vertrouwen in kwaliteit van nachtzorg in de sector onder druk kwam te staan. We lieten TNO een onderzoek doen naar de nachtzorg. Conclusie: Cliënten, ouders en medewerkers hebben wel degelijk vertrouwen in de nachtzorg, al zien zij ook serieuze verbeterpunten. Eén van die verbeterpunten is verbinding tussen de dag- en de nachtzorg. De overdracht verloopt nog te vaak uitsluitend via digitale wegen: er is geen warme overdracht. Soms is de dagzorg niet op de hoogte van de doorwaakte nacht van een cliënt, en – omgekeerd – weet de nachtzorg niet dat een cliënt overdag vooral heeft liggen slapen. Dat is jammer, want het is waardevolle informatie waarop de zorg kan anticiperen.
Goede voorbeelden
Een ander aandachtspunt uit het TNO-rapport is: Leer mét elkaar en ván elkaar. Elke zorgorganisatie heeft voor nachtzorg eigen regels, methodes, systemen en apparatuur. Bij sommige organisaties is de nachtzorg wél zichtbaar. Ouders, verwanten en collega-zorgmedewerkers worden daar bijvoorbeeld tijdens ‘open nachten’ uitgenodigd om ’s nachts te komen kijken. Er zijn ook organisaties waar de overdracht wél persoonlijk is. En er zijn organisaties waar de nachtzorg deelneemt aan het zorgplangesprek. Soms is er ’s nachts een bekende aanwezig is, zodat een onrustige cliënt geen vreemde aan het bed krijgt. Als er op de groep iets ingrijpends is gebeurd – een overlijden, een ziekte, een calamiteit – wordt er tijdelijk een slaapdienst samengesteld. Dat zijn mooie voorbeelden van goede zorg in de nacht.
Leernetwerk voor nachtzorg
Naar aanleiding van de aandachtspunten uit het TNO rapport, heeft de VGN een leernetwerk voor nachtzorg opgericht. Daar kunnen zorgorganisaties ervaringen uitwisselen en elkaar inspireren om de nachtzorg steeds beter te maken. Want – ook dat bleek uit het rapport – organisaties weten van elkaar óók niet hoe ze de nachtzorg hebben georganiseerd. Het leernetwerk gaat nadrukkelijk over de organisatie: de personele invulling, niet over techniek. Want hoe belangrijk die ook is, het is slechts een hulpmiddel voor goede, warme zorg. Techniek moet gewoon in orde zijn, voor welk systeem je ook kiest.
Bezoek in de nacht
Ik bezoek regelmatig de organisaties die zijn aangesloten bij onze vereniging. Voorheen deed ik dat altijd overdag. Sinds de uitzending van Nieuwsuur ben ik dat ook ’s nachts gaan doen. Ik heb met eigen ogen gezien hoe toegewijd en bevlogen de zorgprofessionals in de nacht hun werk doen. Ze leveren een belangrijke bijdrage aan het welzijn van onze cliënten. In de toekomst zal ik de organisaties ’s nachts blijven bezoeken. Ik wil blijven zien en horen wat hen drijft en ik zie het als mijn persoonlijke taak om het belang van hun werk voor het voetlicht te brengen. De nachtzorg verdient het gezien te worden.