'Als je het samen doet, wordt het voor iedereen makkelijker én leuker'
Op de locatie Winkellaan van Amarant in Tilburg werken zorgprofessionals, verwanten én professionals van stafdiensten samen bij de ondersteuning van cliënten. Een moeder, een manager en een directeur vertellen over de voordelen en de succesfactoren. ‘We zijn steeds meer één grote familie.’
David is 18 jaar en heeft zijn hele leven zorg nodig gehad, vanwege zijn ernstig meervoudige beperking. Eerst kwam die zorg aan huis, en ging David naar de dagbesteding. En sinds een jaar woont hij bij Amarant op de locatie Winkellaan. ‘Hij is er helemaal op zijn plek’, vertelt zijn moeder Sofi. ‘Het huis is echt heel mooi, met appartementen die in een L-vorm om een riante woonkamer en snoezelkamer zijn gebouwd. Vanuit zijn kamer kijkt David op de keuken. Heel fijn, dan heeft hij altijd het gevoel dat hij bij de mensen is.’
Dat de woning zo goed bevalt, is geen toeval. Manager Margriet: ‘Medewerkers, cliënten en hun verwanten hebben in de aanloop naar de bouw meegedacht over hoe het huis eruit moest zien. De meesten zeiden: we willen geen lange gangen. En we willen een passende plek voor iedereen: dichtbij de keuken en kamer als je veel toezicht nodig hebt of van gezelligheid houdt, verder weg als je rust zoekt.’
Quality time
Die betrokkenheid van ouders is aan de Winkellaan vanzelfsprekend. Sofi: ‘Ik kom twee, drie keer per week overdag bij David, mijn man op de andere dagen in de avond. Hij gaat dan voor het sporten langs onze zoon, doucht hem, en brengt hem lekker naar bed.’ En dat willen Sofi en haar man ook heel graag doen. ‘Natuurlijk willen we dat. We hebben achttien jaar voor David gezorgd. Dat gevoel en die betrokkenheid houden niet op als hij achttien is. Het is heel fijn dat we nu niet meer álles moeten. We hebben nu weer quality time samen met David. En daar genieten we allemaal van. Op het laatst was ik thuis echt zorgmoe. Ik zorgde met liefde, maar met minder plezier. Dat plezier heb ik weer terug.’
Het was wel even aftasten in het begin. Sofi: ‘Je wilt het personeel niet in de weg lopen. Maar ze waren allemaal heel aardig. ‘Als je koffie wilt, pak gerust’, zeiden ze dan. Langzaam maar zeker leer je elkaar steeds beter kennen. Nu loop ik de keuken in, doe de koelkast open om beleg voor de lunch voor David te pakken.’
Contact is belangrijk
Margriet Donders is manager van een aantal locaties, waaronder de Winkellaan: ‘Contact is belangrijk. Er is grote betrokkenheid van familieleden en er is een actieve raad van cliëntvertegenwoordigers. We werken samen en organiseren af en toe een familiebijeenkomst met alle verwanten. We willen daarin dieper ingaan wat familieleden nodig hebben om zich goed te voelen, nu er steeds meer samengewerkt wordt. Zo leren families elkaar en elkaars kinderen ook beter kennen. Wij werken op deze locatie met LACCS. Een methode voor goed leven voor mensen met een beperking. Het is zó fijn als ouders daar ook bij betrokken zijn, en bereid zijn belangrijke informatie over wat hun kind nodig heeft, te delen. Zo kun je echt samen optrekken, en voelt het steeds meer als een grote familie.’
Ouders helpen elkaar
Sofi: ‘Je kunt als ouders ook veel aan elkaar hebben. We houden thema-avonden waar we ervaringen en lessen uitwisselen. Als wij een rondje gaan lopen met David, nemen we ook een andere bewoner mee, als die dat wil. We hebben als ouders een document ondertekend dat we daar toestemming voor geven. Eerst vind je dat spannend: wat nou als die andere cliënt onderweg een epileptische aanval krijgt?’
Ester Zeeman is directeur HR bij Amarant: ‘De kunst is om het dan klein te houden. Gewoon een rondje op het terrein lopen is prima, en dan is er altijd iemand in de buurt. Het gaat erom dat we samen veel meer mogelijk kunnen maken.’
Niet betrekken maar samen doen
En dat gaat niet vanzelf. Ester: ‘Het is natuurlijk belangrijk dat je er als organisatie een visie op hebt én dat je die uitdraagt in taal. Wij hebben het niet over professionele zorg en mantelzorg, maar over persoonsgerichte zorg voor bewoners en ambulante cliënten. Die zorg en ondersteuning bieden we met zijn allen. En we hebben het niet over het betrekken van familie maar over het samen dóén. Niet alleen met verwanten, maar ook bijvoorbeeld met medewerkers van ondersteunende diensten. Die helpen soms ook mee. Daardoor krijgt iedereen veel meer begrip voor elkaar. Je ziet hoe kleine dingen van grote betekenis kunnen zijn en wat de uitdagingen van alledag zijn.’
Amarant vertaalt de visie op samenwerking met ouders, verwanten, broers en zussen zo goed mogelijk door in alle processen. Bijvoorbeeld bij de onboarding van nieuwe medewerkers. Al krijgen de locaties veel vrijheid. Ester: ‘Het is geen kwestie van “uitrollen”, maar van samen ontdekken. Locaties kijken samen met alle betrokkenen wat voor hen past. Dat is op deze locatie heel goed gelukt.’
Komt er een nieuwe bewoner op de Winkellaan? Dan wordt de verwanten gevraagd wat ze graag willen blijven doen. En dat kan dan ook. Verwanten helpen gewoon mee. In de zorg of erbuiten. Margriet: ‘Zo is er een broer van een cliënt die de zorg zelf niet over wil nemen, maar die wél heel goed is in klussen. Dus hij biedt hij heel veel hand- en spandiensten, waaronder de tuin. En dat dat doet hij super.’ We hebben de vraag gesteld, maar respecteren uiteraard ook dat de éen wat minder dan de ander kan betekenen.
Berichtje in de groepsapp
Is er een dienst die moeilijk dicht te krijgen is, dan ontvangen de ouders een berichtje in de groepsapp: wie wil er morgen meehelpen? Dat was voor de medewerkers wennen. Margriet: ‘Ze vonden het in het begin vervelend om hulp te moeten vragen. Alsof ze dan faalden ofzo. Terwijl we allemaal weten dat ouders het júíst fijn vinden als ze iets kunnen doen. Het is veel vervelender als je de dag erna als ouders te horen krijgt: ja gisteren was het wel krap allemaal. Daar kunnen ouders niks mee. Je ontneemt hen dan echt iets.’
Sofi: ‘Voor ons maakt het ook helemaal niet uit. Als ik normaal op woensdag naar David ga, en ik krijg nu een appje of het ook op dinsdag zou kunnen: helemaal prima. Inmiddels zijn ook wij helemaal thuis in de woning. Ik draai mee, en haal ook een doekje over het aanrecht.’
Manager op kop
Ester: ‘Een belangrijke schakel in het succes, is wat mij betreft de manager. Die heeft letterlijk een leidende rol, met als boodschap: op deze locatie vinden we het normaal om de dingen samen te doen. En wat heb jij nu als ouder of als medewerker nodig om het ook echt zo samen te doen?’
Margriet: ‘Tegelijkertijd zijn het de medewerkers en familieleden die het in de praktijk brengen. Het is dus essentieel dat familieleden betrokken zijn en dat het team ervoor open staat om deze verandering aan te gaan. Aanvankelijk was er schroom om familie om hulp te vragen, maar nu is er een hele mooie samenwerking ontstaan waar we allemaal blij mee zijn. Het voegt echt wat toe. Dat familie zich zo welkom voelt, geeft ook aan dat medewerkers daar veel in doen.'
Ester: 'Ten slotte is het ook een kwestie van tijd nemen. Echt de tijd nemen, om te praten, te luisteren. Uiteindelijk willen we allemaal hetzelfde, het belang van onze bewoners staat voor iedereen voorop. En als je dat samen doet, écht verbindt, wordt het voor iedereen een beetje makkelijker én leuker.’