Veelgestelde vragen over de CAO Gehandicaptenzorg
Lees hier veelgestelde vragen over de actuele CAO Gehandicaptenzorg.
-
CAO staat voor collectieve arbeidsovereenkomst. Dit is een schriftelijke overeenkomst waarin afspraken worden gemaakt over arbeidsvoorwaarden. Denk hierbij aan afspraken over loon, vergoedingen, werktijden, vakantie en verlof. Volgens cijfers van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ministerie SZW) valt ongeveer 80 procent van de werknemers in Nederland onder een CAO.
-
Een CAO wordt afgesloten door één of meer werkgevers of werkgeversorganisaties en één of meer werknemersorganisaties. Dit noemen we de CAO-partijen. Het kan hierbij gaan om een bedrijfstak-CAO of een ondernemings-CAO. Een bedrijfstak-CAO is een CAO voor een sector of branche zoals de CAO Gehandicaptenzorg. Een ondernemings-CAO is een CAO die geldt binnen een bedrijf.
-
Een nieuwe CAO begint meestal met het inventariseren van wensen van werkgevers en werknemers in een branche of bedrijf. Bij de werkgevers in de gehandicaptenzorg zijn dit de leden van de VGN en MEE Nederland. Bij de werknemers bepalen de vakbonden CNV Zorg & Welzijn, FNV, NU’91 en FBZ samen met hun leden welke onderwerpen zij graag terug willen zien in een nieuwe CAO. Vervolgens gaan CAO-partijen met elkaar in gesprek over deze onderwerpen en proberen ze tot goede afspraken te komen waar zowel werkgevers als werknemers zich in kunnen vinden. Dit noemen we de CAO-onderhandelingen.
Als CAO-partijen overeenstemming bereiken, is er sprake van een onderhandelingsresultaat. Dit resultaat wordt vervolgens voorgelegd aan de leden van de CAO-partijen. Bij de werkgevers gebeurt dit op de Algemene Ledenvergadering. De werknemersorganisaties doen dit via achterbanraadplegingen. Als alle leden instemmen, is er een nieuwe CAO. Wel moeten de afspraken die in het onderhandelingsresultaat staan dan nog verwerkt worden in CAO-teksten. Hierover vindt afstemming plaats tussen CAO-partijen.
-
Een werkgever die lid is van de VGN of MEE NL en valt onder de werkingssfeer van de CAO Gehandicaptenzorg, moet de afspraken uit een nieuwe CAO Gehandicaptenzorg toepassen op haar werknemers.
CAO-partijen kunnen er verder voor kiezen de CAO algemeen verbindend te laten verklaren door het ministerie SZW. Als een CAO algemeen verbindend is verklaard, geldt die CAO voor alle werkgevers die onder de werkingssfeer van die CAO vallen en hun werknemers, ook als de werkgever geen lid is van de werkgeversorganisatie die de CAO heeft afgesloten. CAO-partijen bij de CAO Gehandicaptenzorg doen normaal gesproken een verzoek tot algemeen verbindend verklaring.
-
De huidige CAO Gehandicaptenzorg heeft een looptijd van 1 oktober 2021 tot en met 31 december 2024. De CAO 2021-2024 had oorspronkelijk een looptijd tot en met 31 januari 2024 maar door een tussentijdse wijziging van de CAO is de looptijd verlengd tot en met 31 december 2024.
-
De directe aanleiding om de CAO tussentijds te wijzigen was de hoge inflatie en het koopkracht verlies van medewerkers. Daarom hebben CAO-partijen aanvullende loonafspraken gemaakt. Daarnaast is de looptijd van de CAO verlengd en zijn er afspraken gemaakt over enkele andere onderwerpen, zoals ORT en reiskostenvergoeding woon-werkverkeer.
-
De volgende afspraken zijn gemaakt:
- Per 1 mei 2022 wordt een algemene structurele loonsverhoging toegepast van 2,2% met een minimum van € 85,- bruto per maand. Dit betekent dat iedere werknemer minimaal € 85,- salaris bruto per maand erbij krijgt (naar rato van het dienstverband).
- Per 1 mei 2023 wordt een algemene structurele loonsverhoging toegepast van 3,2%.
- Per 1 september 2023 wordt een algemene structurele loonsverhoging toegepast van 3% met een minimum van € 80,- bruto per maand. Dit betekent dat iedere werknemer minimaal € 80,- salaris bruto per maand erbij krijgt (naar rato van het dienstverband).
- Per 1 december 2023 wordt een algemene structurele loonsverhoging toegepast van 3% met een minimum van € 80,- bruto per maand. Dit betekent dat iedere werknemer minimaal € 80,- salaris bruto per maand erbij krijgt (naar rato van het dienstverband).
- Per 1 juni 2024 wordt een algemene structurele loonsverhoging toegepast van 2% met een minimum van € 55,- bruto per maand. Dit betekent dat iedere werknemer minimaal € 55,- salaris bruto per maand erbij krijgt (naar rato van het dienstverband).
- Per 1 december 2024 wordt een algemene structurele loonsverhoging toegepast van 2% met een minimum van € 55,- bruto per maand. Dit betekent dat iedere werknemer minimaal € 55,- salaris bruto per maand erbij krijgt (naar rato van het dienstverband).
-
De salaristabellen zijn gepubliceerd op de website van de VGN. Ook kunt u deze vinden in hoofdstuk 4 van de CAO.
-
In 2024 is de eindejaarsuitkering 8,33% van het feitelijk verdiende salaris bij de werkgever in de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2024 (artikel 4:6 CAO). Het feitelijk verdiende salaris bij de werkgever is het salaris zoals bedoeld in artikel 1:1 sub d van de CAO. Dit betekent dat over de vergoedingen uit hoofdstuk 4, 7, 8, 9 en 10 geen eindejaarsuitkering wordt betaald. Ook over het vakantiegeld wordt geen eindejaarsuitkering betaald. Over de overwerkvergoeding voor de parttime werknemer bestaat wel recht op opbouw van eindejaarsuitkering (artikel 7:5 lid 1 CAO).
-
De werknemer die op 31 december in dienst is bij een werkgever die valt onder de werkingssfeer van de CAO Gehandicaptenzorg heeft recht op de eindejaarsuitkering (artikel 4:6 CAO).
-
Als de arbeidsovereenkomst met de werknemer eerder eindigt dan 31 december heeft de werknemer recht op een eindejaarsuitkering over het tot dan toe genoten feitelijk verdiende salaris bij de werkgever in het betreffende kalenderjaar.
-
Het werken met de jaarurensystematiek (JUS) maakt het mogelijk om over een langere periode de zorgvraag en arbeidsinzet op elkaar af te stemmen. Een langetermijnplanning geeft meer ruimte om aan de wensen van medewerkers en de organisatie tegemoet te komen. De JUS is een van de instrumenten waarmee medewerkers meer grip kunnen hebben op de eigen werk- en rusttijden en daarmee op de werk/privébalans. Dat is van groot belang voor de duurzame inzetbaarheid van medewerkers. Uitgangspunt is dat de werkgever en de medewerker afspraken maken over hoe de te werken uren worden ingezet door het gehele jaar heen. Het werken met de JUS biedt zo de gelegenheid om het werkaanbod van de organisatie en de beschikbaarheid van de medewerker goed op elkaar aan te laten sluiten.
-
Sociale partners hebben een Handreiking Jaarurensystematiek opgesteld met bijbehorende infographic. In de Handreiking staat de bedoeling van het werken met de jaarurensystematiek, een toelichting op de systematiek met de nodige voorbeelden, en de ‘spelregels’ die zijn afgesproken. Daarnaast is er een document Uitleg Jaarurensystematiek en feestdagen beschikbaar.
-
Nieuwjaarsdag, Paasmaandag, Hemelvaartsdag, Pinkstermaandag, Eerste en Tweede Kerstdag, 5 mei en Koningsdag alsmede de bijzondere feest- en gedenkdagen door de werkgever in overleg met de ondernemingsraad vastgesteld, zijn feestdagen volgens de CAO (artikel 1:1 sub g CAO).
-
In 2024 vallen zes feestdagen op een doordeweekse dag:
- Nieuwjaarsdag: maandag 1 januari 2024
- Tweede Paasdag: maandag 1 april 2024
- Hemelvaartsdag: donderdag 9 mei 2024
- Tweede Pinksterdag: maandag 20 mei 2024
- Eerste Kerstdag: woensdag 25 december 2024
- Tweede Kerstdag: donderdag 26 december 2024
Bij toepassing van de jaarurensystematiek hebben werknemers recht op 7,2 uur feestdagencompensatie voor iedere doordeweekse feestdag (artikel 6:4 lid 1 CAO). Dit betekent dat in 2024 het aantal uren waarop arbeid dient te worden verricht, wordt verminderd met 6 x 7,2 uur voor feest- en gedenkdagen vallend op doordeweekse dagen. Voor een werknemer die meer of minder werkt dan 1878 uur per jaar geldt dit aantal uur naar rato van het dienstverband. Voor werknemers die in de loop van het kalenderjaar in dienst treden, geldt de vermindering op grond van de in het resterende kalenderjaar voorkomende feestdagen. Lees voor meer informatie de Uitleg Jaarurensystematiek en feestdagen.
- Voorbeeld 1: Er zijn in 2024 zes doordeweekse feestdagen. Een fulltime werknemer heeft dan 6 x 7,2 uur = 43,2 uur feestdagencompensatie.
- Voorbeeld 2: Er zijn in 2024 zes doordeweekse feestdagen. Een werknemer die 2087 uur per jaar werkt (gemiddeld 40 uur per week) heeft recht op 48 uur (6 x 8 uur) feestdagencompensatie.
- Voorbeeld 3: Er zijn in 2024 zes doordeweekse feestdagen. Een werknemer met een dienstverband van 50% heeft recht op 21,6 uur (43,2 uur x 50%) feestdagencompensatie.
De werkgever kan in overleg met de ondernemingsraad een afwijkende regeling treffen (artikel 6:4 lid 5 CAO).
-
In 2025 vallen zeven feestdagen op een doordeweekse dag:
- Nieuwjaarsdag: woensdag 1 januari 2025
- Tweede Paasdag: maandag 21 april 2025
- Bevrijdingsdag: maandag 5 mei 2025
- Hemelvaartsdag: donderdag 29 mei 2025
- Tweede Pinksterdag: maandag 9 juni 2025
- Eerste Kerstdag: donderdag 25 december 2025
- Tweede Kerstdag: vrijdag 26 december 2025
Bij toepassing van de jaarurensystematiek hebben werknemers recht op 7,2 uur feestdagencompensatie voor iedere doordeweekse feestdag (artikel 6:4 lid 1 CAO). Dit betekent dat in 2025 het aantal uren waarop arbeid dient te worden verricht, wordt verminderd met 7 x 7,2 uur voor feest- en gedenkdagen vallend op doordeweekse dagen. Voor een werknemer die meer of minder werkt dan 1878 uur per jaar geldt dit aantal uur naar rato van het dienstverband. Voor werknemers die in de loop van het kalenderjaar in dienst treden, geldt de vermindering op grond van de in het resterende kalenderjaar voorkomende feestdagen. Lees voor meer informatie de Uitleg Jaarurensystematiek en feestdagen.
- Voorbeeld 1: Er zijn in 2025 zeven doordeweekse feestdagen. Een fulltime werknemer heeft dan 7 x 7,2 uur = 50,4 uur feestdagencompensatie.
- Voorbeeld 2: Er zijn in 2025 zeven doordeweekse feestdagen. Een werknemer die 2087 uur per jaar werkt (gemiddeld 40 uur per week) heeft recht op 56 uur (7 x 8 uur) feestdagencompensatie.
- Voorbeeld 3: Er zijn in 2025 zeven doordeweekse feestdagen. Een werknemer met een dienstverband van 50% heeft recht op 25,2 uur (50,4 uur x 50%) feestdagencompensatie.
De werkgever kan in overleg met de ondernemingsraad een afwijkende regeling treffen (artikel 6:4 lid 5 CAO).
-
Als de jaarurensystematiek niet wordt toegepast heeft de werknemer recht op verlof met behoud van salaris voor de in de CAO genoemde feestdagen. De werkgever maakt met de ondernemingsraad een regeling voor de compensatie van feestdagen voor werknemers die in wisselende dienst werken (artikel 6:4 lid 6 CAO).
-
Met de verschillende Balansfaciliteiten waaronder Balansverlof en de regeling Afbouw Carrière willen we stimuleren dat werknemers gezond, vitaal en met plezier zo lang mogelijk kunnen blijven werken. Deze faciliteiten geven rechten en grip (regie en verantwoordelijkheid) en bieden de ruimte om in specifieke situaties op individueel niveau passende afspraken te maken.
Lees meer over Balansfaciliteiten in het achtergrondartikel Het cao-akkoord nader bekeken: Balansfaciliteiten.
Daarnaast is voor VGN-leden een overzicht opgesteld met daarin de meestgestelde vragen over Balansfaciliteiten alsmede een aantal voorlichtingsvideo's.
-
Ja, in de CAO Gehandicaptenzorg staat dat een oudere werknemer het recht heeft om minder te gaan werken indien de werknemer voldoet aan bepaalde voorwaarden (zie artikel 8A:11 CAO). Dit noemen we de regeling Afbouw Carrière. De regeling biedt de werkgever de ruimte om met instemming van de ondernemingsraad op bepaalde onderdelen afwijkende afspraken te maken en in bijzondere situaties een maatwerkafspraak met een werknemer te maken.
-
De in de CAO opgenomen regeling Afbouw Carrière (artikelen 8A:10 t/m 8A:13 CAO) geldt voor de looptijd van de huidige CAO. Deze eindigt op 31 december 2024. Het voornemen was de regeling Afbouw Carrière te laten opvolgen door een nieuwe regeling ‘Even ietsje Minder’. CAO-partijen zagen echter in dat het nog niet zeker is dat de nieuwe regeling bij de komende CAO-onderhandelingen tot stand komt en per 1 januari 2025 of later in dat jaar van kracht wordt. Om helderheid te scheppen naar werknemers en werkgevers, zijn CAO-partijen daarom overeengekomen de regeling Afbouw Carrière te verlengen tot de in artikel 8A:10 lid 3 CAO genoemde einddatum, 31 december 2025. Dit betekent dat werknemers die aan de voorwaarden voldoen tot en met 31 december 2025 kunnen instromen in de regeling Afbouw Carrière.
-
Nee, in de CAO is geen afspraak gemaakt over het recht om eerder uit te treden. CAO-partijen hebben wel uitgebreid gesproken over dit onderwerp en ervoor gekozen de regeling Afbouw Carrière op te nemen waardoor werknemers minder kunnen gaan werken. Ook hebben CAO-partijen besproken dat het belangrijk is om aandacht te hebben voor het gezond en vitaal doorwerken tot aan de AOW-gerechtigde leeftijd. Daarom is dit opgenomen als gespreksonderwerp in de periodieke gesprekken tussen werkgever en werknemer. Werkgever en werknemer kunnen, indien dit passend is, op individueel niveau tot een afspraak komen en daarbij gebruik maken van de fiscale RVU-faciliteit die geldt tot eind 2025.
Als je vraag er niet bij staat, kun je het beste contact opnemen met de HR-afdeling van je eigen organisatie. HR-medewerkers en directieleden van werkgevers die lid zijn van de VGN kunnen contact opnemen met de CAO-helpdesk.