Zeggenschap bij Careander: ‘Vergaderen is leuk geworden’
Wil je de zeggenschap en medezeggenschap van cliënten vergroten, dan zijn nieuwe vormen belangrijk. Careander maakt de tongen los met een spel, dat de cliëntoverleggen vervangt. ‘Ik zou ook wel eens een bokkenpoot lusten.’
Laatst sprak Bert Brouwer een burgemeester die zich beklaagde over de toenemende agressie in de hal van het gemeentehuis. Hoe los je dat op?, vroeg Brouwer. De burgemeester overwoog om meer bewaking in te zetten en trainingen te geven voor het personeel. Brouwer antwoordde: Als jij drie van onze cliënten in de hal aan het werk zet die burgers welkom heten en een kop koffie inschenken, dan geef ik jou op een briefje dat er geen geweld meer is. Bert Brouwer is sinds januari 2016 bestuurder bij Careander, een zorginstelling op de Veluwe voor mensen met een verstandelijke beperking. ‘Net zo goed als cliënten ons nodig hebben’, zegt hij, ‘hebben wij als samenleving hen nodig. Onze cliënten ontwapenen. Ze hebben de onbevangenheid die wij onderweg zijn kwijtgeraakt.’
Careander is een Christelijke organisatie met de overtuiging dat elk mens door God geliefd is. Brouwer: ‘Dat leidt steeds opnieuw tot de vraag: Wat kan ik betekenen voor anderen en wat heeft de ander mij te zeggen? Mensen met een verstandelijke beperking hebben ons heel veel te zeggen. Zij hebben een belangrijke rol in de samenleving. Wij moeten ze helpen die rol te vervullen. Ze krachtig maken voor de maatschappij.’
Leidraad bij overleg
Medezeggenschap is een sleutelwoord bij Careander; cliënten worden gestimuleerd om een mening te vormen, regie te voeren en zich weerbaar op te stellen. Om daarbij te helpen, kocht de organisatie vorig jaar veertig exemplaren van het SPEL, acroniem voor Samen Praten En Luisteren. Het bordspel is speciaal gemaakt voor mensen met een verstandelijke beperking en bevat vragen over zes thema’s: gezondheid en hygiëne, eten en drinken, de ander en ik, mijn omgeving, leuke dingen doen én bespreekpunt.
Het is in 2015 ontwikkeld en uitgegeven door Sandra Bonte, teammanager bij Careander. Ze produceerde het in samenwerking met de orthopedagoog, begeleiders en bewoners van Careander en met onder andere subsidie van het Vrienden van Careander Fonds. Het SPEL vormt tegenwoordig steevast de leidraad tijdens het cliëntoverleg, eens per zes weken. Begeleiders peilen vooraf wat er speelt op de groep en selecteren vervolgens de relevante vragen. Ook kan iedereen individuele vergaderpunten inbrengen en krijgt iemand met autisme zo nodig alvast te horen welke vragen aan bod zullen komen.
‘Veel cliënten vonden vergaderen voorheen doodeng’, zegt Sandra Bonte. ‘Ze kwamen te laat of zelfs helemaal niet. Ze waren ook niet gewend om voor zichzelf op te komen.’ Reden volgens Bonte: de verzorgingsstaat. ‘Jarenlang was er personeel genoeg’, zegt ze. ‘Dat was een enorme luxe. Maar met ook een valkuil: we sloegen door. We beslisten te vaak wat goed was voor de cliënt.’
‘Niet storen’
Vandaag is er een huiskameroverleg bij de groep Rood van Ongerweges, een ouderinitiatief dat zorg inkoopt van Careander. De bewoners zitten aan een lange tafel. Het zijn Caren (43), Evelien (30), Johanna (36), Hanne (30), Jacinta (33), Gerlinde (26) en - de enige man in het gezelschap - Evert (55). Ook groepsbegeleidster en aandachtfunctionaris medezeggenschap Ramona Vermeer zit erbij. ‘Welkom’, zegt Sandra die het overleg begeleidt. ‘Fijn dat jullie er zijn.’ Het speelbord bestaat uit een ovalen ring die de hele tafel bestrijkt en is opgebouwd uit handgrote puzzelstukken met steeds een ander cijfer en een andere kleur. Iedereen kiest een pion, en wie slechtziend of motorisch gehinderd is, kan kiezen uit twee reuzenpionnen.
Sandra neemt nog even de notulen van vorige keer door. Toen waren er klachten over fruit dat in de kast was gezet omdat een aantal bewoners uit de buurgroep Blauw af en toe de schaal leegat. Ook viel diezelfde buurgroep wel eens ongevraagd binnen als Rood een avond rustig naar een film zat te kijken. ‘Hoe hebben jullie dat opgelost?’, vraagt Sandra aan Evert, die het punt destijds heeft ingebracht. ‘We hebben een bord ‘Niet Storen’ aan de deurklink gehangen’, zegt hij. ‘Ja, het gaat iets beter. Maar laatst hoorden we toch weer klop klop op de deur.’
Praten over emoties
Johanna gooit het hoogst en mag beginnen. Ze verplaatst hardop tellend haar pion en trekt verwachtingsvol een groene kaart van de stapel. Het blijkt een uitbeeldkaart te zijn, de anderen moeten het woord raden. Johanna kan niet lezen, dus Sandra fluistert het woord in haar oor. ‘Oh nee’, lacht Johanna, en ze slaat de hand voor haar mond. Ze verzamelt moed, richt zich op, trekt haar gezicht in de plooi en tuit haar lippen. ‘Zoenen!’ raadt de groep. Hilariteit alom, Gerlinde wist het al meteen.
Het SPEL kan aanleiding zijn om emoties ter sprake te brengen, dus Sandra vraagt door. ‘Krijgen jullie wel eens zoenen?’ Nee, lacht Gerlinde. Maar zij en Evert zijn laatst wel uit eten geweest. ‘Nou, gewoon’, vertelt ze. ‘We hadden zin in een romantisch etentje. We zijn met waxinelichtjes naar de snackbar gegaan en hebben daar een hamburger gegeten. Ja, bij kaarslicht aan een tafeltje.’
De volgende is aan de beurt: Caren. Wat doe je als je boos bent? Caren zucht en laat semi-moedeloos het hoofd hangen. Dat net dié vraag bij haar moet komen! Onlangs nog was ze boos. toen ze veel boter op haar brood smeerde en een begeleidster daar iets van zei. ‘Tja’, zegt Caren, ‘en wat deed ik toen. Tellen tot tien en effe janken van kwaadheid.’
Terug naar de bedoeling
Een poos geleden las Bert Brouwer het managementboek Verdraaide organisaties. De visie van schrijver Wouter Hart - terug naar de bedoeling - sluit naadloos aan op Brouwers visie. ‘We zijn verstrikt geraakt in regels, procedures, statistieken en computerprogramma’s’, zegt hij. ‘Ze hebben ook een enorm voordeel: je bent altijd ingedekt. Medewerkers hoeven niet meer na te denken, want dat doen de systemen voor hen. En ik verfoei het.’
Brouwer vindt dat de systemen hart en ziel verdrukken. Met als gevolg dat misschien wel alle formulieren keurig zijn ingevuld, maar de cliënt ongelukkig is. Daarom staat hij vierkant achter de investering van het SPEL. Het geeft antwoord op vragen als: Vind je het fijn hier, voel je je veilig, luisteren we goed naar je, en kun je je zegje doen? Brouwer zal ook altijd medewerkers steunen die handelen in het belang van de bewoners, ook als ze daarmee bepaalde regels overtreden. Brouwer: ‘Stel, een cliënt wil niets liever dan met de fiets naar het dorp, en ook de ouders en arts vinden het verantwoord. Dan moet je zo iemand laten gaan, ook als de huisregels het verbieden. Onze cliënten wonen hier. Careander is hun huis. Ze hebben er een tuintje en ontvangen er hun vrienden en familie. Als wij niet naar hen luisteren met hart en ziel, dan zijn wij geen knip voor de neus waard.’
Pizza en pannenkoeken
De beurt is aan Evert, hij schudt de dobbelsteen krachtig en langdurig in de holte van zijn handen. ‘n Twee. De kaart stevig tussen duim en wijsvingers geklemd, leest hij voor: Hoeveel suiker zit er in een fles cola? Een aantal bewoners wil een paar pond afvallen, daarom hebben begeleidsters Sandra en Ramona de vraag geselecteerd en voorbereid. Ramona zet een fles cola op tafel, stapelt de suikerklontjes op en telt: vierentwintig. ‘Tjonge’, zegt Evert hoofdschuddend.
Ramona laat een boek zien: Eibertje kiest. In dat boek staan foto’s van producten met veel en weinig calorieën. Het zal voortaan in de huiskamer liggen. Caren is weer aan de beurt. Vind je het leuk om samen koffie te drinken? Het thema triggert een irritatie. Het stoort haar dat de koektrommel altijd gevuld is met biscuitjes. ‘Ik zou bijvoorbeeld ook wel eens een bokkenpoot lusten’, zegt ze. Eibertje kiest wordt erbij gehaald. Caren bladert met hangende schouders voor- en achteruit. ‘Tja’, concludeert ze, en ze schuift het boek terzijde. ‘Kom je toch weer uit op die biscuitjes.’
Sandra begrijpt het punt van Caren maar al te goed en neemt het op in de notulen: Meer variatie in de koekjes. Jacinta gooit de dobbelsteen en trekt dit keer een stelling: Ongezond eten is soms gewoon lekker. De groep houdt van pizza met kip en van pannenkoeken met stroop en suiker. Wáár ze dat eten is ook van belang. Gerlinde had onlangs aangegeven graag eens voor de buis op de bank te willen eten met de sloffen aan. Dat leek de hele groep een leuk idee, dus dat hebben ze gedaan. ‘De begeleiding kwam er ook bij zitten’, lacht Gerlinde. ‘Op de sloffen.’
Ook voor teams
Niet alleen de bewoners van Careander worden gestimuleerd om meer regie te nemen. De hele organisatie maakt een transitie door. Ze worden zelforganiserend; teams krijgen binnen vastgestelde kaders meer verantwoordelijkheid. Om dat proces te ondersteunen, maakte Sandra Bonte een variant op het SPEL: het SPEL Zelforganisatie. Op speelse wijze analyseren en ontdekken medewerkers bijvoorbeeld hoe ze de werkzaamheden verdelen, omgaan met conflicten en welke stappen er nodig zijn voor een volgende fase.
Bert Brouwer speelde onlangs een potje mee met een team. Brouwer: ‘Al spelend buig je je gezamenlijk over vragen als: Zijn we een team dat luistert naar elkaar en dat gericht is op innovatie? Of zitten we zelfvoldaan de hele dag ons werk te doen? Je hebt soms duwtje in de rug nodig om daarover discussie aan te gaan.’
Om te voorkomen dat zijn organisatie met oogkleppen op in rondjes gaat draaien, zet Brouwer bij Careander de ramen en deuren graag wagenwijd open voor mensen van buitenaf. ‘Dat is altijd een beetje bedreigend’, zegt hij. ‘Want misschien gaan die buitenstaanders wel dingen zeggen die wáár zijn. Maar leiderschap is verantwoordelijkheid nemen. En bij zelforganisatie is elke medewerker verantwoordelijk voor een eigen stukje. Dat brengt mij weer terug op het SPEL: Het is een fantastisch instrument om luchtig in gesprek te raken over wezenlijke thema’s. De dingen waarover het gaat.’
‘Medezeggenschap is work in progress’
Het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS) heeft twee wetsvoorstellen in voorbereiding om medezeggenschap in zorginstellingen (en bij verzekeraars) verder te regelen: een wetsvoorstel ter versterking van de invloed van verzekerden èn een wetsvoorstel tot wijziging van de Wmcz (Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen). Bij de voorbereiding ervan moet rekening gehouden worden met de motie Bouwmeester en Dik-Faber, die onder meer stelt dat het begrip zeggenschap verdergaande bevoegdheden betekent dan medezeggenschap. Cliënten hebben volgens hen te weinig zeggenschap en hun stem kan een grote bijdrage leveren aan verbetering van de kwaliteit van zorg en dienstverlening.
Het ministerie heeft het instituut Beleid en Management Gezondheidszorg van de Erasmus Universiteit verzocht om de consequenties van de motie te doordenken. Het resultaat is een rapport (mei 2016) met de titel Gevarieerde medezeggenschap in zorginstellingen en bij zorgverzekeraars. Een pleidooi voor het koesteren van veelzijdigheid. Daarin wordt bepleit om het begrip zeggenschap uitsluitend te gebruiken voor de bevoegdheid om bindende besluiten te nemen. Het begrip medezeggenschap verwijst naar de bevoegdheid om invloed uit te oefenen op de besluitvorming in een zorginstelling (of zorgverzekeraar).
Volgens de auteurs van het rapport versterken formele en informele vormen van medezeggenschap elkaar, net als directe en indirecte vormen. Ze stellen onder meer: medezeggenschap is altijd work in progress, experimenteer met nieuwe vormen en leer van ervaringen. En: medezeggenschap is gebaat bij variëteit. Leg de doelen vast, leg verantwoording af over de realisatie van die doelen en houd daar toezicht op.
Het Erasmus MC heeft belangstelling getoond voor het SPEL, omdat het een voorbeeld is van zo’n nieuwe vorm waarmee wordt geëxperimenteerd. Sandra Bonte geeft trainingen die kunnen helpen het spel nog effectiever te maken.